België boekt grote vooruitgang met strijd tegen armoede, maar jobloze gezinnen hinken achterop

België is goed op weg om zijn ambitieuze Europese armoededoelstelling tegen 2030 te halen: het aantal mensen in armoede of sociale uitsluiting moet tegen dan met 279.000 verminderen.

Nieuwe cijfers van het jaarlijkse monitoringsrapport van de FOD Sociale Zekerheid tonen een daling in armoede en een verbetering van sociale bescherming. België is een land van contrasten, zegt Natascha Van Mechelen, expert FOD Sociale Zekerheid. ‘Hier moet je kiezen: ofwel ben je werknemer, ofwel uitkeringsgerechtigde.’

België is goed op weg om zijn ambitieuze Europese armoededoelstelling tegen 2030 te halen, blijkt uit het nieuwste monitoringsrapport van de FOD Sociale Zekerheid. Het aantal mensen in armoede of sociale uitsluiting moet tegen dan met 279.000 dalen. Volgens de FOD is ons land halfweg, vooral dankzij een sterke daling van het monetaire armoederisico, het percentage mensen met een inkomen onder 60 procent van het nationaal mediaan inkomen. Dat daalde tussen 2019 en 2023 van 14,8 naar 11,5 procent. Daarmee heeft België nu de op een na laagste inkomensarmoede in Europa. Alleen Tsjechië doet beter.

‘Onze sociale zekerheid en uitkeringsstelsels zijn goed uitgebouwd en zijn toegankelijk, en dat vertaalt zich in betere inkomenscijfers.’

Die daling is rechtstreeks te danken aan het robuuste sociale vangnet, zegt Natascha Van Mechelen, expert van de FOD Sociale Zekerheid. ‘Onze sociale zekerheid en uitkeringsstelsels zijn goed uitgebouwd en zijn toegankelijk, en dat vertaalt zich in betere inkomenscijfers.’ De welvaartsenveloppe is daar volgens Van Mechelen een onderdeel van. Dat is een wettelijk voorzien budget om pensioenen en andere vervangingsinkomen te laten stijgen, los van de automatische loonindexering. Zo stijgen sinds 2008 uitkeringen, leeflonen en lage pensioenen elk jaar met gemiddeld 1 procent om een minimum aan welvaart te behouden. ‘Tijdens de vorige regeerperiode heeft de regering sterk ingezet op het verhogen van uitkeringen en op het optrekken van de laagste lonen’, bevestigt Van Mechelen.

Het aandeel quasi-jobloze huishoudens in België blijft bijzonder hoog. We zijn de slechtste leerling van de Europese klas.

Jobloze huishoudens

Maar het rapport legt tegelijk een pijnlijke zwakte bloot: het aandeel ‘quasi-jobloze huishoudens’ blijft bijzonder hoog. Na enkele jaren van daling steeg dat aandeel in 2024 opnieuw tot 11,3 procent, in de EU is dat gemiddeld 7,9 procent. Daarmee is België de slechtste leerling van de Europese klas. 

Het probleem is structureel, zegt Van Mechelen. ‘Het zijn totaal andere dynamieken dan bij inkomensarmoede. Een deel heeft te maken met een arbeidsmarkt die voor bepaalde groepen moeilijk toegankelijk is. Daarnaast hebben werklozen een gelijkaardig profiel: het gaat vaak om oudere koppels, eenoudergezinnen of mensen met gezondheidsproblemen.’ 

Dat ligt ook aan hoe de arbeidsmarkt in ons land gestructureerd is. In andere landen is het arbeidspotentieel veel beter verspreid over gezinnen, stelt Van Mechelen vast. ‘In Nederland is het veel makkelijker om een uitkering te combineren met deeltijds werk. In België moet je kiezen: ofwel ben je werknemer, ofwel ben je uitkeringsgerechtigde.’ 

In tegenstelling tot andere Europese landen heeft België geen deeltijdse werkcultuur, merkt haar collega Jeroen Horemans op. Hij werkte mee aan het rapport. ‘In Scandinavische landen zien we dat er binnen één gezin vaker meerdere mensen werken, al is het deeltijds. In België is de evolutie anders verlopen: vaak werkte er ofwel niemand, ofwel maar één persoon voltijds. De jobs die er de laatste 20 jaar bij kwamen gingen meestal naar gezinnen waar al iemand werkte. Zo krijg je een samenleving met aan de ene kant gezinnen zonder werk en aan de andere kant tweeverdieners. In andere landen is dat veel meer gespreid.’

‘Belgïe heeft geen deeltijdse werkcultuur. Vaak werkt er ofwel niemand, ofwel maar één persoon voltijds.’

Dubbele strategie 

‘De relatie tussen meer mensen aan het werk en minder armoede is verre van een een-op-eenverhaal’, benadrukt Van Mechelen. Tussen 2018 en 2023 daalde zowel het aantal mensen dat leeft met een inkomen onder de armoedegrens als het aantal jobloze gezinnen, terwijl de werkzaamheidsgraad lichtjes steeg.

Toch blijft het probleem hardnekkig, benadrukt Van Mechelen. ‘België toont dat een sterke sociale bescherming loont in de strijd tegen armoede. Maar om ook de meest kwetsbare groepen mee te krijgen, blijft een dubbele strategie nodig: het waarborgen van een minimaal inkomen én ervoor zorgen dat jobs terechtkomen bij gezinnen waar vandaag nog niemand werkt.’

De verloning voor die jobs moet bovendien hoog genoeg zijn. ‘We moeten vermijden dat we werkende armen creëren. En we moeten erop toezien dat nieuwe jobs niet alleen terechtkomen bij kansrijke groepen, want dan verandert er niets aan het armoederisico.’


Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Expertise