De Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) heeft een actieplan opgezet na een schandaal rond seksuele uitbuiting door personeel van de WHO in de Democratische Republiek Congo. De organisatie van de Verenigde Naties trekt in een eerste fase 7,6 miljoen dollar uit om programma’s op te starten in tien landen met een hoogrisicoprofiel, zo deelde de WHO donderdagavond mee.
De bedoeling is seksuele uitbuiting te voorkomen. In het geval van een aanranding moeten er duidelijke structuren zijn om de dader te identificeren en de slachtoffers te helpen. Onder de tien landen zijn Afghanistan, Jemen, Venezuela en Zuid-Soedan.
Medewerkers van de WHO zijn al in de Congolese stad Beni en elders om personeel op te leiden, zei een woordvoerder in Genève. In alle regio’s is het verplicht een opleiding te volgen over hoe seksueel geweld kan worden voorkomen, aldus de woordvoerder. Bovendien moet het personeel een gedragscode ondertekenen die seksuele uitbuiting verbiedt.
Een onafhankelijke commissie onderzocht tientallen verklaringen tegen humanitaire werkers die in de strijd tegen de ebola-epidemie van 2018 in Congo hulp verleenden. De beschuldigingen waren door de media aan het licht gebracht. De commissie rapporteerde verkrachtingen en ongewenste zwangerschappen.
Van de 83 mogelijke daders die geïdentificeerd werden, werkten er minstens 21 voor de WHO. De meeste van hen ontkenden de aanrandingen of beweerden dat de seks met instemming gebeurde, zo stelde de commissie vast. Vier mannen werden ontslagen volgens de WHO.
Een deel van het actieplan moet ervoor zorgen dat de WHO zich om de slachtoffers bekommert. Zij krijgen onder meer therapie aangeboden en steun om werk te vinden of een eigen zaak op te starten. Kinderen die uit zulke verkrachtingen geboren worden, krijgen een studiebeurs en een toeslag voor gezondheidszorg.