Julien De Wit

‘Wie wordt de Belgische Churchill?’

Julien De Wit Voorzitter van de Vlaamse Vereniging van Studenten en student rechten aan de Universiteit Antwerpen.

Defensie is de hoeksteen binnen het strategisch project dat België heet’, vindt Julien De Wit. ‘Het is tijd voor de strategen om op te staan.’

Vorige maand mocht ik de NAVO-top in Den Haag bijwonen. Een unieke kans om te zien hoe wereldleiders, strategen en militairen zich buigen over de veiligheid van het Westen.

De boodschap was glashelder: we bevinden ons niet langer in vredestijd. We leven in een toestand van hybride oorlog , een fragiel evenwicht waarin cyberaanvallen, desinformatie, druk op kritieke infrastructuur en economische chantage de nieuwe wapens zijn. Wie het liever niet zo benoemt, kan zich nog sussen met de gedachte van “hybride vrede”.

Voor België, dat tot op vandaag worstelt met het idee alleen al van het halen van de oude NAVO-norm van 2% van het BBP, is dat een ongemakkelijke waarheid. Terwijl de rest van de NAVO zich opmaakt voor een toekomst die méér vraagt dan klassieke defensie (met onder andere investeringen in ruimtecapaciteiten en strategische autonomie) blijft het Belgische publieke debat hangen bij de vraag of al die middelen naar defensie eigenlijk wel nodig zijn.

Intussen is de NAVO-norm voor de komende jaren al opgetrokken tot 5% van het BBP voor defensiegerelateerde inspanningen: 3,5% voor klassieke capaciteiten en minstens 1,5% voor resilience ; lees: maatschappelijke en infrastructurele weerbaarheid.

Die 1,5% wordt door sommigen gezien als een waar cadeau. Want de vrees leeft dat resilience een containerbegrip wordt: modieus, maar vaag — en dus geschikt om uiteenlopende uitgaven onder te schuiven, zodat het totaalbedrag netjes aan de NAVO-norm voldoet. Mathematisch klopt het dan misschien, maar zullen onze bondgenoten dat zomaar aanvaarden?

Het strategisch inzicht dat straks wellicht wordt ingezet om de cijfers te doen kloppen, zouden we beter aanwenden om België daadwerkelijk te laten floreren in dit nieuwe tijdperk. Never waste a good crisis — maar dan moet je er natuurlijk wel iets voor durven doen. Dan moet je een bondgenoot durven worden.

Defensie is een hoeksteen

We lopen het risico defensie te reduceren tot een kostenpost die ergens in de begroting moet worden weggewerkt. Terwijl goed beleid net richting moet geven, eerder dan louter kostenposten aanstippen. Een begroting is geen boodschappenlijst, maar een strategisch document. De kernvraag is wat defensie betekent binnen het strategisch project dat België heet. Voor mij, en voor velen, is het een hoeksteen.

Wat vandaag in de Belgische politiek domineert, is de vraag of investeringen in defensie “iets opleveren” — denk aan jobs, innovatie, economische return. Maar dat draait de redenering om. We investeren niet in defensie omdat het rendeert. We investeren omdat het noodzakelijk is om onze veiligheid, soevereiniteit en stabiliteit te beschermen, en om te kunnen overleven in dit nieuwe tijdperk. De economische effecten zijn  een beoogd neveneffect, niet het doel.

De oorlog in Oekraïne heeft pijnlijk duidelijk gemaakt hoe het streven naar weerbaarheid aan alles voorafgaat. De economische impact van instabiliteit loopt op tot honderden miljarden. Europa trok meer dan 800 miljard euro uit voor energiecompensaties. België spendeerde bijna een miljard aan opvang en steun. Het prijskaartje van onveiligheid is altijd hoger dan dat van voorbereiding.

Ook tijdens de NAVO-top werd de olifant in de kamer benoemd: wat als de VS onder Trump haar engagement tegenover Europa afbouwt? Het is een reëel scenario. De top draaide grotendeels rond de vraag wie het vacuüm zal opvullen dat de Amerikanen mogelijk achterlaten. Europese landen schuiven op. Polen, Frankrijk, de Baltische staten versterken hun defensie en bouwen aan een nieuw strategisch-industrieel beleid.

Voortekenen zijn duidelijk

In België merk je voorlopig weinig animo om dit nieuwe tijdperk echt aan te grijpen om ons land volledig strategisch te herpositioneren. De minister van Defensie reist de wereld rond op zoek naar opportuniteiten en partners — nu eens in India, dan weer elders. Maar of hij zijn regering, laat staan de bredere politieke klasse, meekrijgt in een fundamenteel strategisch project? Dat blijft hoogst onzeker.

Toch is dit hét moment voor de echte strategen om op te staan. In de geschiedenis worden breekpunten zelden vooraf aangekondigd, maar soms zijn de voortekenen te duidelijk om te negeren. Wie wil floreren, moet stoppen met rommelen in de marge, maar neemt een hele notablok kladpapier ter hand.

Wie ontpopt zich tot de strateeg van zijn, haar of hun generatie? Wie wordt de Belgische Churchill? Wie de nieuwe Kissinger?

Partner Content