Ludo Bekkers

Waarom Qatar plots geïnteresseerd is in kunst

Ludo Bekkers Kunst- en fotografierecensent

Dat Qatar zich voor de westerse wereld wil affirmeren is al een tijdje duidelijk. Nu zijn de Qatarezen ook het veilingcircuit binnengedrongen.

Drie jaar geleden werd het werk “De Kaartspelers” van Cézanne in New York geveild. Het werd afgeklopt op 250 miljoen dollar, de hoogste prijs ooit betaald voor een schilderij. Minder exorbitant maar toch nog duizelingwekkend was de verkoop van een werk van Rothko “White Center” in 2007 voor 70 miljoen dollar en 20 miljoen voor een installatie van Damien Hirst, het hoogste bedrag ooit neergeteld voor een levend kunstenaar. En dan was er verleden jaar de verkoop bij Christie’s van het drieluik “Three studies of Lucian Freud” van Francis Bacon voor een bedrag van omgerekend 105 miljoen euro. Wie heeft zo’n enorm kapitaal ter beschikking om het te besteden aan kunst? Aangezien binnen het veilingcircuit discretie en zelfs geheimhouding een gulden regel is wist ook niemand wie die werken had verworven en of het om dezelfde perso(o)nen ging. Het is haast ondenkbaar dat een particulier dergelijke bedragen zou (kunnen) neertellen voor een kunstwerk dat in feite geen intrinsieke waarde heeft maar wel een virtuele. Het raadsel werd wel opgelost toen voor de dag kwam dat die kunstwerken bestemd waren voor de oliestaat Qatar, een van de Verenigde Arabische Emeritaten waar sjeika Al-Mayassa, de zus van de huidige emir, zorgt voor het cultureel imago van de relatief kleine oliestaat aan de Perzische golf.

Dat Qatar zich voor de Westerse wereld wil affirmeren is al een tijdje duidelijk. Denk maar aan de recente wielerronde van Qatar waar Tom Boonen in meereed, of het nationaal voetbalelftal waarvoor belangrijke Europese spelers worden aangekocht. Het maakt allemaal deel uit van een image building die de olie uitvoerende landen een ander beeld moeten geven dan dat van rijke islamitische luxestaten die enorme inkomsten puren uit hun kostbare ondergrond. En … het is tevens een vorm van speculatieve beleggingen. De koninklijke Qatar familie heeft op alle domeinen en in alle landen geïnvesteerd. Het grootwarenhuis Harrods in Londen, de voetbalclub Paris Saint-Germain en de voorbereidende organisatie van de World Cup in 2022 zijn maar enkele voorbeelden van beleggingen die vroeg of laat zullen renderen.

Wat de kunstwerken betreft is het uiteraard een gok, stel dat ze gekocht werden als investering en de kunstbeurzen kraken ! Maar dat schijnt wel niet zo te zijn want sjeika Al-Mayassa (30 jaar, gehuwd en moeder van drie zonen) wordt als uiterst intelligent beschreven en heeft, in akkoord met haar broer, de emir, bewust gekozen voor kunst en cultuur. Het zijn nochtans niet haar antecedenten want ze studeerde met succes af in politieke geschiedenis en literatuur aan de Duke university in Durham (North Carolina). Later behaalde ze nog een graad aan de universiteit van Parijs en het Institut d’Etudes Politiques de Paris. Een echte opleiding voor kunstgeschiedenis of aanverwante vakken kreeg ze dus niet. Ze was wel actief in allerlei socio-politieke organisaties en NGO’s. Maar in de kunst- en cultuurwereld heeft ze nu blijkbaar haar grote interesse gevonden. Het moet natuurlijk leuk zijn om over ongebreidelde geldsommen te beschikken om kunst aan te kopen en een infrastructuur op poten te zetten waar die kunst terecht komt. Want prinses Al-Mayassa ligt ook aan de basis van gigantische architectuurprojecten.

