Indonesië heeft nog ongeveer 72 uur de tijd om 53 bemanningsleden van een vermiste onderzeeër van de marine te redden voordat ze zonder zuurstof komen te zitten. Dat stelt de marine.
De KRI Nanggala-402 verdween woensdagochtend op ongeveer 100 kilometer van de kust van Bali tijdens een militaire oefening. Er is een grote zoekactie opgezet, waar zes oorlogsschepen, een helikopter en vierhonderden mensen aan deelnemen.
Het gaat onder meer om vaartuigen met sonarapparatuur. Die gebruiken geluid om voorwerpen te detecteren. Singapore en Maleisië hebben al schepen ter beschikking gesteld en ook de VS, Australië, Frankrijk en Duitsland hebben hulp aangeboden. De onderzeeër van Duitse makelij is gebouwd voor een diepte van 200 tot 250 meter. De onderzeeër had toestemming gevraagd om te duiken en daarna ging het contact verloren.
Gelekte olie
De Indonesische marine vermoedt dat de vermiste duikboot met 53 mensen aan boord op een diepte van 600 tot 700 meter ligt. Als ze dus inderdaad op 700 meter ligt, mogelijk op de bodem van het de zee, zou dat gevaarlijk zijn voor de bemanning.
Het vaartuig zou op deze diepte kunnen zijn gekomen door een stroomstoring tijdens het duiken, waardoor controle over de duikboot zou zijn verloren en de boot begon te zinken. Later is gelekte olie gevonden en dat wijst op mogelijke schade aan boord. De zoekactie richt zich op het gebied waar de olie is gevonden.