Onder Donald Trump is de VS de grootste destabiliserende kracht binnen de wereldorde geworden, schrijft professor Marc De Vos. Voor Europa blijft de conclusie telkens dezelfde: we moeten opnieuw meester worden van onze eigen toekomst.
Het zijn diplomatieke weken vol koortsachtige bedrijvigheid voor Europa. Eerst was er de G7 in Canada, de eerste onder Trump 2.0. Daarna volgde een historische NAVO-top in Den Haag, meteen gevolgd door een strategische Europese Raad in Brussel. Eind juli – als alles goed gaat – vindt er een zeldzame EU-China-top plaats in Peking. Tussendoor moeten de handelsbesprekingen tussen Europa en de Verenigde Staten een tarievenoorlog zien te vermijden, met alweer een nieuwe chantagedeadline uit het Witte Huis. Ook het Midden-Oosten blijft precair en vergt voortdurende diplomatieke aandacht.
Wat zal Amerika echt doen als de pogingen tot een staakt-het-vuren in Oekraïne mislukken? Wat wordt het nieuwe normaal voor defensie en veiligheid in Europa? Is Europa bereid én in staat om een handelsrelatie met China te vinden die aangepast is aan de nieuwe geopolitieke realiteit? Vinden Amerika en Europa een handelscompromis of stevenen we af op een handelsoorlog? Stabiliseert het Midden-Oosten op de drempel van een nieuw regionaal machtsevenwicht, of escaleren de conflicten tot een regionale oorlog? Het is niet ondenkbaar dat we tegen het einde van de zomer op al deze vragen veel duidelijker zicht krijgen.
G7 is een zwakke G6 geworden
Europa’s diplomatieke zomer speelt zich af tegen de achtergrond van een algemeen verval van het multilateralisme. Onder Donald Trump is de VS de grootste destabiliserende kracht binnen de wereldorde geworden. ‘America First’ volgt de grillen van de president, intimideert met eenzijdige handelsoorlogen en beledigt met amorele diplomatie die vijanden verkiest boven bondgenoten. Het land dat de multilaterale wereldorde na de oorlog mee vormgaf, is die nu van binnenuit aan het afbreken.
Neem de G7. Bijna een halve eeuw lang verenigde deze groep de grote ontwikkelde economieën met westerse democratische waarden, om zo richting te geven aan het bredere wereldgebeuren. Het Amerika van Trump heeft noch belangstelling noch geduld voor dat soort verstandhouding. Het zou liever Rusland terugbrengen, de G8 herlanceren en het Poetin-regime legitimeren voor eigen commerciële belangen. De G7 is daardoor een zwakke G6 geworden, waarbij de VS elke betekenisvolle agenda blokkeert.
De voornaamste waarde van de G7 vandaag is dat ze op westerse leest geschoeide topdiplomatie biedt waar opkomende machten uit het mondiale Zuiden – zoals India, Brazilië, Zuid-Afrika en Mexico – bij worden betrokken als derde landen. Zo ontstaat een pro-westers netwerk dat tegenwicht biedt aan bijeenkomsten gecoördineerd door Rusland of China, zoals de BRICS of de Shanghai-Samenwerkingsorganisatie.
Massavernietigingswapens
De recente gebeurtenissen in Iran tonen aan hoe diep het multilateralisme wel weggezonken is. Herinner u de vorige keer dat een dictatuur in het Midden-Oosten ervan werd verdacht massavernietigingswapens te ontwikkelen. Onder George W. Bush deed Amerika er alles aan om de Verenigde Naties en een alliantie van bijna vijftig landen te mobiliseren met bewijzen van Iraakse wapenprogramma’s die internationale verdragen schonden.
Die bewijzen bleken achteraf gebakken lucht, maar het contrast met het Amerika van Donald Trump is onthutsend. De VN spelen geen enkele rol meer. Er is geen sprake van coalitievorming. Een Europese diplomatieke spoedmissie werd zelfs als vijandig afgedaan.
Zeker, Amerika neemt stelling tegen nucleaire proliferatie in de wereld. Maar de methode ondermijnt het doel. Er was geen sprake van een nakende aanval die een preventieve actie zou verantwoorden, laat staan een proces om internationale legitimiteit en vertrouwen op te bouwen. Als Amerika zelf de spelregels negeert, waarom zouden de vijanden van het democratische Westen die dan respecteren?
Bovendien stonden slechts weinige Europese leiders op om internationale normen te verdedigen, toen Amerika zijn kans waagde in Iran. Het lijkt er sterk op dat het unilateralisme ook al in Europa wortel heeft geschoten. Zonder dat wijzelf de harde macht hebben om dat ook hard te maken op het terrein.
Heropleving NAVO is positief
De NAVO is de positieve noot in de algemene neergang van het multilateralisme. De recente top in Den Haag bevestigde een gedeelde Zeitenwende onder de lidstaten – met uitzondering van Spaans voorbehoud. Toch is de heropleving van de NAVO fundamenteel een uiting van verhoogde defensie-uitgaven door individuele landen, ingegeven door de Russische agressie én door de Amerikaanse dreiging om de NAVO anders te laten vallen.
Amerikaans unilateralisme ligt dus aan de basis van het ‘nieuwe’ NAVO, en de uitgavenbeloften betekenen voor Trump een overwinning voor de Amerikaanse defensie-industrie.
De echte multilaterale kwesties binnen NAVO blijven onbesproken omdat ze politiek te explosief zijn voor het Amerika van Trump: wat is de toekomst van Oekraïne binnen NAVO? Hoe herijkt de NAVO zijn Rusland-strategie? En hoever reikt de Amerikaanse inzet voor Europese veiligheid – inclusief troepen en kernwapens? Die vragen zullen binnenkort de echte lakmoesproef vormen voor de NAVO.
Wat met Europa?
Voor Europa blijft de conclusie telkens dezelfde: we moeten opnieuw meester worden van onze eigen toekomst. We moeten veel meer zelf doen om onze waarden, onze veiligheid en onze welvaart te kunnen waarborgen. Dat betekent veel meer investeren in onze eigen defensie en veiligheid, maar op een manier die een gemeenschappelijke Europese pijler in NAVO en een gemeenschappelijke industriële basis tot stand brengt – niet als losse nationale projecten met aparte bedrijven.
Dat betekent ook dat we strategische helderheid moeten vinden over het spanningsveld tussen vrijhandel en autonomie voor de EU-markt als geheel, zowel ten opzichte van China als van de VS.
Het einde van het multilateralisme wereldwijd moet voor Europa aanleiding zijn tot een dieper, geopolitiek multilateralisme binnen Europa zelf, via de Europese Unie en in nauwe samenwerking met bereidwillige derde landen zoals het Verenigd Koninkrijk en Oekraïne.
Als dat lukt, dan zullen we in Europa ooit nog dankbaar zijn voor een zekere Donald Trump. Maar het blijft vooralsnog een grote ‘als’.