Al enkele jaren wordt door de Qatar overheid gebouwd aan drie hoogstaande musea in de hoofdstad Doha. De respectievelijke architecten zijn hors concours, Jean Nouvel, I.M. Pei, Jean-François Bodin en het Zwitsers bureau Herzog & de Meuron die werden aangetrokken voor respectievelijk een Nationaal Museum van Qatar, het museum voor Islamitische kunst en MATHAF, het Arabisch museum voor Moderne Kunst, dat zich zal focussen op regionale kunst en kunstenaars. De omvangrijke verzameling westerse moderne en actuele kunst die al samengebracht werd en nu gestockeerd is zal later een onderkomen vinden in een te ontwerpen nieuw museum voor actuele kunst. Al die instellingen ressorteren onder de Qatar Museums Authority waarvan de sheika voorzitter is en vanuit die functie werd ze door het kunsttijdschrift Artreview verkozen tot de machtigste figuur in de kunstwereld en sprong zo over de galerist David Zwirner, Iwan Wirth, Larry Gagosian en de directeur van de Tate Modern. De uitgever van Artreview, Mark Rapport, zegde dat de cijfers in de lijst voor zich spreken en dan heeft hij het over een geschat jaarlijks besteed bedrag van 600 miljoen pond sterling gedurende de laatste acht jaar. Het is een symptomatische trend, beweert hij, dat er iemand bestaat die westerse kunst aankoopt om het te importeren naar, zeg maar, het midden van de woestijn.

Maar daar stopt het verhaal niet. In oktober vorig jaar onthulde Al-Mayassa veertien monumentale bronzen beelden van Damien Hirst “The Miraculous Journey” tegenover een medisch centrum voor vrouwen en kinderen buiten het centrum van Doha. Gelijklopend met dit evenement organiseerde ze een retrospectieve van Hirsts’ werk in de Al Riwacq tentoonstellingshal. Na de sluiting van deze expo waren zowat 30.000 bezoekers geteld waaronder duizenden schoolkinderen. Voor haar project Kunst in de Stad werden beelden geplaatst van Louise Bourgeois, Richard Serra en Suboth Gupta. Het is van groot belang, zegde ze kortgeleden, dat jonge mensen kunnen ervaren wat er op dit ogenblik in de kunst gebeurt. En dat is ook nuttig voor de kinderen waarvoor ze een kunstinitiatie voorziet in de openbare scholen en waarmee volgend schooljaar zal begonnen worden.

Ook in de golfstaten Abu Dhabi en Dubai wordt geijverd om als culturele hoofdsteden beschouwd te worden en zij werken daarvoor samen met het Louvre enerzijds en het Guggenheim anderzijds. Qatar echter vliegt op eigen vleugels. In een zeldzaam interview vertelde de sjeika Al Mayassa “dat kunst een heel belangrijk element zal vormen van onze nationale identiteit”. En in een ander gesprek poneerde ze “dat kunstinstellingen een uitdaging moeten worden om de vooringenomenheid van het westen ten opzichte van de moslimmaatschappij weg te nemen”. Ze citeerde haar vader, de voormalige sjeik, die zegde dat “om vrede te kennen we eerst respect moeten tonen voor andere culturen. De westerse wereld begrijpt niet altijd het Midden-Oosten want het zit nog altijd met Bin Laden in zijn hoofd”.

Kunsthandels of veilingen bezoekt ze niet. Ze behoort niet tot de upper-ten in de kunstwereld die aanschurrken bij de gezaghebbende galeristen. Ze heeft haar informanten en vertrouwelingen die mede haar keuzes bepalen. Het zijn oudgedienden van het prestigieuze veilinghuis Christie’s, Guy.Bennett, een voormalig hoofd van de afdeling Impressionisme en moderne kunst, Edward Dolman de vroegere voorzitter van de Raad van Bestuur en Jean-Paul Engelen, ook een veteraan uit hetzelfde huis. Meestal kopen zij niet zelf maar via tussenpersonen zodat de nieuwe eigenaar(s) niet getraceerd kunnen worden. Je zou kunnen denken dat andere musea in de wereld gefrustreerd zouden zijn omdat belangrijke kunstwerken aan hun neus voorbijgaan. Dat is niet zo zegt Glenn D. Lowry, de directeur van het Museum of Modern Art (MOMA), We beschikken ten eerste niet over dergelijke aankoopbedragen en alhoewel een aantal werken onze verzameling vollediger zouden maken is er een positieve keerzijde aan het verhaal. Indien werk van Rothko, De Kooning of Kline of andere belangrijke kunstenaars ons ontsnappen en een plaats vinden in Moskou, Qatar of Shanghai is dat niet alleen maar negatief. Op die manier wordt de Amerikaanse cultuur uitgedragen en bewijst ze haar belangrijkheid en dat is ook van betekenis.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content