Bij de tot dusver meest dodelijke luchtaanval van de “coalitie” van soennitisch-Arabische landen onder leiding van Saoedi-Arabië zijn zaterdag in de zuidelijke havenstad Mokka van het in een burgeroorlog verwikkelde Jemen minstens 141 doden en 200 gewonden gevallen, voor het leeuwendeel burgers.
Minstens 141 doden en 200 gewonden: die balans maakten reddingswerkers en medisch personeel op van in totaal elf bombardementen. De Saoedi’s voeren al sinds eind maart bombardementen uit boven Jemen; zij zijn gericht tegen de sjiitische Houthi’s, die in het land de macht hebben veroverd, tegen de zin van het salafistische (wahhabitische) Riyad in.
Zaterdag was Saoedi-Arabië afgekomen met een “eenzijdige humanitaire pauze”. Waarnemers vermoeden dat dit een poging is om kritiek op de moordende aanvallen te pareren. Riyad steunt de naar Saoedi-Arabië gevluchte president Abed Rabbo Mansur Hadi. De Saoedi’s hebben voor hun optreden in Jemen de zegen van Washington.
‘Adempauze voor IS’
Zondagnamiddag verwierpen de Houthi-rebellen de door de Saoedi’s aangeboden, vijfdaagse vuurpauze. Het bestand, aldus rebellenleider Abdel Malak al-Houthi in een tweet, heeft enkel tot doel “een adempauze in te lassen om Daesh (het Arabische acroniem voor IS, nvdr) en al-Qaida te mobiliseren”.
Beide tereurbewegingen zijn fundamentalistisch-soennitisch van inslag, wat hen tot objectieve bondgenoten van het Saoedische koningshuis maakt. “De strijd gaat voort”, waarschuwde de Houthi-leider. Volgens Riyad is het bestand bestemd om de toegang van humanitaire hulpverlening aan de bevolking mogelijk te maken. (Belga/NS)
