Jonathan Holslag

‘We staan aan het begin van een huiveringwekkende versnelling van modernisering van kernwapens’

Jonathan Holslag Politoloog en publicist.

De nucleaire dimensie in ons strategisch denken is urgenter dan ooit’, schrijft Jonathan Holslag (VUB).

We treden een nieuw nucleair tijdperk binnen, een tijdperk waarin zelfs de grote ficties van de Koude Oorlog werkelijkheid worden: hypersonische glijvoertuigen, nucleaire torpedo’s, laserwapens als afweergeschut en oorlogvoering in de ruimte. De nadruk verschuift daarbij van kwantiteit naar kwaliteit. De wapens moeten sneller, preciezer en wendbaarder zijn. Het blijft onwaarschijnlijk dat er nieuwe verdragen komen om de nieuwe nucleaire wedloop te beheersen. Ook voor de Europese landen, die doorgaans de kat uit de boom kijken, heeft de nucleaire wedloop grote gevolgen.

De zwaarste kernwapens zijn nu honderden keren krachtiger dan de bom die op Hiroshima werd gegooid. Ze vernietigen alles in een straal van tientallen kilometers. Men kan zich bijna niet voorstellen dat zij ooit zullen worden ingezet – en daarom wellicht ook niet waarom ze worden gebouwd of gemoderniseerd. Toch blijft de logica van kernwapens dwingend. Voor de grootmachten zijn ze een verdedigingsmiddel tegen andere grootmachten en tezelfdertijd een vrijgeleide om kleinere landen hard aan te pakken. De belangrijkste dreiging voor kleine Europese landen betreft dus niet zozeer een kernaanval, maar andere vormen van agressie onder een nucleaire paraplu.

Dus nee, als Rusland recent een zware kernraket voor een onderzeeboot testte, was dat niet met een nucleaire aanval op Europa in gedachten. Het Kremlin wil vooral zijn vrijheid van actie vergroten. Dankzij dergelijke wapens kan het zich meer veroorloven: ten aanzien van Oekraïne, bijvoorbeeld, maar ook elders nabij Europa. Net zoals de westerse assertiviteit van de voorbije decennia ondenkbaar was zonder het kernwapenarsenaal, zullen moderne kernwapens ook verschillende niet-westerse landen assertiever maken.

We staan aan het begin van een huiveringwekkende versnelling van modernisering van kernwapens.

Vooral de Russen gaan hard. De Russische kernwapendoctrine voorziet in nucleaire vergelding tegen een niet-nucleaire aanval en het gebruik van kleine zogenoemde tactische kernwapens in conventionele oorlogen. Rusland ontplooit de zwaarste langeafstandskernraketten, alsook een heel arsenaal korteafstandsraketten waarop een kernkop kan worden geplaatst. Het bestudeert ook of het de snelle bommenwerper Tu-160 kan uitrusten met supersonische kernraketten, de Kinzhals. Die hebben een reikwijdte van zo’n 2000 kilometer. Bovendien beschikt Rusland over ’s werelds grootste raketafweerarsenaal.

Terwijl Rusland zijn spierballen laat rollen, maakt China in stilte werk van een moderner kernwapenarsenaal, met onder meer twee nagelnieuwe lanceerbases met honderden silo’s voor langeafstandsraketten. Het wordt voor de Amerikanen een enorme klus om de twee fronten te beheersen. Amerika heeft weliswaar enkele technologische voordelen, zoals de mogelijkheid om raketten mid-course neer te halen, wanneer ze hun hoogste punt bereiken. Maar die verdedigingslijn is niet opgewassen tegen drie gelijktijdige rivalen: Rusland, China en, sinds kort, Noord-Korea.

Die verschuiving heeft gevolgen voor Europa. Tegen de achtergrond van een verzwakkend Amerika zullen de komende decennia niet-westerse mogendheden hun kernwapens gebruiken als paraplu waaronder andere vormen van machtspolitiek beoefend worden: van desinformatie over intimidatie tot annexatie. Wie ervan uitgaat dat een fragiel Europa ongenaakbaar is voor dat soort praktijken, kijkt beter al eens rond om vast te stellen wat nog zwakkere landen in onze nabijheid ondergaan.

Natuurlijk zullen veel lezers betogen dat de Russen niet uit zijn op oorlog met Europa. Dat is voorlopig ook zo. Maar Rusland zal, net als andere protagonisten, blijven zoeken naar invloed en macht. Zijn energiewapen is daarbij cruciaal, naast militaire intimidatie. De Russen willen er vooral voor zorgen dat Europa alles in het werk zal stellen om oorlog te voorkomen. Dat is militaire en nucleaire afschrikking om op het brede front van competitie – militair, politiek en diplomatiek – de bovenhand te halen.

Uiteraard verlangen we allemaal naar een wereld zonder kernwapens. Toch staan we slechts aan het begin van een huiveringwekkende versnelling van de modernisering van kernwapens. Zolang die gruwelijke tuigen bestaan, moeten Europese landen op een volwassen manier nadenken over hoe we er het best mee omgaan en welke samenwerking daarvoor het meest aangewezen is. De nucleaire dimensie in ons strategisch denken is urgenter dan ooit.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content