Dertig jaar na de val van de Muur zijn Oost en West in Europa nog steeds niet verenigd. Daar spint het populisme garen bij.
Aan de vooravond van de dertigste verjaardag van de val van de Muur in Berlijn had de BBC een gesprekje met de inmiddels 88-jarige en zwaar zieke Mikhaïl Gorbatsjov. De laatste Sovjetleider ziet vanaf zijn ziekbed met lede ogen aan hoe de nucleaire akkoorden tussen Oost en West, waar hij in de jaren tachtig mee voor tekende, worden teruggedraaid. Het Westen en Rusland moeten opnieuw leren om met elkaar te praten, vindt een sombere Gorbatsjov. Maar zolang Vladimir Poetin de democratie in de Europese Unie ondermijnt met geld voor extreemrechtse partijen en met internetacties allerhande is dat niet vanzelfsprekend.
Ook daarom verliep de herdenking van de gebeurtenissen van 1989 vorig weekend toch in mineur. Dat heeft met Rusland te maken, maar ook met een gevoel van onvrede in veel landen in het voormalige Oostblok, die ondertussen toch allemaal lid zijn van de Europese Unie en de NAVO. Hoge verwachtingen werden na 1989 niet of niet snel genoeg gerealiseerd. Tegelijk gaf het Westen na de val van het communisme ook blijk van hybris. Zo zorgde de overmoedige aanpak van het privatiseringsagentschap Treuhand, dat het voormalige Oost-Duitsland de weg naar de markteconomie moest wijzen, voor veel werkloosheid en onbegrip.
Voor Mikhaïl Gorbatsjov is de sfeer van de Koude Oorlog terug.
Cijfers leren dat er in het oosten van Duitsland stappen zijn gezet, maar dat de kloof met het voormalige West-Duitsland onmiskenbaar groot blijft. Frustratie daarover leidde de voorbije maanden bij regionale verkiezingen tot de spectaculaire opmars van de extreemrechtse partij Alternative für Deutschland. Zeker sinds de migratiecrisis van 2015 roepen vooral jongeren daar dat zij nu maar eerst een keer in Duitsland moeten worden geïntegreerd. Een meerderheid van de Oost-Duitsers voelt zich nog altijd eerst Ossi en dan pas Duitser.
Het gevoel dat Brussel hen anders aanpakt dan West-Europese lidstaten speelt populisten in Oost-Europa in de kaart. Zeker in Hongarije en Tsjechië voeren leiders zelfs een anti-Europees discours. De Hongaarse premier en Poetinvriend Viktor Orban keert met zijn ‘illiberale’ democratie Europa bijna letterlijk de rug toe. Tegelijk schuiven Orban en de zijnen het geld uit Europese fondsen graag naar elkaar door. Voor Mikhaïl Gorbatsjov is de sfeer van de Koude Oorlog terug. Angela Merkel weet dat de val van de Muur niet voor iedereen een zegen was. ‘Het leven in Oost-Europa werd vrijer, maar daarom niet gemakkelijker.’ In werkelijkheid betekende 1989 niet het einde van de geschiedenis, zoals Francis Fukuyama dacht, maar begon er gewoon een ander verhaal.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier