Ramola Ramtohul verklaart Mauritiaans mirakel: ‘Onze enige grondstoffen zijn tropische stranden’

Ramola Ramtohul: 'Dat net Mauritius het meest ontwikkelde land van Afrika is, tart eigenlijk alle verbeelding.' © Serge Baeken
Jeroen Zuallaert

Het is een eiland zonder mineralen of grondstoffen, met een mix van religies, minderheden en taalgroepen. En toch is Mauritius het meest ontwikkelde land van Afrika. ‘Politiek is een soort nationale sport. Het zou ondenkbaar zijn om niet te kunnen beslissen wie onze leiders zijn.’ Komt het dan toch goed met Afrika? In gesprekken met vooraanstaande Afrikaanse denkers gaat Knack de komende weken op zoek naar Afrikaanse landen en overheden die de weg wijzen.

Toen Mauritius in 1968 onafhankelijk werd, gaf niemand een cent voor de toekomst van het paradijselijke eiland. Het was weinig meer dan één grote suikerrietplantage. De werkloosheid was er torenhoog, waardoor bijna een kwart van de Mauritianen in diepe armoede leefde. Bovendien was de Mauritiaanse bevolking een bont allegaartje van minderheden, religies en taalgroepen, wat in veel voormalige kolonies een garantie bleek voor allerhande twisten. James Meade, de doorgewinterde econoom die de Britse regering in de jaren zestig adviseerde over de aanstaande onafhankelijkheid, voorspelde dat het een ‘enorme prestatie’ zou zijn als er geen oorlog zou uitbreken en de levensstandaard niet té zeer zou dalen. De Trinidadaanse schrijver V.S. Naipaul schreef in 1972 een essay over Mauritius, met de weinig flatterende titel De overbevolkte slavenbarak.

De bevolking is zo hoog opgeleid dat er nauwelijks nog Mauritianen in de textielsector willen werken. Die draait tegenwoordig op gastarbeiders.

Toch geldt Mauritius vandaag als een zeldzaam voorbeeld van ontwikkeling. Sinds enkele weken is het – samen met de Seychellen – het enige Afrikaanse land dat door de Wereldbank beschouwd wordt als een High Income Country, landen met een hoge levensstandaard. Mauritius heeft sinds zijn onafhankelijkheid in 1968 onophoudelijk vrije verkiezingen gehad en voorziet in gratis, kwaliteitsvol onderwijs en gezondheidszorg. Het Mauritiaanse Mirakel is ondertussen een model geworden waarnaar ook menige westerse econoom met bewondering kijkt. De Amerikaanse econoom Joseph Stiglitz ziet in het uitgebreide sociale vangnet van Mauritius zelfs een voorbeeld voor de Verenigde Staten.

‘Ook Mauritianen zijn trots op hun geschiedenis’, vertelt Ramola Ramtohul, die aan de Universiteit van Mauritius de vakgroep politieke wetenschappen leidt. Twee jaar geleden schreef ze samen met de Noorse antropoloog Thomas Hylland Eriksen The Mauritian Paradox, een boek ter ere van de vijftigste verjaardag van de onafhankelijkheid. Want meer dan een mirakel is de stormachtige ontwikkeling van Mauritius een paradox, vindt Ramtohul. ‘Mauritius is een klein eiland zonder olie, mineralen of diamanten. De enige grondstoffen die je hier vindt, zijn de tropische stranden waarmee je toeristen kunt lokken. Dat net Mauritius het meest ontwikkelde land van Afrika is, tart eigenlijk alle verbeelding.’

Hoe verklaart u het Mauritiaanse succesverhaal?

Ramola Ramtohul: De voornaamste reden voor het succes van Mauritius is politieke stabiliteit. Mauritius heeft sinds de onafhankelijkheid in 1968 altijd vrije en eerlijke verkiezingen gehad. Er is geen burgeroorlog geweest, er waren geen conflicten of geen staatsgrepen en we hebben respect voor de rechtsstaat en persvrijheid. Die stabiliteit was cruciaal om buitenlandse investeerders aan te trekken. Op die manier is Mauritius een van de weinige Afrikaanse landen die erin geslaagd zijn een eigen industrie op te bouwen.

En dat allemaal zonder mineralen of grondstoffen.

Ramtohul: In zekere zin is dat totale gebrek aan grondstoffen een zegening gebleken. In veel Afrikaanse landen zie je dat grondstoffen voor een dynamiek zorgen waarbij verschillende groeperingen of minderheden strijden om de controle van de natuurlijke rijkdommen, waardoor er nauwelijks wordt nagedacht over hoe je die rijkdommen effectief kunt exploiteren. Die spanningen heeft Mauritius nooit gehad. Mauritiaanse leiders begrepen van het begin af aan dat de Mauritianen zelf het enige kapitaal waren waarin ze konden investeren.

