‘Europa heeft zijn alertheid voor de wereld een eeuw geleden verloren’, meent Jonathan Holslag (VUB).
Het heeft wat langer geduurd dan verwacht, maar Turkije is Syrië dan toch binnengevallen. Zo ziet een machtsvacuüm eruit: het Westen trekt zich terug en anderen springen in het gat. U kunt er maar beter aan wennen. Er zullen nog zulke incidenten volgen. Of wacht eens: misschien zijn we er al aan gewend geraakt? De Russen vallen Oekraïne aan en schieten per abuis een vliegtuig vol Europese passagiers neer: amper reactie. Golfstaten blijven een vrijhaven voor sponsors van terrorisme: we blijven lekker handeldrijven. En nu dus de Turken. We doen misschien wat gefrustreerder dan anders, want president Erdogan is hier niet populair. Maar uiteindelijk houdt hij dik drie miljoen vluchtelingen bij, en dus zullen we ons ook in dit geval niet verroeren.
Zwalpen tussen isolationisme en doen alsof: is dat onze Midden-Oostenpolitiek?
De voorbije decennia is een flink stuk van de Europese buitenrand herschapen in één groot machtsvacuüm, opgevuld door regionale mogendheden, economische ontbering, radicalisme, terrorisme en autoritarisme. Het is de ideale mix voor langdurige onrust. En dat hebben wij gewoon laten gebeuren. Te druk bezig met de kerktorenpolitiek, Sporza en Temptation Island. Het is typisch gedrag voor een rijke samenleving. Te midden van het marmer van Rome lijken alle barbaren ver weg.
Europa heeft zijn alertheid voor de wereld een eeuw geleden verloren. De verdragen van Parijs luidden het begin van het einde in van ons internationale leiderschap. Sindsdien hebben we leren leven met een tweederangsrol, veilig onder de Amerikaanse paraplu. Nu is die paraplu weg. Als Europa verder blijft fragmenteren, zal deze generatie zich even gemakkelijk nestelen in een derderangsrol, in de schaduw van de Verenigde Staten, de Chinezen, de Russen, de Turken enzovoort. Sommigen zullen zich dan gelukkig prijzen dat we dat tenminste opnieuw achter onze nationale grenzen doen, met her en der een boordje prikkeldraad: lilliputternationalisme.
Je wordt er cynisch van. Europa lijkt op een volgevreten, bedlegerige patiënt met doorligwonden. Een hyperbool, maar u begrijpt vast waar ik op doel. En in plaats van een dokter die wat beweging voorschrijft, die een juiste therapie aanbeveelt, wordt die patiënt in een staat van versuftheid gehouden. De gematigde leiders pretenderen dat we wat veiligheid kunnen afkopen door Erdogan geld toe te stoppen. Ze houden de schijn op van een sterk nabuurschapsbeleid, dat vaak een lege doos is. De nationalisten proberen mensen op de mouw te spelden dat we het redden met isolationisme, door nog meer terrein prijs te geven. De diplomaten stellen dat we bovenal pragmatisch moeten zijn en niet mogen provoceren.
De verdragen van Parijs luidden het begin van het einde in van ons internationale leiderschap.
‘Want de Atheners destijds lieten zich nog niet bedienen door demagogen die hen bevestigden in gelukzalige verknechting.’ Dat was de orator Demosthenes. Samenlevingen die zich niet bewust zijn van de offers die aan de grondslag liggen van hun binnenlandse vrede worden onachtzaam. Vrede wordt gemakzucht en gemakzucht wordt in stand gehouden door demagogen. Met zo’n mentaliteit zal de onrust zich een weg blijven vreten. Eerst ten zuiden van de Middellandse Zee, daarna beetje bij beetje in Europa zelf. Maar dat onheil is wellicht pas voor de volgende generatie. We kunnen onszelf dus nog wel even in de waan houden. Misschien is dit opnieuw scherp gesteld, maar daartegenover staat een minstens even schadelijke neiging om alles te relativeren.
Wat Syrië betreft, zijn er twee scenario’s mogelijk. In het ene geval kent Erdogan zijn limieten en gaat het om een kortstondig offensief om zijn binnenlandse positie te versterken. In het tweede rijdt hij zich vast in een langdurig conflict. Ook dan zijn er twee mogelijke uitkomsten. Eén optie is dat een falen in Syrië de Turkse gematigden versterkt rond de voormalige vicepremier Ali Babacan, die uit de regerende AK-partij is opgestapt. Benieuwd of Europa het momentum dan wél zal aangrijpen om stabiele relaties uit te bouwen. Optie twee is dat Turkije wordt meegesleurd in de regionale anarchie en economisch door de knieën gaat.
Van de instabiliteit in het Midden-Oosten zijn we sowieso nog niet af. Het machtsspel tussen Turkije, Rusland, Iran, Israël, Saudi-Arabië en in steeds mindere mate de VS gaat verder. En dat in een regio waar tegen 2050 ruim 500 miljoen mensen zullen wonen. Een regio ook die snoeihard getroffen wordt door de klimaatopwarming. Wat is onze strategie? Wat denkt ons land, wat denkt onze regio? Sancties tegen Turkije? En wat daarna? Wat willen we van Europa? Wat is onze Midden-Oostenpolitiek: zwalpen tussen isolationisme en doen alsof? Dat lijkt me wel een parlementair debat waard.