Topeconoom Gabriel Zucman: ‘We moeten miljardairs opnieuw de democratie binnenloodsen’

Gabriel Zucman © PHOTOPQR/LA PROVENCE/MAXPPP
Thierry Denoël
Thierry Denoël Journalist Le Vif/L'Express

De Franse econoom Gabriel Zucman verdeelt la République. Maar ook buiten zijn thuisland zorgt zijn voorstel voor een minimumbelasting van 2 procent op de grootste vermogens voor polarisatie. ‘Ik haat de rijken niet. Wat mij interesseert, is wat ze bijdragen.’

Gabriel Zucman, de Franse econoom die miljardairs wil belasten, is de pleitbezorger van fiscale rechtvaardigheid. En niet alleen in Frankrijk. Zijn voorstel om een minimale vermogensbelasting van 2 procent in te voeren op fortuinen boven de 100 miljoen euro vindt overal ter wereld weerklank.

De baas van het EU Tax Observatory, dat de Europese Unie adviseert over de bestrijding van belastingontwijking door multinationals, vond al in 2018 gehoor bij de Amerikaanse Democraten, en werd vorig jaar door de Braziliaanse president Lula da Silva uitgenodigd om zijn ideeën aan de ministers van Financiën van de G20 toe te lichten. Met die internationale geloofsbrieven op zak richtte Zucman zich vervolgens op zijn eigen land, Frankrijk, waar hij in 2023 terugkeerde nadat hij enkele jaren had gedoceerd aan de Universiteit van Berkeley in Californië.

In Frankrijk, het land van de Revolutie, nam het debat over zijn belasting van 2 procent dit jaar duizelingwekkende proporties aan, met echo’s tot in België, waar Vooruit zijn eigen versie van een miljonairsbelasting presenteerde. Adviseurs van het Elysée spraken zelfs van een ‘Zucman-hype’.

Zijn tegenstanders, met multimiljardair Bernard Arnault op kop, noemen hem een ‘extreemlinkse activist’. Hoewel zijn voorstel op 31 oktober door de Assemblée nationale werd verworpen, blijft hij optimistisch. ‘Het komt er uiteindelijk door, indien niet in 2026, dan wel in 2027’, verzekert hij.

Bent u verrast door de omvang van het debat dat uw voorstel in Frankrijk en elders teweegbrengt?

Gabriel Zucman: Niet echt, want er zijn twee onderliggende trends. Enerzijds is er de explosie van de rijkdom van miljardairs – een opvallend kenmerk van de wereldeconomie van de afgelopen vijftien jaar. Anderzijds zijn er de ernstige studies van de afgelopen vier jaar die aantonen dat miljardairs veel minder belastingen betalen dan andere sociale groepen. Die cocktail zorgt ervoor dat iedereen zich voor dit onderwerp interesseert.

Wat zijn de volgende stappen? U publiceerde onlangs een boek getiteld Miljardairs betalen geen belastingen en daar gaan we een einde aan maken, dat in januari in het Nederlands verschijnt. Dat klinkt als een politiek programma.

Zucman: We gaan er een einde aan maken zoals Frankrijk in 1789 een einde maakte aan de fiscale privileges van de aristocratie, en zoals het in 1914 de progressieve inkomstenbelasting invoerde, net als vele andere landen in de late 19e en vroege 20e eeuw.

De minimumbelasting van 2 procent dient eigenlijk om de inkomstenbelasting te vervolledigen door de miljardairs erin op te nemen, een groep die er vandaag nog altijd aan ontsnapt. En wij, de gewone belastingbetalers, zullen daar als collectief in slagen. Want dit voorstel past in een lange historische beweging van democratische vooruitgang. Dat is de betekenis van de titel: we zullen het halen, in Frankrijk net zo goed als in België of Spanje, waar het debat ook sterk leeft.

Hebt u dan niet de ambitie om zelf in de politiek te stappen?

