Dirk Draulans’ Beestenboel: de boomzesoog gebruikt struikeldraad om prooien te verschalken

© Getty Images/iStockphoto
Dirk Draulans
Dirk Draulans Bioloog en redacteur bij Knack.

De boomzesoog, met haar zes ogen, in plaats van de gebruikelijke acht, is uitgeroepen tot de Europese spin van het jaar. Een doorslaggevend element om de soort in de kijker te zetten, is haar spectaculaire jachttechniek. Een boomzesoog maakt geen klassiek spinnenweb, maar gebruikt een soort struikeldraad om prooien te strikken.

U zal misschien denken: amai, een beest met veel ogen, maar in feite heeft de boomzesoog er twee minder dan verwacht. Het is namelijk een spin, en de meeste spinnen hebben acht ogen. Mogelijk konden zesoogspinnen besparen op ogen, omdat ze bijna uitsluitend ’s nachts actief zijn. De zes ogen staan in drie groepjes van twee op de kop gerangschikt, als een hoofdletter H.

Vlaanderens bekendste spinnenkenner Koen Van Keer van de spinnenvereniging Arabel beslist elk jaar mee welke soort de eer krijgt om ‘Europese spin van het jaar’ te worden. De titel kadert in de onverdroten pogingen van spinnenliefhebbers om meer kennis te verspreiden over de helaas weinig populaire diertjes. Dit jaar viel de keuze op de tamelijk onbekende boomzesoog: het is een beestje dat vooral in de buurt van hout leeft, zoals bossen en houtstapels. Je vindt het ook in tuinen en parken.

De vrouwtjes worden maximaal een centimeter groot, de mannetjes zijn wat kleiner, zoals in de spinnenwereld de regel is. De rugtekening doet denken aan het patroon op een donker slangenvel.

Een doorslaggevend element om de soort in de kijker te zetten, is haar spectaculaire jachttechniek. Een boomzesoog maakt geen klassiek spinnenweb. Ze spint een smalle, gaasachtige buis in scheuren en spleten, zoals onder boomschors of tussen stenen. Dat is de woonst. Vanuit de ingang spant ze een reeks losse draden, die als de stralen van een ster uitwaaieren naar alle kanten van haar leefomgeving.

De draden bevatten geen kleefstof, maar rusten op strategisch geplaatste hoopjes spinsel die maken dat ze de grond niet raken. Ze fungeren als struikeldraden: als een potentiële prooi een draad raakt, vangt de spin in haar buis de trillingen op, waarna ze vliegensvlug naar buiten stormt om het slachtoffer te pakken te krijgen. Ze weet precies waar ze moet zijn, waarschijnlijk geleid door de draden die de trillingen doorgeven.

De woonbuis van de boomzesoog biedt voordelen bij een gevecht met prooien met gevaarlijke angels of tangen.

Met haar gifkaken grijpt ze de prooi vast en sleurt ze in de buis. De smalle woonbuis biedt extra voordelen in een eventueel gevecht met een gevaarlijk slachtoffer: beestjes met angels of andere verdedigingswapens (zoals de tangen van een oorworm) kunnen er moeilijk manoeuvreren om zich te verzetten.

Ook de startpositie van een boomzesoog in de ingang van haar buis is uniek in de spinnenwereld: de voorste drie paar poten staan naar voor, alleen het achterste potenpaar is naar achter gericht – bij andere spinnen is het doorgaans twee paar. Die speciale positie maakt een hoge startsnelheid mogelijk.

Voor de voortplanting gaan mannetjes op zoek naar de woonbuis van vrouwtjes. Als ze er een gevonden hebben, tokkelen ze voorzichtig op de struikeldraden. Als het vrouwtje niet agressief reageert, is een kans op een paring. Na een succesvolle paring legt een vrouwtje zestig tot 180 eitjes in een cocon in haar woonbuis. Het duurt twee jaar voor een boomzesoog volwassen is. Uitzonderlijk kan een vrouwtje tien jaar oud worden.

Dirk Draulans’ Beestenboel: waarom de vrouwtjes van de holenspin manvriendelijk door het leven gaan

Partner Expertise