Mensen moeten een taal machtig zijn om getallen te kunnen inschatten.
Enkele jaren geleden ontdekten antropologen stammen in het Braziliaanse regenwoud die geen woorden hebben voor getallen groter dan drie. Die mensen hebben het moeilijk om grote getallen relatief correct in te kunnen schatten.
De Vlaamse psychologe Elizabet Spaepen en haar collega’s van de universiteit in het Amerikaanse Chicago onderzochten het belang van dit aspect van onze taal bij een groep dove Nicaraguanen die hun eigen gebarentaal hebben ontwikkeld. In die taal zijn er geen tekens voor getallen, hoewel de mensen wel in een cultuur met geld en getallen leven. Het was dus louter de beperkte mate van benoeming van getallen die een rol zou kunnen spelen in eventuele afwijkingen, en niet de kwestie dat ze minder ervaring met getallen zouden hebben, zoals in het regenwoud het geval had kunnen zijn.
De resultaten verschenen in de Proceedings of the National Academy of Sciences. Ze illustreren dat de dove mensen inderdaad wat onnauwkeurig worden in hun inschatting van grotere getallen. Je hebt dus blijkbaar echt woorden nodig om nauwkeurig met cijfers om te kunnen gaan. Onder meer daarom is het nuttig dat kinderen al de woorden voor cijfers leren voor ze leren rekenen. (DD)