Het Turkse leger heeft donderdagavond Koerdische doelwitten in het noorden van Syrië beschoten met artilleriegranaten. Volgens het staatspersagentschap Anadolu openden de Turkse strijdkrachten het vuur op de Koerdische militie YPG.
Bronnen binnen de geheime diensten verklaarden dat YPG zich niet had teruggetrokken naar de oostelijke oever van de Eufraat zoals Ankara en Washington hadden gevraagd, maar extra terrein probeerde te winnen.
Turkije had verklaard dat het zijn offensief in Noord-Syrië zou voortzetten zolang de Koerden zich niet teruggetrokken hadden. Ankara wil zo verhinderen dat de Koerden in Syrië hun macht uitbreiden en meer autonomie krijgen.
Volgens Anadolu zou YPG zeven dorpen op de westelijke oever van de Eufraat hebben ingenomen. De Turkse aanval gebeurde nadat Turkije voor de tweede dag op rij tanks naar het Syrisch grondgebied had gestuurd – een offensief dat tegen Islamitische Staat is gericht, maar dat ook de bedoeling heeft de winst van de Koerden te stoppen.
Aanval op Raqqa
Volgens persagentschap Anadolu heeft de Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken John Kerry zijn collega Mevlüt Cavusoglu via de telefoon verzekerd dat de verplaatsing van de Koerdische organisatie, die door de VS wordt gesteund, aan de gang is. De woordvoerder van de internationale coalitie tegen terreurgroep Islamitische Staat verklaarde nog dat een groot deel van de Syrische Democratische Krachten, de verenigde milities in Syrië, zich ten oosten van de Eufraat hebben teruggetrokken en zich nu concentreren op een aanval tegen Raqqa. Enkele eenheden zijn echter teruggekeerd om valstrikken op te zetten en om te verzekeren dat er geen slapende cellen zijn van terreurgroep IS. YPG is een van de belangrijkste bondgenoten van de door de VS geleide internationale coalitie tegen IS.
(Belga/RR)
