
Voortdurende crisis in Haïti: internationale gemeenschap slaat mea culpa
In een ongemeend scherpe verklaring slaagt de Organisatie van Amerikaanse Staten (OAS) mea culpa over de voortdurende crisis in het Caribische land Haïti.
De multilaterale organisatie steekt de hand mede in eigen boezem. ‘De institutionele crisis die Haïti doormaakt, is een direct resultaat van acties veroorzaakt door binnenlandse krachten en die van de internationale gemeenschap.’
In de tweede en daaropvolgende paragrafen verdwijnen de referenties naar de ‘binnenlandse krachten’: ‘de internationale aanwezigheid van de afgelopen twintig jaar hebben, in verschillende combinaties van vredehandhaving en humanitaire missies, bijgedragen tot één van de ergste mislukkingen binnen het kader van internationale samenwerking’.
‘Nadien, geconfronteerd met haar eigen mislukking, verkoos de internationale gemeenschap Haïti te verlaten, waarop het land ten prooi viel aan chaos, vernieling en geweld’, gaat het verder op hetzelfde, scherpe elan.
De OAS roept op tot dialoog om de politieke krachten te verenigen. Daarnaast moeten er transparante verkiezingen komen, en moet er werk worden gemaakt van een veiligheidskader. Bovendien, zo stelt de OAS in de verklaring, moet de Haïtiaanse grondwet herschreven worden, desgevallend met de steun van buitenlandse partners.
Voortdurende crisis
De eilandnatie bevindt zich sociaal, politiek en economisch in een doodlopende straatje sinds de voormalige president Jovenel Mooïse in juli vorig jaar werd doodgeschoten door een Colombiaans moordcommando.
Moïse’s opvolger, de onverkozen Ariel Henry, kreeg de steun van de Verenigde Staten, Canada en van voormalige kolonisator Frankrijk. Die steun vertaalt zich niet naar de eigen bevolking – Henry is mateloos impopulair onder de Haïtianen.
Maar de politieke impasse is niet de enige crisis waar Haïti mee af te rekenen krijgt. Nietsontziende geweldsspiralen houden het land al minstens tien jaar in een wurggreep. Vorige maand stierven nog meer dan 230 mensen in bendegerelateerd geweld in ’s lands hoofdstad Port-au-Prince.
Want Henry mag dan als president officieel de touwtjes in handen, de echte macht, zo stelt BBC, ligt bij een straatbandiet die Jimmy Cherizier heet, beter bekend onder zijn nom de guerre ‘Barbecue’. Diens organisatie G-9 An Fanmi (G9 en familie in het Creools) zaait sinds 2020 terreur in de hoofdstad Port-au-Prince. Een andere beruchte bende heet 400 Mawozo, onder leiding van Joly Germine, alias Yonyon.
Beide bendes profiteren van het totale vacuüm waarin de Haïtiaanse maatschappij in terecht is gekomen. In hun turfoorlogen die draaien rond kidnappings en drugs vallen regelmatig burgerslachtoffers – niet zelden tientallen tegelijk.
Tering naar de nering
Op het statement van de OAS reageerden verschillende journalisten en analisten. In de Amerikaanse krant The Nation schreef journaliste Amy Wilentz dat ‘mocht ooit een bekentenis zou moeten leiden tot een strenge straf, laat het dan deze zijn’. ‘Het beeld doemt op van Nürnberg-rechtbanken, als je denkt aan alle Haïtianen die gestorven zijn door bendegeweld, het gebrek aan huizen, gezondheidszorg en hygiëne – allemaal zaken die beloofd zijn geweest door de internationale gemeenschap maar nooit zijn afgeleverd.’
Herstelbetalingen
Haïti werd in 1804 het eerste Latijns-Amerikaanse land dat de onafhankelijkheid uitriep, na een opstand waarin de voormalige slaven onder leiding van generaal Toussaint Louverture de legers van Napoleon versloegen.
De voormalige kolonisator ging schoorvoetend akkoord met de Haïtiaanse onafhankelijkheid, op voorwaarde dat de nieuwbakken natie stelselmatige betalingen zou uitvoeren aan Frankrijk, als ‘compensatie’ voor het verlies van hun winstgevende kolonie. Economen hebben berekend dat de ‘compensatie’ die Haïti zijn voormalig onderdrukker uiteindelijk betaalde zou neerkomen op 33 miljard hedendaagse dollars. Het duurde tot 1947 eer Haïti de betaling had ingelost.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier