De handelsoorlog van de regering-Trump met China dreigt volledig uit de hand te lopen nu de Verenigde Staten de invoerheffingen op Chinese producten hebben opgetrokken tot 125 procent. Chinese functionarissen zweren te ‘vechten tot het einde’. Volgens The Economist is het niet ondenkbaar dat president Xi Jinping de Chinese economie volledig van de Amerikaanse loskoppelt.
De handelsoorlog escaleert – en snel. Op 8 april beloofden Chinese functionarissen ‘tot het einde te vechten’ als reactie op nieuwe dreigementen die de Amerikaanse president Donald Trump enkele uren daarvoor had geuit. Eerder hadden ze al beloofd de Amerikaanse tarieven van 34 procent te evenaren. Met die verhoging zouden de Chinese invoerheffingen op Amerikaanse producten oplopen tot 70 procent. Later diezelfde dag bevestigde het Witte Huis dat het op dat manoeuvre reageerde met invoertarieven van 104 procent op Chinese goederen vanaf 9 april.
‘Fout boven op een fout’
Er is weinig dat een loskoppeling van ‘s werelds twee grootste economieën nog kan voorkomen. Hoewel niet volledig duidelijk is wat Trump wil bereiken met de grootste verstoring van de wereldhandel in de moderne geschiedenis, lijkt hij minder dan ooit geïnteresseerd in een deal met China.
Alle onderhandelingen zouden worden beëindigd als China een heffing van 34 procent oplegde, verklaarde hij toen hij de nieuwste maatregelen aankondigde op zijn socialemediaplatform Truth Social. Chinese functionarissen noemen dit een ‘fout boven op een fout’ en sluiten gesprekken niet uit, maar hun harde reactie lijkt die mogelijkheid voorlopig in de weg te staan.
Tesla, het EV-bedrijf van Trump-adviseur Elon Musk, is kwetsbaar voor tegenmaatregelen, aangezien het ongeveer een vijfde van zijn omzet in China draait.
Tot de recente escalatie had China snel maar voorzichtig gereageerd op Trumps invoerheffingen. Chinese functionarissen wilden laten zien dat ze zich niet lieten intimideren, maar kozen hun momenten zorgvuldig om zelfbeschadiging en verdere escalatie te vermijden. Zo hoopten ze een opening te creëren voor soepeler onderhandelingen op een later moment. Die piste lijken ze nu verlaten te hebben.
Een mogelijke reden voor die koerswijziging is dat het Chinese leiderschap het gevoel heeft dat het de handelsoorlog kan winnen. Trump wil veel van zijn geopolitieke rivaal: de instroom van fentanyl-precursoren tegengaan en hulp bij de beëindiging van de oorlog in Oekraïne. De Amerikaanse president heeft ook aangegeven dat hij niet verantwoordelijk wil zijn voor een verbod op TikTok, een Chinese shortvideo-app die populair is onder jonge Amerikanen.
Tesla, het EV-bedrijf van Trump-adviseur Elon Musk, is kwetsbaar voor tegenmaatregelen, aangezien het ongeveer een vijfde van zijn omzet in China draait. ‘Daarmee kan China enorm veel druk uitoefenen op de Amerikaanse overheid, tenzij die aan Musk vraagt op te stappen’, zegt Alicia Garcia Herrero van de Franse bank Natixis.
Wachten op inflatie
China denkt misschien ook dat Amerika het effect van de invoerheffingen – inflatie en economische onrust – niet aankan. In plaats van ‘tot het einde te vechten’ zouden ze slechts hoeven door te vechten tot de consumentenprijzen in de VS beginnen te stijgen of de werkgelegenheid er begint te dalen. Volgens Chinese hoge adviseurs, overheidsanalisten en economen zou dat de eenvoudigste manier zijn om Trump weer aan tafel te krijgen.
Sommigen overwegen zelfs om de situatie nog erger te maken, bijvoorbeeld door de yuan te versterken. Maar dat zou een gewaagde zet zijn: tegen de tijd dat de inflatie in de VS stijgt, zou de Chinese industrie al zwaar lijden.