Zucman: Ik ben nooit aangesloten geweest bij welke partij dan ook, ik ben nooit politiek activist geweest. Ik ben onderzoeker, professor, en dat is mijn passie. Ik hou ervan dingen uit te leggen. Mijn werk over belastingontwijking of fiscale progressiviteit hoort bij het vak van onderzoeker: zorgen dat burgers zich die kennis eigen kunnen maken. Ik heb momenteel geen andere plannen.

Maar waar situeert u zichzelf politiek? Waar komt uw overtuiging over fiscale en sociale rechtvaardigheid vandaan?

Zucman: Zoals veel onderzoekers in de sociale wetenschappen werd ik beïnvloed door de context waarin ik mijn professionele keuzes maakte. In mijn geval was dat de financiële crisis van 2008-2009. Ik was toen 21. Ik probeerde die schok te begrijpen, en zo ontdekte ik in de statistieken van internationale investeringen dat er honderden miljarden via belastingparadijzen worden weggesluisd. De noodzaak om die belastingontwijking te objectiveren, te analyseren en te kwantificeren heeft me enigszins geradicaliseerd, omdat ik besefte hoe omvangrijk ze was geworden.

Een tweede belangrijk element: ik heb lang in de San Francisco Bay Area gewoond. Ik was bijna tien jaar professor aan Berkeley. Dat is een regio waar de ongelijkheid echt extreem is. Aan de ene kant heb je de grootste miljardairs ter wereld, aan de andere kant tienduizenden daklozen. Ik ben me toen gaan verdiepen in die ongelijkheid en begreep dat je verder moet gaan dan vaststellingen en metingen. Je moet oplossingen voorstellen. Niet op een technocratische manier, maar door te tonen welke benaderingen er mogelijk zijn. Op die manier nam mijn onderzoek een wending naar toegepaste economie voor openbare politiek.

© PHOTOPQR/LA PROVENCE/MAXPPP

U bent zelfs tot bij de G20 gegaan om uw voorstel te presenteren. Hoe zit het ondertussen met de discussies binnen de G20?

Zucman: Alles begon vorig jaar, toen de Braziliaanse regering, die destijds voorzitter was van de G20, mij uitnodigde voor een vergadering van de ministers van Financiën. Daar heb ik mijn voorstel voorgelegd van een minimumbelasting van 2 procent op het vermogen van miljardairs. Vervolgens zijn de ministers van verschillende G20-landen dat voorstel beginnen te bestuderen.

De officiële G20-gesprekken staan momenteel wel on hold. Maar een coalition of the willing met landen zoals Zuid-Afrika, Brazilië, Spanje, Colombia en Chili wil er verder aan werken. Internationale fiscale harmonisatie verloopt traag. Zo begon het debat over de minimumbelasting van 15 procent op multinationals in 2015. Het werd pas in 2024 ingevoerd. Ik denk dus dat de 2 procentbelasting opnieuw op tafel komt wanneer de geopolitieke situatie verandert, vooral in de Verenigde Staten.

Uw idee van een 2 procentbelasting is niet nieuw. U werkte er in 2018 al aan met het team van de Amerikaanse Democratische senator Elizabeth Warren. Wat is het verschil met wat u vandaag voorstelt?

Zucman: Ik werkte inderdaad met Warren en vooral met Bernie Sanders aan hun plannen voor een vermogensbelasting. Warren stelde 2 procent voor vanaf 50 miljoen dollar en meer dan 5 procent voor miljardairs. Sanders ging tot 8 procent voor fortuinen vanaf 10 miljard dollar.

‘Die 2 procent is het absolute minimum. Iedereen zou er zich in moeten kunnen vinden.’

