Verkiezingen in Spanje: afrekenen met spoken uit het verleden

Pablo Casado, de nieuwe leider van Partido Popular. © iStock

Spanje kiest op 28 april een nieuw parlement. De campagne wordt gekleurd door een opbod aan nationalisme en een koers naar rechts.

Hoewel in Spanje op 26 mei tegelijk met de Europese ook lokale en regionale verkiezingen worden gehouden, kiest het land toch eerst nog een nieuw parlement. De minderheidsregering van de sociaaldemocraat Pedro Sánchez viel in februari, nadat haar ontwerpbegroting geen meerderheid had gevonden. Sánchez verloor toen de steun van de Catalaanse separatisten, ook omdat net die week in Madrid het proces tegen enkele van de Catalaanse leiders begon. Die worden na het referendum over onafhankelijkheid eind 2017 onder meer van rebellie beschuldigd. Sánchez volgde zelf acht maanden eerder Mariano Rajoy van de christendemocratische Partido Popular (PP) op na een vertrouwensstemming. Rajoy kwam niet helemaal brandschoon uit corruptieprocessen tegen toplui van zijn partij.

Deze parlementsverkiezingen zijn de derde in goed vier jaar tijd en de kans is klein dat ze tot een stabiele meerderheid leiden.

Deze parlementsverkiezingen zijn de derde in goed vier jaar tijd en de kans is klein dat ze tot een stabiele meerderheid leiden. Ook in Spanje kalft de aanhang van de traditionele partijen af. Tekenend is de recente, spectaculaire opmars van het extreemrechtse, oerconservatieve Vox. Uit schrik om meer kiezers aan Vox te verliezen, maakte de Partido Popular onder haar nieuwe leider Pablo Casado een scherpe bocht naar rechts. De Spaanse christendemocraten richten zich nu meer op de koers van de Oostenrijker Sebastian Kurz dan op die van de Duitse Angela Merkel. De van oorsprong liberale partij Ciudadanos kan ondertussen ook meer als rechts dan als centrumrechts worden omschreven.

Zo blijft de PSOE van Sánchez nog als enige gematigde partij over in het centrum van het politieke landschap. Ze haalt straks wellicht de meeste zetels, maar haar winst zal lang niet groot genoeg zijn voor een meerderheid in het parlement. Een coalitie van de PSOE met Ciudadanos is moeilijk omdat de twee partijen fundamenteel anders naar de Catalaanse crisis kijken: de PSOE wil met de Catalanen praten, terwijl Ciudadanos de regio radicaal vanuit Madrid wil besturen. Een rechtse coalitie van de PP met Ciudadanos en Vox, zoals recent in Andalusië, zou Madrid op weg zetten naar een regelrechte confrontatie met Barcelona.

Het lijkt er zo steeds meer op dat de Catalaanse separatisten met Sánchez een kans misten om door overleg uit de impasse te komen waarin het land na het referendum is beland. Alsof Spanje geen andere problemen heeft, maakte het Catalaanse nationalisme een Spaans nationalisme wakker, waarmee op dit moment geen gesprek mogelijk lijkt. Zo moet Spanje, bijna een halve eeuw na de dood van Francisco Franco, toch weer afrekenen met de spoken uit zijn verleden.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content