Syrisch vluchtelingenkamp is vijfde grootste stad van Jordanië

© Reuters

Het aanhoudende geweld in Syrië veroorzaakt een enorme vluchtelingenstroom naar opvangkampen in de buurlanden. Waar het leven onverbiddelijk verder gaat.

De opstand in Syrië tegen het regime van president Bashar al-Assad, die ontstond in 2011, is de afgelopen twee jaar veranderd in een bloedige burgeroorlog. Ruim 4 miljoen burgers zijn hierdoor volledig afhankelijk van humanitaire hulp. Meer dan 3 miljoen Syrische burgers zijn op de vlucht. Waarvan ongeveer twee miljoen in eigen land. 1 miljoen anderen, dat zijn er 8.000 per dag, hebben het land verlaten. Zij trekken naar de buurlanden Turkije, Libanon, Irak en Jordanië. Daar worden ze opgevangen bij mensen thuis of in vluchtelingenkampen. De helft van het aantal vluchtelingen zijn kinderen, vaak jonger dan 11 jaar.

Het grootste vluchtelingenkamp is al-Zaatari in Mafraq in Jordanië, een vijftiental kilometer van de Syrische grens. Het kamp werd geopend midden juli 2012. Toen verbleven er een 500-tal Syrische vluchtelingen. Ondertussen is dat aantal al gestegen tot ruim 150.000, hoewel het meer dan 500 hectare groot domein voorzien is voor 60.000 vluchtelingen. Het behoort hierdoor tot een van de vijf grootste ‘steden’ van Jordanië.

Tent als handelszaak

Het kamp is immers ook opgebouwd als een stad. Met een hoofdstraat die naar een grote centrale markt leidt waar verschillende zaken zoals zoetigheden, sigaretten en koffie te koop zijn. De verschillende zijwegen verdelen de vele tenten en caravans op in blokken die genummerd zijn van 1 tot 10. En elk tentenblok heeft zijn eigen centrale keukens en badkamers. Dit alles is geregeld door de Hoge Commissie voor Vluchtelingen van de Verenigde Naties (UNCHR).

Daarnaast werden drie medische posten opgericht met elk hun eigen specialiteiten. Het Marokkaanse, Franse en Jordaans veldhospitaal verschaffen gratis behandelingen aan de patiënten. Het aantal zwaargewonden is intussen al fel afgenomen. Maar het aantal kinderen met trauma’s en psychische letsels blijft erg hoog. En hoewel het medische team intussen ook gestart is met het vaccineren tegen polio en de mazzelen, blijft ook het risico op infecties zeer reëel.

Tot slot hebben ook de vele zwangere vrouwen, ongeveer 3.000, medische hulp nodig. Dagelijks worden er in het kamp 13 tot 15 baby’s geboren. Het leven, hoe surreëel ook, gaat gewoon verder in de kampen. En dat is ook aan andere zaken te merken. Sommige ‘bewoners’ zijn een zaakje gestart, waaronder ook Ahmed Al Nuaimi. Hij bouwde zijn tentje om tot een koffieshop. Van op matrassen, die dienst doen als zetels, kunnen klanten kiezen tussen verschillende soorten koffie en thee. En hij is niet de enige. Afgelopen maanden zijn verschillende handelszaken opgericht zoals falafelverkooppunten, kledingwinkels en kapperszaken.

Armoede is realiteit

Maar het zijn slechts enkelingen die erin geslaagd zijn om hun leven in het vluchtelingenkampen zo gelijkaardig mogelijk te maken aan hun vroeger leven in Syrië. Voor de meesten in het kamp is armoede de realiteit. De economie die ontstaat, veroorzaakt immers meer problemen dan het oplost. Abdel Nasser Al Zoabi is er een van. Hij zegt dat de slechte kwaliteit van de kampvoorzieningen hem ertoe gedwongen heeft om schoonmaakmiddelen en plastic goederen te verkopen.

“Ik verdien twee dinar per dag waarmee ik zelf brood koop. Want met wat de Verenigde Naties me geeft, kan ik amper mezelf voeden. En ik heb vier kinderen. Die trouwens allemaal in slechte gezondheid verkeren. Maar wanneer ik naar de hospitalen ga, moet ik uren wachten om uiteindelijk thuis te komen met medicijnen die niet blijken te werken voor kinderen.”

Fondsen raken uitgeput
De Verenigde Naties beseffen dat het gebrek aan voldoende voedsel en goede accommodatie de grootste zorg is. Na de winter, die gepaard ging met koude nachten en het onderlopen van tenten, houden de stijgende zomertemperaturen een uitdagingen in: water. UNCHR verwacht dat de fondsen voor Jordanië tegen juni uitgeput zullen zijn. Terwijl het aantal Syrische vluchtelingen tegen het einde van dit jaar tegen de 1,2 miljoen of een vijfde van de totale populatie, zal oplopen. “Als er geen bijkomende financiële steun komt, zullen deze vluchtelingen vanaf juni geen veilig drinkwater meer hebben”, luidt het. En hetzelfde geldt voor alle vluchtelingenkampen in de regio. (LS)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content