Het voorstel van de minimumbelasting is anders: het gaat om een nieuw principe. Extreme rijkdom moet gepaard gaan met een onvermijdelijke bijdrage aan de nationale solidariteit. Net zoals multinationals een minimumbelasting hebben, moeten grote fortuinen die ook hebben. Vermogenden die al meer dan 2 procent betalen, zouden niets extra betalen. Het is minder ambitieus dan wat Sanders of Warren voorstelden. Al vind ik persoonlijk dat we veel verder zouden moeten gaan dan 2 procent. Maar binnen de G20 moest er een haalbaar voorstel komen, waar iedereen zich achter kon scharen. Die 2 procent is het absolute minimum. Iedereen zou er zich in moeten kunnen vinden.

Toch is er veel kritiek. Sommigen noemen uw voorstel demagogisch.

Zucman: Natuurlijk lost het niet alles op. In Frankrijk bedraagt het begrotingstekort 5,4 procent van het bbp. De 2 procentbelasting op fortuinen vanaf 100 miljoen euro zou 0,7 procent opleveren. Dus ja: onvoldoende, maar wel noodzakelijk.

We kunnen geen andere hervormingen realiseren zolang de allerrijksten aan belastingen ontsnappen. De kern van de zaak is dat extreme rijkdom verplichtingen moet meebrengen tegenover de gemeenschap. Je kunt niet buiten de samenleving leven als je extreem rijk bent. Er moet een minimum zijn. Miljardairs moeten opnieuw het domein van de democratie binnengeloodst worden. Vandaag kunnen ze enorme fortuinen vergaren zonder enige vorm van publieke – en zeker fiscale – controle. Het is een kwestie van rechtvaardigheid, van naleving van de fundamentele en grondwettelijke principes van gelijkheid. Het is ook een kwestie van soevereiniteit, want extreme rijkdom betekent altijd extreme invloed op het beleid, het electorale proces, de markten.

Uw tegenstanders, zoals Bernard Arnault of voormalig Eurocommissaris Thierry Breton, trekken zelfs uw academische competenties in twijfel. Uw reactie?

Zucman: Het toont vooral hun nervositeit én de zwakte van hun inhoudelijke argumenten. Als ze sterke tegenargumenten hadden, zouden ze geen verhalen hoeven te verzinnen. Het slaat nergens op.

De krant Le Figaro beschuldigde u ervan uw belastingen in de VS te betalen. Wat klopt daarvan?

Zucman: Een even ridicule beschuldiging. Toen ik in de VS woonde, betaalde ik daar belastingen. En sinds ik drie jaar geleden ben teruggekeerd naar Frankrijk, betaal ik die uiteraard hier. Het zijn slagen onder de gordel, maar zo gaat dat als je voor iets strijdt.

In het begin van de 20e eeuw werd Joseph Caillaux, de toenmalige Franse minister van Financiën en architect van de inkomstenbelasting, jarenlang agressief bejegend – hij kreeg het veel zwaarder te verduren dan ik nu. In 1914 doodde zijn vrouw zelfs Gaston Calmette, de directeur van Le Figaro, als vergelding voor een extreem gewelddadige mediacampagne tegen haar man. Vandaag verloopt het debat gelukkig serener, maar het toont wel aan dat wanneer je de grootste fortuinen raakt, zij zich krachtig organiseren met de middelen waarover ze beschikken – onder meer de media die ze bezitten.

Het debat is extreem gepolariseerd. Het weekblad Le Point had zelfs een cover met de kop ‘De haat tegen de rijken’. Haalt u uw motivatie uit haat?

Zucman: Ik voel absoluut geen haat. Net zoals in alle sociale groepen vind je bij de rijken heel sympathieke en minder sympathieke mensen. Wat mij interesseert is wat ze bijdragen. Laten we ervoor zorgen dat iedereen naar draagkracht bijdraagt. Daarna kan er een ander debat volgen. Moeten we de extreme rijkdom begrenzen? Een vermogensplafond instellen? In democratische samenlevingen is er altijd een spanning tussen democratie en grote rijkdom met de macht die daarbij hoort. Het risico op oligarchie is een klassiek thema, al sinds Aristoteles en de founding fathers van de VS.

© PHOTOPQR/LA PROVENCE/MAXPPP

Kunt u zich beroepen op precedenten?

Zucman: In de VS wilde president Roosevelt een inkomensplafond. In 1942 stelde hij een belasting van 100 procent voor op alle inkomens vanaf 25.000 dollar, wat vandaag ongeveer 2 miljoen dollar zou zijn. Uiteindelijk werd het 91 procent voor de hoogste inkomens, tot 1965. Vandaag kun je perfect verdedigen dat niemand meer dan een miljard euro zou mogen bezitten. Dat maakt geen deel uit van mijn voorstel, maar het debat is legitiem. Zullen we ooit toestaan dat iemand een vermogen van 1000 miljard dollar verzamelt – tien keer meer dan het bbp van de hele wereld – met alle risico’s van extreme concentratie van rijkdom? Of stellen we op een bepaald moment grenzen?

‘Het vermogen van Elon Musk bedraagt 1,5 procent van het Amerikaanse bbp, dat van Bernard Arnault 5 procent van het Franse bbp.’

De oligarchische ontsporingen van de Amerikaanse ‘Big Five’, de technologiebedrijven Alphabet, Apple, Meta, Amazon en Microsoft, zijn welbekend.  Bestaat dat risico ook in Europa?

Zucman: Ja, en het is in Frankrijk minstens even zorgwekkend als in de VS. Rekening houdend met de grootte van de economie zijn de Franse miljardairs zelfs rijker dan de Amerikaanse. Het vermogen van Elon Musk bedraagt 1,5 procent van het Amerikaanse bbp, dat van Bernard Arnault 5 procent van het Franse bbp. De 500 grootste Franse fortuinen vertegenwoordigen samen 42 procent van het Franse bbp. In de VS vertegenwoordigen de 400 grootste fortuinen 22 procent van het Amerikaanse bbp. Dat heeft enorm veel invloed op het economische en politieke leven. Niet alleen ik zeg dat. In november schreef de Financial Times, de Bijbel van het liberalisme, dat Frankrijk, meer dan enig ander West-Europees land, gekenmerkt wordt door de sterke greep die miljardairs er hebben op de politiek en op ideeën en opinies.

‘De 2 procentbelasting zal er uiteindelijk komen. Indien niet in 2026, dan wordt het zeker een belangrijk thema bij de presidentsverkiezingen in 2027.’

Kunt u een voorbeeld geven?

Zucman: We zagen het bij de recente evolutie van het medialandschap en de opkomst van opiniezenders zoals CNews, die ten dienste staan van een zeer rechts ideologisch project. Tachtig procent van de private media is in handen van enkele miljardairs. Dat is een snelle, brutale en zeer verontrustende evolutie die leidt tot een absurde situatie. Enerzijds steunt volgens opiniepeilingen 86 procent van de Fransen de 2 procentbelasting op miljardairs, over alle politieke strekkingen heen. Anderzijds beweren televisiecommentatoren op door miljardairs gefinancierde zenders dat het voorstel ‘gek’ is en Frankrijk zou verzwakken. Die incongruentie tussen de publieke vraag naar fiscale rechtvaardigheid en het medialandschap tast de democratie ernstig aan.

Is dit een soort revanche van de rijken, die vóór de jaren 1980 en de opkomst van het neoliberalisme veel zwaarder belast werden?

Zucman: Ik weet niet of het revanche is, maar veel miljardairs willen zich duidelijk onttrekken aan de nationale solidariteit. Dat risico bestaat in elk land. Lang dachten Amerikanen dat alleen Rusland oligarchen had. En toen Sanders en Warren hun plannen verdedigden, riepen critici dat fortuinen geen invloed hadden op de democratie. We hebben daarna gezien wat er gebeurde toen Elon Musk Twitter kocht en dat platform veranderde in een propagandamachine die een ideologie dient. Het kan overal snel omslaan.

Waar zou u als econoom de opbrengst van uw 2 procentbelasting aan besteden? Wat zijn uw prioriteiten?

Zucman: Vooral aan investeringen in onderwijs, hoger onderwijs, onderzoek, vaardigheden. Dat zijn de echte motoren van economische groei. Europa heeft daar jarenlang te weinig in geïnvesteerd. Europa heeft de VS ingehaald op het vlak van gezondheidszorg. Nu moeten we de VS inhalen op het gebied van onderwijs.

Wat vindt u van het discours van Nobelprijswinnaar Philippe Aghion over groei door innovatie? Volgens hem hangt sociale mobiliteit meer af van innovatie dan van fiscaliteit.

Zucman: Ik ben het eens met wat hij over innovatie zegt. Maar daarvoor moet je investeren in onderwijs en onderzoek. En de politici die dit op tv verkondigen zijn dezelfde die al vijftien jaar lang het budget voor hoger onderwijs en onderzoek uithollen – een daling met 22 procentpunten per student tussen 2012 en 2024. Dat is pure hypocrisie.

‘De productiefste landen zijn nog altijd Frankrijk, België, Duitsland en de Scandinavische landen, landen met de hoogste belastingdruk. Dat is geen toeval.’

Onze competitiviteit hangt af van publieke investeringen in kennis en onderwijs. Dat is altijd al de sleutel geweest tot de economische ontwikkeling van een sociaal-democratisch Europa. De productiefste landen zijn nog altijd Frankrijk, België, Duitsland en de Scandinavische landen, landen met de hoogste belastingdruk. Dat is geen toeval. We moeten dat voordeel versterken om te vermijden dat we het leiderschap aan de Amerikanen en Chinezen moeten afstaan.

Hoe ziet u het debat rond uw voorstel in 2026 evolueren, in Frankrijk en elders?

Zucman: Het voorstel zal onvermijdelijk terugkomen in het politieke debat, want onze openbare financiën zijn er slecht aan toe en de vraag naar fiscale rechtvaardigheid is enorm. De publieke steun is groot. Het zal er uiteindelijk wel doorkomen. En indien het in 2026 niet gebeurt, dan zal het een belangrijk thema zijn bij de presidentsverkiezingen van 2027.

‘Wanneer ik met rechtse politici praat, zeggen zij dat hun eigen electoraat grotendeels voorstander is van mijn voorstel.’

Werkt u nog altijd samen met de Belgische PS en Paul Magnette rond deze thema’s? En hebt u ook contact met de PVDA/PTB?

Zucman: Ik zie Magnette geregeld. Ik steun zijn strijd voor een rijkenbelasting. Met de PVDA/PTB heb ik minder contact. Maar ik praat graag met elke verkozene die oplossingen wil zoeken. Wanneer ik met rechtse politici praat, zeggen zij dat hun eigen electoraat grotendeels voorstander is van mijn voorstel. Maar ze staan onder druk om dat niet publiekelijk te zeggen.

Bio Gabriel Zucman

1986: Geboren in Parijs, Frankrijk.

Introduceerde met de BEPS (base erosion and profit shifting)  een formule om te berekenen welke schade belastingontwijking en -ontduiking de samenleving berokkent.

2008: Master economische beleidsanalyse aan de École des hautes études en sciences sociales in Parijs.

2013: Promoveert onder begeleiding van Thomas Piketty met een proefschrift over de Franse kapitaalvlucht na de invoering van een rijkentaks.

Werkt als assistent-professor economie aan de London School of Economics en de Universiteit van Californië (Berkeley).

2018: Wint prijs voor de beste jonge econoom van Frankrijk.

2020-nu: Stichtend directeur van het EU Taks Observatory.

Sinds 2023: Professor aan de École d’économie de Paris.

Schreef onder meer Belastingparadijzen (2015) en The Triumph of Injustice (2019). Eind januari verschijnt De miljardairs betalen geen belastingen en daar gaan we een einde aan maken in het Nederlands.

Lees meer over:

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Expertise