Zuid-Soedan: ‘Meer dan ooit geweld tegen burgers’

Behalve met geweld kampt het land ook met overstromingen

Nooit is er in Zuid-Soedan in de voorbije zeven jaar zoveel geweld tegen burgers geweest als vorig jaar. In een vrijdag in Genève verschenen rapport haalt de VN-Mensenrechtencommissie voor dit land uit naar sommige van de ‘meest brutale’ uitwassen.

Vooral in de deelstaat Jonglei was er van februari tot november interetnisch geweld tussen milities, wat honderden slachtoffers eiste en wat tot vele ontheemden leidde. ‘De omvang en de dimensie van het geweld dat wij hebben gezien, overtreft veruit dat wat sinds 2013 is geobserveerd’, betreurde de voorzitster van de VN-Commissie voor de mensenrechten in Zuid-Soedan, Yasmin Sooka. Bovenop slachtoffers in meerdere deelstaten waren er ook ontvoeringen, individuele verkrachtingen en verkrachtingen op grote schaal of het systematisch vernielen van woningen. Sooka gewaagt van zeer georganiseerde acties vanwege tienduizenden mensen die over zeer geavanceerde wapens beschikken.

Steun van leger?

Dit doet denken dat er steun is van het leger of externe groeperingen, meent ook Commissielid Andrew Clapham. Talrijke daden, ook vanwege de regering, ‘kunnen het equivalent zijn van misdaden tegen de mensheid’, aldus Clapham, die opnieuw de straffeloosheid van de verantwoordelijken betreurt. De Commissie heeft de regering meerdere keren opgeroepen een akkoord met de Afrikaanse Unie te ondertekenen voor de oprichting van een Hof om ze te vervolgen. Onlangs hebben de autoriteiten zich geëngageerd om schot in de zaak te laten komen. Het vredesakkoord van 2018 heeft het geweld op nationaal niveau ingedijkt. Maar drie kwart van het Afrikaanse land blijft blootgesteld aan lokale conflicten tussen milities. Bovendien krijgt de regering nog steeds het verwijt de fundamentele vrijheden te beknotten.

Partner Content