Yves T'Sjoen

‘Studentenprotest in Zuid-Afrika: er breken boeiende maar ook bedreigende tijden aan’

Yves T'Sjoen Hoogleraar moderne Nederlandse literatuur (UGent) en verbonden aan de Universiteit Stellenbosch

‘Er broeit wat in Zuid-Afrika,’ schrijft Yves T’Sjoen. ‘Vooral de Gentse zusterinstelling Universiteit Stellenbosch is de voorbije tijd het schouwtoneel van een protestbeweging tegen het Afrikaans en oplaaiend racisme’. T’Sjoen is in Stellenbosch voor gastcolleges en onderzoek.

De voorbije maanden kwam Zuid-Afrika weinig bemoedigend in de belangstelling. Eerst waren er de migrantenrellen en later woedde een beeldenstorm. Standbeelden en andere lieux de mémoire die verwijzen naar het koloniale verleden worden op de schop genomen. Ook op de universiteitscampus is beroering ontstaan. Vooral de Gentse zusterinstelling Universiteit Stellenbosch is de voorbije tijd het schouwtoneel van een protestbeweging tegen het Afrikaans en oplaaiend racisme. Elke dag wordt over de studentenacties bericht in de Kaapse krant Die Burger. Er woedt een heftige polemiek in de digitale media.

Stellenbosch in de frontlinie

Afrikaans en Engels waren tijdens het apartheidsbewind de officiële talen van de Zuid-Afrikaanse republiek. Na de officiële afschaffing van apartheid in 1994, het op segregatie en discriminatie gebaseerde politieke systeem, kreeg de taal af te rekenen met een hardnekkig en voor sommigen hardvochtig koloniaal stigma.

Studentenprotest in Stellenbosch
Studentenprotest in Stellenbosch© Belga Image

Engels ontwikkelde zich de voorbije decennia verder tot lingua franca van de multiculturele en meertalige gemeenschap in Zuid-Afrika. Het Afrikaans, nochtans de moedertaal van miljoenen blanken, kleurlingen en ook zwarten, wordt door bepaalde groepen beschouwd als relict van een gewelddadig verleden. Volgens cijfers van Statistiek Suid-Afrika spreken nochtans bijna 7 miljoen Zuid-Afrikanen, omgerekend 13,5 procent van de bevolking, Afrikaans als huistaal. Zwarte Nguni-talen (Zoeloe, Xhosa, Swati en Ndebele) worden door ruim 40 percent van de mensen gesproken.

Een taal kan niet verantwoordelijk worden gehouden voor politieke misstanden. Toch krijgt Afrikaans het zwaar te verduren. Dezer dagen wordt op de campus in Stellenbosch actie gevoerd. Aanleiding is wat de belangengroep Open Stellenbosch het racisme noemt tegen studenten met een andere huidskleur dan de meerderheid van de studenten (‘witmense’).

De publicatie van een onthutsende YouTube-opname Luister, waarin studenten getuigen over gevallen van discriminatie (zie lager), wordt niet alleen veelvuldig gedeeld op sociale media, het is ook de druppel die voor de kersverse rector Wim de Villiers de emmer doet overlopen.

Vorige week moest hij overigens het taal- en transformatiebeleid van de universiteit toelichten tijdens een parlementaire zitting over het hoger onderwijs. De aanklacht luidt dat te weinig studenten van verschillende rassen participeren in het academische bedrijf en dat het personeelskader overwegend bestaat uit onderzoekers met een blanke huidskleur. Niet alleen vanuit Europees perspectief wordt wel eens geopperd dat de Universiteit Stellenbosch een blanke instelling is. Kwatongen gewagen zelfs, en dat ten onrechte, van een overblijfsel van de traumatische apartheidstijd.

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."