'De enige grondstoffen die je in Mauritius vindt, zijn de tropische stranden waarmee je toeristen kunt lokken.'
‘De enige grondstoffen die je in Mauritius vindt, zijn de tropische stranden waarmee je toeristen kunt lokken.’© Getty Images/imageBROKER RF

Wat heeft Mauritius anders gedaan dan de overige Afrikaanse landen?

Ramtohul: Veel heeft natuurlijk te maken met de keuzes die de Mauritiaanse leiders na de onafhankelijkheid hebben gemaakt. In tegenstelling tot de meeste Afrikaanse landen spendeert Mauritius nauwelijks geld aan Defensie. We hebben een leger, maar het houdt zich vooral bezig met ordehandhaving, en het ruimt nu en dan eens omvergewaaide bomen op als er een cycloon is gepasseerd. Ongeveer alle inkomsten zijn naar de welvaartsstaat gegaan. Mauritius heeft sinds zijn onafhankelijkheid gratis onderwijs, gratis gezondheidszorg en een universeel pensioensysteem, en sinds twee jaar zijn ook de publieke universiteiten gratis. De staat voorziet in ieders basisbehoeften: elke Mauritiaan kan naar een goede school en kan gratis naar de dokter of het ziekenhuis. Dat zorgt voor een gevoel dat iedereen erbij hoort.

Hebt u een verklaring waarom het nooit tot etnische twisten is gekomen?

Ramtohul: Het heeft vooral te maken met de sociologische samenstelling van het eiland. Mauritius heeft geen oorspronkelijke bevolking. Letterlijk elke Mauritiaan komt uit een familie van migranten. Bovendien zijn die migrantengroepen bijzonder divers. Ongeveer 70 procent van de bevolking bestaat uit Indo-Mauritianen die hindoe of moslim zijn. Zowat 25 procent zijn Creolen, de nazaten van Afrikaanse slaven. Er is ook een belangrijke Franse en een Chinese minderheid. Daardoor kan niemand claimen dat zij de ‘ware Mauritianen’ zijn. Het is de grote verdienste van de Mauritiaanse leiders in de jaren zeventig en tachtig dat ze inzagen hoe belangrijk het was om samen te werken en de macht te delen.

Ten tijde van de onafhankelijkheid was er een grote angst dat de hindoes als grootste bevolkingsgroep de macht zouden grijpen. Om ervoor te zorgen dat alle minderheden delen in de macht, heeft Mauritius een apart kiessysteem ontwikkeld, dat garandeert dat elke minderheid vertegenwoordigd wordt in het parlement. Naast gewone verkiezingen per kiesdistrict heeft Mauritius ook het zogenaamde Best Loser System, waarbij maximaal acht parlementszetels gegeven worden aan kandidaten uit ondervertegenwoordigde minderheden die net niet genoeg stemmen behaalden om op eigen kracht verkozen te worden.

Mauritius spendeert nauwelijks geld aan Defensie. Er is een leger, maar dat ruimt nu en dan eens omvergewaaide bomen op.

Dat lijkt niet helemaal democratisch.

Ramtohul: Het verandert de kiesuitslag niet echt, want partijen die door de extra toegekende zetels benadeeld worden, krijgen een zetel ter compensatie. Dankzij dat systeem wordt elke minderheid vertegenwoordigd in het parlement. Een ander gevolg is dat partijen er baat bij hebben om kandidaten uit alle minderheden op hun lijst te plaatsen.

Zorgt dat systeem er niet voor dat etnische verschillen uitvergroot worden?

Ramtohul: Je kunt niet ontkennen dat het systeem gewerkt heeft. Het is een van de voornaamste oorzaken dat er nooit een groot etnisch conflict is ontstaan. Los daarvan is het systeem ondertussen wel enigszins gedateerd. Er zijn verschillende problemen. Ten eerste is het nog steeds gebaseerd op de volkstelling van 1972, omdat volkstellingen sindsdien niet meer peilen naar etniciteit en religie. En er zijn ook praktische bezwaren. Want hoe tel je Mauritianen die uit een gemengd huwelijk komen? Maar tegelijk zijn politici bang om de doos van Pandora te openen en het kiessysteem te veranderen.

Acht u het mogelijk dat die etnische spanningen ooit de kop op steken?

