Net voor de start van het EK voetbal is in Frankijk een zware aanslag verhinderd. Dat heeft de Franse premier Manuel Valls gezegd nadat hij in zijn ambtswoning een stand van zaken had gegeven over de aanslag in Nice. Eerder op de dag was Valls op een herdenking voor de slachtoffers uitgejouwd en werd zijn ontslag geëist.
Door te verwijzen naar die aanslag, ‘die zeer dodelijk geweest kon zijn, wilde premier Manuel Valls de efficiëntie van de noodtoestand aantonen.
Die noodtoestand zou eind juli opgeheven worden, maar de regering wil die na Nice met nog eens drie maanden verlengen. Het Franse parlement bespreekt die nieuwe verlenging later deze week.
Uitgejouwd
Valls had eerder op de dag een herdenking van de 84 dodelijke slachtoffers van de aanslag van donderdag 14 juli (le quatorze juillet) in Nice bijgewoond. Bij zijn aankomst en vertrek werd de premier uitgejouwd en werd zijn ontslag geëist. Ook andere regeringsafgevaardigden werden op boegeroep onthaald. De brandweer en hulpdiensten werden dan weer bedacht met applaus.
Na de nieuwe aanslag wordt in Frankrijk weer hevig gedebatteerd of de autoriteiten voldoende hebben ondernomen om de bevolking te beschermen tegen terreuraanvallen. Het afgelopen jaar was het land al herhaaldelijk het doelwit van moordende aanslagen.
Oud-president Nicolas Sarkozy beschuldigde de regering van laksheid in de strijd tegen terrorisme. ‘Ik durf zeggen dat niet alles gedaan werd wat in de voorbije 18 maanden (sinds de aanslag op de redactie van het satirisch weekblad Charlie Hebdo) gedaan had moeten worden’, zei Sarko zondagavond in een interview op de televisiezender TF1. De partijleider van de conservatieve Republikeinen eiste onder andere een beter toezicht op mensen die als geradicaliseerd worden beschouwd.
Valls en minister van Binnenlandse Zaken Bernard Cazeneuve menen echter dat tot dusver nog geen enkele regering zoveel heeft gedaan voor de strijd tegen het terrorisme als de huidige. Sinds 2013 zijn in Frankrijk zestien aanslagen verijdeld. (KVDA)