Leidt Trumps tarievenoorlog tot nieuwe Grote Depressie? ‘De schok is groter, maar er is hoop’
Ondersteuningsmaatregelen
Een escalerende handelsoorlog betekent dat president Xi Jinping meer zal moeten doen om de Chinese economie te ondersteunen. Die zou een schok kunnen teweegbrengen die vergelijkbaar is met die van de wereldwijde financiële crisis van 2007-2009. Die gaf toen aanleiding tot een stimuleringspakket van 4 biljoen yuan (535 miljard euro).
Xi’s plaatsvervanger, Li Qiang, verklaarde in maart dat het land zich voorbereidde op ‘externe schokken die groter zijn dan verwacht’ en bereid was om beleidsmaatregelen te treffen die economische stabiliteit garanderen.
Wat dit in de praktijk betekent, blijft onduidelijk. De staatskrant People’s Daily schreef op 6 april dat verlagingen van de rente en de bankreserveratio er op elk moment kunnen komen. Daarnaast zou aan lokale overheden worden gevraagd exporteurs te helpen nieuwe afnemers te vinden in binnenlandse en niet-Amerikaanse markten. Soochow Securities, een Chinese broker, suggereerde dat China de tarieven voor de rest van de wereld zou kunnen verlagen en tegelijkertijd de exportsubsidies verhogen.
Volgens de investeringsbank Macquarie zal het eerst slechter worden voordat het beter wordt.
Terwijl markten wereldwijd schommelden, greep China snel in. Op 7 en 8 april kochten staatsbedrijven aandelen op de Chinese markt. Dankzij die steun steeg de CSI 300-index van de beurs van Shanghai op 8 april met 1,7 procentpunt. Maar economen vrezen dat stimuleringsmaatregelen voor de reële economie er veel trager zullen komen – gefragmenteerd, reactief en met resultaten die pas zichtbaar zijn na een scherpe groeivertraging. Volgens Larry Hu van de investeringsbank Macquarie zal het eerst slechter worden voordat het beter wordt.
De man met het tarievenplan: hoe Donald Trump met invoerheffingen de wereldorde wil hertekenen
Loskoppelen van de economie?
Xi zal ook moeten overwegen of hij bereid is de Chinese economie volledig los te koppelen van de Amerikaanse. Hoewel China al werkt aan technologische zelfredzaamheid, heeft het dat idee grotendeels verworpen, omdat het wordt gezien als een manier waarop het Westen China kan straffen. Nu groeit echter de steun voor een loskoppeling.
China zou de import van Amerikaans gevogelte en andere landbouwproducten kunnen verbieden. Die komen voornamelijk uit Republikeinse staten.
Een lijstje met voorgestelde tegenmaatregelen dat op 8 april online werd gedeeld door invloedrijke commentatoren, suggereert dat China overweegt om alle samenwerking met de VS op het gebied van fentanyl stop te zetten. Een andere optie is een verbod op de import van Amerikaans gevogelte en andere landbouwproducten, zoals sojabonen en sorghum, die voornamelijk uit Republikeinse staten komen.
China zou ook beperkingen kunnen opleggen aan Amerikaanse dienstverleners – een sector waarin de VS nog een handelsoverschot hebben. Denk aan beperkingen op Amerikaanse consultancybedrijven en advocatenkantoren die nog actief zijn in het land.
China kan ook intellectuele eigendom van Amerikaanse bedrijven onder de loep nemen. Volgens een invloedrijke blogger zouden die rechten buitensporige winsten opleveren. Diezelfde blogger stelt dat het succes van de Chinese animatiefilm Ne Zha 2 en de slechte prestaties van Sneeuwwitje in de VS een argument vormen om de import van Amerikaanse films te beperken of zelfs volledig te verbieden.
Als ‘vechten tot het einde’ betekent dat China elke nieuwe Amerikaanse tariefmaatregel zal beantwoorden, dan zal Xi uiteindelijk zijn economie moeten loskoppelen van de Amerikaanse.
Trumps tarieven treffen ook België: hoe hard voelen we de klap?