Stemmen uit Oekraïne (4): ‘Hoeveel soldaten ik aanvoer? Genoeg’

Een Oekraïense soldaat aan het front in Zolote, op archiefbeeld van 11 december 2021
Jeroen Zuallaert

Op reis door Oekraïne legt Knack zijn oor te luister bij Oekraïners. Hoe kijken zij naar de groeiende spanningen met Rusland? Vandaag: Serhi, commandant van Zolote-4.

Zolote-4 was ooit een deprimerend appartementsblok op een heuvel, verstopt tussen het kreupelhout. Dezer dagen is het dat nog steeds, maar dan op enkele honderden meters van het front. Een kronkelende modderweg scheidt het appartementsblok van de Volksrepubliek Loegansk, een van de twee ministaatjes die met steun van Rusland overeind worden gehouden.

Het eens zo bloeiende mijnstadje Zolote is vandaag de laatste post voor de zogenaamde ‘contactlijn’, het front waar het Oekraïense leger en de Russischgezinde rebellen al bijna acht jaar strijd leveren. De verschillende woonkernen van het stadje worden sinds enige tijd met een nummer aangeduid. De Russischgezinde rebellen hebben Zolote-5 in handen.

De Oekraïense commandant van de groep die Zolote-4 verdedigt, stelt zich voor als Serhi. Zijn familienaam wil hij niet geven. Hij is afkomstig uit de stad Lviv, meer dan duizend kilometer naar het westen. Zoals veel jongeren uit West-Oekraïne heeft hij het moeilijk om Russisch te begrijpen. In 2019 studeerde hij af aan de militaire academie, en werd hij prompt op deze heuvel gedropt, waar hij sindsdien het commando voert.

‘De ideale afstand voor snipers’, legt de Oekraïense commandant uit, ‘is ongeveer duizend meter.’ Waaraan hij met een fijne glimlach toevoegt: ‘Wij bevinden ons momenteel op achthonderd meter van de vijandelijke posities.’

‘Het is de voorbije maand bijzonder rustig geweest’, vertelt hij. ‘We worden de laatste weken eigenlijk enkel nog na zonsondergang beschoten. Doorgaans schieten ze om het uur of het halfuur een paar keer. Soms schieten we terug, maar vaak laten we het gewoon betijen.’ Hij lijkt niet erg onder de indruk van de pogingen van de Volksrepubliek Loegansk om Zolote-4 op de knieën te krijgen. ‘Ze proberen ons naar de open vlakte te drijven, zodat de Russische snipers op ons kunnen richten. Zolang we daar wegblijven, zijn we veilig.’

‘De ideale afstand voor snipers’, legt Serhi uit, ‘is ongeveer duizend meter.’ Waaraan hij met een fijne glimlach toevoegt: ‘Wij bevinden ons momenteel op achthonderd meter van de vijandelijke posities.’ Hij schat dat er aan de overkant ongeveer 130 soldaten gelegerd zijn. Gevraagd naar hoeveel soldaten hij aanvoert, antwoordt hij glimlachend: ‘Genoeg.’

Kogelgaten

Tussen de twee appartementsblokken jaagt een gure wind. Het sneeuwt lichtjes. De ramen van de blokken zijn kapotgeschoten en onhandig gedicht met lakens en dekens. Op een van de barricaden uit aluminiumplaten hebben de soldaten een foto van Vladimir Poetin geplaatst. Te oordelen naar het aantal gaten in de foto is het Oekraïense leger dezer dagen scherp bij schot.

Stemmen uit Oekraïne (4): 'Hoeveel soldaten ik aanvoer? Genoeg'
© JZ

Voor Serhi is zijn keuze voor het front weloverwogen. Een jaar na de annexatie van de Krim en het begin van de oorlog in de Donbas begon hij aan zijn officiersopleiding. ‘Ik heb geen moment getwijfeld.’ Het helpt dat het Oekraïense leger de voorbije jaren een stuk sterker is geworden. ‘Toen we in 2014 aangevallen werden, hadden we enkel wat oud Sovjetmateriaal, dat nauwelijks nog werkte. Dankzij onze westerse partners is dat ondertussen een stuk beter.’

Wanneer ik Serhi vraag hoe het voelt om beschoten te worden, kijkt hij me niet begrijpend aan. Wanneer ik aandring, haalt hij zijn schouders op. ‘Tja, het is je werk.’ Hij weerspreekt niet dat het er soms ruig aan toe gaat. In september werden zijn posities nog intens beschoten met mortiergranaten. Drie gewonden moesten in allerijl afgevoerd worden. ‘Daar worden we voor opgeleid’, zegt Serhi. Het is niet duidelijk of hij dat ook oprecht gelooft.

Naarmate de wind guurder wordt, kruipen de soldaten in hun legertrucks, om het toch een beetje warm te krijgen. Op de achtergrond probeert een grote Duitse herder tot jolijt van de soldaten een rondzwervende labrador te bestijgen die ongeveer drie keer kleiner is. Zelfs aan het belangrijkste geopolitieke front van Europa openbaart het dagelijkse leven zich soms op de meest banale manier.

Partner Content