De organisatoren van de internationale klimaatconferentie (COP26) in Schotland begin november zeggen dat het streefcijfer van 100 miljard dollar per jaar aan hulp van de industrielanden aan arme landen om hen te helpen de klimaatcrisis het hoofd te bieden, haalbaar is tegen 2023, drie jaar later dan voorzien. Dat blijkt een rapport dat maandag is vrijgegeven.
‘De meest recente analyse van de financiële toezeggingen doet vermoeden dat het streefcijfer in 2023 zal worden gehaald en in de daaropvolgende jaren zal worden overschreden’, aldus het rapport dat zes dagen voor de start van de conferentie in Glasgow door het Britse voorzitterschap is gepubliceerd en gebaseerd is op werkzaamheden onder leiding van Duitsland en Canada.
In 2009 hadden de rijke landen zich er tijdens de klimaatconferentie van Kopenhagen toe verbonden de hulp aan de landen van het zuiden in de strijd tegen de klimaatverandering tegen 2020 op te trekken tot 100 miljard dollar per jaar. Tien jaar later zijn ze daar nog ver van verwijderd: de steun bedroeg in 2019 79,6 miljard dollar, volgens de laatste cijfers die de OESO in september heeft gepubliceerd.
‘Hoewel de cijfers voor 2020 nog niet beschikbaar zijn, is de doelstelling zo goed als zeker niet gehaald’, zo gaf Alok Sharma, voorzitter van COP26, toe in een verklaring tijdens een videoconferentie waarop het rapport werd voorgesteld.
Deze niet-ingeloste belofte van de rijke landen is een van de belangrijkste problemen bij de voorbereiding van COP26, die op 31 oktober in Glasgow van start gaat.