Schipbreuk Zuid-Korea: ‘Het water was zo koud, maar ik wilde leven’

© AFP

Na de schipbreuk voor de kust van Zuid-Korea zijn nog 293 mensen, voornamelijk jongeren, vermist. Overlevenden omschrijven de ramp als ‘ware terreur’.

“Het water was zo koud, maar ik wilde leven”, vertelt Lim Hyung Min, een van de overlevenden van het passagiersschip dat voor de kust van Zuid-Korea kapseisde en zonk. Dat meldt BBC.

Opvarenden omschrijven de ramp als “ware terreur”. “Ongetwijfeld zijn een heleboel mensen vertrappeld aan boord van het schip toen het water begon te stijgen”, zegt Kim Seong-mok aan de Zuid-Koreaanse omroep YTN. “Sommige personen raakten in paniek en schreeuwden erg luid. Ze braken de raampjes om toch maar een uitweg te vinden”, vertelt hij.

292 vermisten

Na de schipbreuk zijn intussen drie doden geteld, maar dat aantal zal wellicht nog oplopen. Meer dan honderd vaartuigen nemen op dit moment deel aan de zoektocht naar de 292 vermisten. De vrees bestaat echter dat zij in de gezonken boot vast zitten, aldus persagentschap Yonhap. De reddingswerken verlopen moeizaam door de sterke stroming en het slecht zicht onder water.

Verschillende opvarenden zeiden dat ze van de bemanning het bevel hadden gekregen te blijven zitten. “Maar het schip kantelde vlug, zodat we maar één ding konden bedenken: we moeten hier zo snel mogelijk weg.”

Rots

Aan boord van het vaartuig waren 477 passagiers, van wie 324 scholieren en 14 leerkrachten. Ze waren op een vierdaagse uitstap naar het populaire eiland Jeju.

Het is nog niet duidelijk wat de oorzaak is van ramp. Een opvarende hoorde een luide dreun, vooraleer het schip begon te kantelen en zonk. Een aannemelijke verklaring zou zijn dat het schip vastliep op een rots. In het gebied waar het schip zich bevond, zijn er veel kleine eilandjes en rotsen. (AVE)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content