
Venezuela krijgt mazelenepidemie maar niet onder controle
De mazelen blijven zich verspreiden in Venezuela. De huidige maatregelen kunnen de twee jaar oude epidemie niet bedwingen. Dat blijkt uit een analyse van Venezolaanse experts. Meer vaccinatie is nodig, zeggen ze.
Dit jaar zijn er al 140 bevestigde gevallen van mazelen in Venezuela. Daarmee voert het de lijst aan van Zuid-Amerikaanse landen met het hoogste aantal autochtone gevallen van de ziekte. Venezuela is goed voor 52 procent van het totale aantal gevallen in Zuid-Amerika, Colombia voor 36 procent (87 gevallen) en Brazilië voor 11 procent (29 gevallen).
Niet langer mazelenvrij
In deze drie landen circuleert hetzelfde genotype en genus van het virus dat werd gedetecteerd bij de uitbraak die twee jaar geleden in Venezuela begon. ‘Nu zijn er drie landen die de status van mazelenvrij gebied verliezen’, aldus een nieuw rapport van de Venezolaanse Vereniging voor Volksgezondheid en het netwerk Verdedig de Nationale Epidemiologie, dat de Venezolaanse epidemiologen verenigt.
In twaalf Zuid-Amerikaanse landen zijn gevallen van mazelen gesignaleerd, maar in de andere negen landen gaat het om geïmporteerde gevallen, vaak afkomstig van buiten de regio en geassocieerd met andere genotypen.
De nieuwe analyse in Venezuela houdt rekening met de meest recente Epidemiologische Update, die de Pan-Amerikaanse Gezondheidsorganisatie op 18 april heeft gepubliceerd, en bevat ook gegevens van een Unicef-rapport van 1 maart.
Vier keer meer dan Brazilië
Venezuela kende vorig jaar 4916 bevestigde gevallen en stond daarmee wereldwijd op de vijfde plaats van landen die gevallen hebben gemeld, na Oekraïne, de Filippijnen, Brazilië en Jemen.
Maar de incidentie van de ziekte is de grootste van het continent: met 196 gevallen per miljoen inwoners komen mazelen in Venezuela vier keer vaker voor dan in Brazilië, waar 49 gevallen per miljoen inwoners waren.Het land staat ook op de eerste plaats in de rangschikking van sterfgevallen als gevolg van de ziekte. In 2018 en 2019 vielen er 136 doden door mazelen. Brazilië volgt met 12 doden.
13 miljoen vaccins
Het rapport erkent dat er pogingen zijn ondernomen om de epidemie te beheersen, waaronder een massale vaccinatie van de bevolking. Het land verkreeg daarvoor bijna 13 miljoen vaccins van een fonds van de Pan-Amerikaanse Gezondheidsorganisatie.
Dat ‘heeft een substantiële vermindering van het aantal gevallen mogelijk gemaakt, en is gerelateerd aan een neerwaartse trend van de epidemie’. Maar nog steeds duiken nieuwe gevallen op ‘in 14 federale entiteiten in het laatste kwartaal van 2018 en 10 federale entiteiten in het eerste kwartaal van 2019.’
Vaccinatie volstaat niet
Voor de voorzitter van de Venezolaanse Vereniging voor Pediatrie, Huníades Urbina, wijzen die nieuwe gevallen erop dat vaccinatie niet volstaat. ‘Men bereikt niet alle bevolkingsgroepen die men zou moeten bereiken.’
In haar rapport toont ook de Venezolaanse Vereniging voor Volksgezondheid zich voorstander van een totale vaccinatie van de vatbare bevolkingsgroepen. ‘Zover is men nog niet, vooral niet in de grensgemeenten, waar de bevolking verspreid woont en de toegankelijkheid moeilijk is.’
Het moeilijk is om te weten te komen wat de dekkingsgraad is van de vaccinatie in Venezuela, omdat de overheid al enkele jaren geen officiële cijfers meer geeft, en alleen gedeeltelijke cijfers van internationale organisaties bekend zijn, zegt Marianella Herrera, voorzitter van het Venezolaanse Gezondheidsobservatorium en onderzoeker van het Centrum voor Ontwikkelingsstudies van de Centrale Universiteit van Venezuela.
Niet goed uitgevoerd
‘Er is wantrouwen bij de uitvoering van de vaccinatieprogramma’s omdat ze in het verleden niet goed zijn uitgevoerd’, zegt ze. ‘Hoe is deze mazelenepidemie ontstaan? Doordat de vaccinatieprotocollen en de controle van gezonde kinderen verwaarloosd zijn.’
Het vaccinatieschema van de Venezolaanse Vereniging voor Pediatrie geeft aan dat kinderen de eerste dosis van het mazelenvaccin moeten krijgen na 12 maanden en de tweede dosis tussen 18 en 24 maanden. Volgens Unicef bedroeg de dekking van de eerste dosis 92 procent in 2015, 88 procent in 2016 en 96 procent in 2017, maar de tweede dosis, noodzakelijk om de bescherming te garanderen, lag in die drie jaar niet hoger dan 59 procent.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier