Bijna-doodervaringen worden beetje minder mysterieus

Dirk Draulans
Dirk Draulans Bioloog en redacteur bij Knack.

Bijna-doodervaringen vertonen kenmerken van echte herinneringen.

Licht zien aan het einde van een tunnel of je eigen lichaam beneden je zien liggen: het zijn klassieke voorbeelden van bijna-doodervaringen van mensen die net niet stierven. Omdat wij graag zouden weten wat er tijdens het sterven en eventueel ook na de dood gebeurt, vinden we het intrigerende verschijnselen. Helaas is het moeilijk om ze objectief te onderzoeken.

Meer gedetailleerd dan gewone herinneringen
De ploeg rond neuroloog Steven Laureys van de Universiteit Luik schrijft nu in de Public Library of Science ONE dat bijna-doodervaringen kenmerken vertonen van echte herinneringen, en dus niet uitsluitend een gevolg zijn van inbeelding. Ze zouden zelfs meer gedetailleerd zijn dan gewone herinneringen, wat te maken kan hebben met het feit dat het om emotioneel geladen en verrassende ervaringen gaat.

Omdat bijna-doodervaringen bijna altijd in onvoorspelbare en chaotische omstandigheden plaatsvinden, is het moeilijk ze accuraat te bestuderen. De onderzoekers deden psychologische experimenten met patiënten die uit coma gekomen waren, en vergeleken de resultaten met die van een groep vrijwilligers die nooit in coma waren geweest.

Chaos in de hersenen
Helaas impliceert de vaststelling niet dat de ervaringen ook echt gebeurd zijn, wel dat ze op zijn minst zo ervaren werden door het stervende lichaam. Tijdens het sterven zouden de hersenen overvallen worden door chaos, waardoor ze situaties fout registreren. Ze creëren daarbij wel een perceptie van realiteit, waardoor de ervaringen verwerkt worden als iets dat effectief is gebeurd.

Het onderscheid tussen verbeelding en een foute perceptie in de hersenen is subtiel, maar belangrijk. (DD)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content