In de open brief van De Villiers, deze week rondgestuurd naar academisch personeel en studenten, wordt met nadruk tegengesproken dat Stellenbosch een “rassistiese instelling’ [is] wat hy deur sommiges uitgemaak word“. De rector is er zich van bewust dat de perceptie van in elk geval een deel van de studenten daartegen indruist. Hij getuigt over het filmpje: “Dit was vir my pynlik om daarna te kyk, want ek wil nie hê enige van my studente moet swaarkry nie”, en concludeert dat “dinge moet reggestel word“.

Studentenprotest in Stellenbosch: er breken boeiende maar ook bedreigende tijden aan

Stellenbosch was destijds, in de jaren vijf en zestig, de plek waar latere partijfiguren van de Afrikaner-nationalistische en racistische Nasionale Party en regeringsleden zijn opgeleid en hun diploma behaalden. Institutioneel gesproken was de universiteit toen de bakermat van een politieke elite die het apartheidssysteem in stand hield. De rector slaat nogmaals mea culpa nadat het universiteitsbestuur dat al in 2000 officieel deed. “Dit is lankal verby. Ons het aanbeweeg – van ’n ‘Afrikaanse’ universiteit, ‘slegs vir blankes’, na ’n nie-rassige, veeltalige nasionale bate wat die hele samelewing met trots dien”.

In de missive van het universiteitsbestuur wordt het voornemen uitgesproken de studentenpopulatie de volgende jaren etnisch meer gemengd te maken: van 38 procent vandaag tot minimaal de helft over vijf jaar. Dat is een weinig realistische ambitie. De economische toestand in het land zal tegen die tijd voor miljoenen mensen aanzienlijk moeten veranderen.

Diversiteit moet inderdaad een streefdoel zijn. Maar ook sociale voorzieningen, het recht op een volwaardig (lager en middelbaar) onderwijs en de welvaart van de bevolking moeten dan spectaculair verbeteren. Dat is een taak van de politiek verantwoordelijken, in dit geval het ANC van president Jacob Zuma. Zolang de regering schromelijk tekort schiet, kunnen universiteiten prediken in de woestijn over diversiteit en sociale gerechtigheid.

Sinds 2014 zijn Afrikaans en sindsdien ook Engels evenwaardige onderwijstalen in Stellenbosch. Indien meer raciale vermenging de ambitie is, zullen ook zwarte talen moeten worden geïmplementeerd. De taalpolitiek blijkt trouwens niet overal even goed te werken. Momenteel wordt het debat gevoerd met Open Stellenbosch, met “wedersydse respek en ’n bereidwilligheid om te veranderen”. Er breken boeiende dagen aan (“uitdagings, maar ook […] opwindende geleenthede“). Het zijn ook bedreigende tijden. De studenten, “die vrygeborenes“, van vandaag hebben de roerige tijd van apartheid niet meegemaakt en zijn “oud genoeg om vir hulself te dink en die probleme rondom hulle raak te sien”.

Zolang de regering schromelijk tekort schiet, kunnen universiteiten prediken in de woestijn over diversiteit en sociale gerechtigheid

Zuid-Afrika is inderdaad al een kwarteeuw een land in transitie met jongeren die na 1994 zijn geboren en zelfs de beëdiging van Nelson Mandela als eerste democratisch verkozen zwarte president niet hebben meegemaakt. Wat op de campus, in de steden en rondom standbeelden gebeurt, is daar iedere dag een symptoom van. De studentenopstand heeft geen vergelijk met Soweto (1976), toen het Afrikaans als enige onderwijstaal op de korrel is genomen door de zwarte townshipbevolking.

De universitaire gemeenschap, ook de UGent en het onderzoekscentrum voor Afrikaans, volgt de gebeurtenissen op de voet. Bemoedigend is alvast dat twee leerstoelen voor Transformatie, Verzoening en Gerechtigheid binnenkort worden bekleed en dat er geld is voor diversifiëring van het personeelskader. Niet alleen de rector of de universitaire gemeenschap, ook de politiek draagt in Zuid-Afrika vandaag een verpletterende verantwoordelijkheid.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content