Ramtohul: Ik snap waar de angst vandaan komt. In 1999 stierf de bekende Creoolse zanger Kaya in een politiecel. Kaya was een icoon in zijn gemeenschap. Zijn dood veroorzaakte toen grootschalige rellen die min of meer etnisch geïnspireerd waren. Binnen de Creoolse gemeenschap bestaat een zeker gevoel van achterstelling, omdat Creolen oververtegenwoordigd zijn in de armoedecijfers. Toch is de Mauritiaanse overheid bijzonder inlevend met die rellen omgegaan. De relschoppers en plunderaars werden uiteraard gestraft, maar tegelijk werd echt op zoek gegaan naar de reden waarom zo veel Creolen bereid waren om te keer te gaan. Er kwamen specifieke programma’s om armoede en sociale uitsluiting tegen te gaan. In plaats van harde collectieve maatregelen te nemen, heeft de overheid toen gekozen voor inclusie. De situatie van de Creoolse gemeenschap is nog altijd niet top, maar er is wel heel wat verbeterd.

In tegenstelling tot veel Afrikaanse landen heeft Mauritius de voorbije decennia geen bevolkingsexplosie meegemaakt.

Ramtohul:(knikt instemmend) Geboortebeperking is absoluut een belangrijke factor in het Mauritiaanse succesverhaal. Mauritius heeft sinds de jaren zeventig enorm ingezet op gezinsplanning en het gebruik van contraceptiva, wat vooral door vrouwen ter harte is genomen. Door die nadruk op gezinsplanning konden vrouwen gaan werken in de textielindustrie, omdat ze door hun kleinere gezin minder tijd aan huishoudelijke taken hoefden te besteden. Dat zorgde op zijn beurt dan weer voor meer werkgelegenheid, meer belastinginkomsten, en het verbeterde de maatschappelijke positie van de vrouw enorm. Vergeet niet dat Mauritius ten tijde van de onafhankelijkheid een volstrekt patriarchale, agrarische gemeenschap was, waarin vrouwen de toestemming van hun echtgenoot of ouders nodig hadden om uit werken te gaan.

Ramola Ramtohul verklaart Mauritiaans mirakel: 'Onze enige grondstoffen zijn tropische stranden'

Hoe doen vrouwen het vandaag?

Ramtohul: Eigenlijk zeer goed. Ze doen het goed in het onderwijs, hebben vaak een hoogopgeleid beroep. Vrouwelijke rechters of topambtenaren zijn hier volstrekt normaal. Alleen in de politiek blijven ze ondervertegenwoordigd.

Hoe komt dat?

Ramtohul: Omdat ons kiessysteem gebaseerd is op het promoten van minderheden. Er zijn geen genderquota voor nationale verkiezingen. Er was een plan om – net als bij lokale verkiezingen – de regel in te voeren dat minstens een derde van de kandidaten vrouw moet zijn, maar finaal waren verschillende partijen bang dat ze daardoor hun etnische voorkeursbehandeling zouden verliezen. Een ander probleem is de macht van de partijvoorzitters, en dat zijn nog altijd alleen mannen. Bovendien is de Mauritiaanse politieke cultuur op het lijf geschreven van mannen: er wordt veel campagne gevoerd, waarbij kandidaten vaak zonder microfoon moeten spreken op een geïmproviseerd podium. Dat maakt het voor vrouwen moeilijk om competitief te zijn, zeker als ze ook een gezin willen.

Welke rol speelt ontwikkelingshulp in het Mauritiaanse succesverhaal?

Ramtohul: Mauritius heeft nooit massale ontwikkelingshulp gekregen zoals landen als Congo die krijgen. We hebben wel veel gehad aan de goedkope leningen en de gezinsplanningsprogramma’s uit de jaren zeventig. En we profiteren natuurlijk van de diaspora. Landen als Frankrijk, India en China kennen heel wat studiebeurzen toe, zodat Mauritianen in het buitenland kunnen studeren. Al geldt dat strikt genomen niet als ontwikkelingshulp.

Mauritius is een van de weinige geïndustrialiseerde landen in Afrika. Hoe komt dat?

Ramtohul: Omdat Mauritius de globalisering heeft omarmd. In de jaren zeventig en tachtig hebben vooral buitenlandse investeerders hier een textielindustrie uit de grond gestampt. De arbeidskosten lagen toen enorm laag en er was een groot reservoir aan ongeschoolde arbeiders. Mauritius heeft ook geprofiteerd van voordelige handelsakkoorden. Daardoor konden we bijvoorbeeld tegen een gunstige vaste prijs suiker exporteren naar Europa. Ook onze textielsector kon naar Europa exporteren zonder taksen te betalen, terwijl India en China dat wel moesten. Dat gaf ons een competitief voordeel.

Wat houdt Afrikaanse landen tegen om meer geld aan onderwijs of volksgezondheid te besteden?

Waarom is Mauritius erin geslaagd om dergelijke investeringen aan te trekken, terwijl andere Afrikaanse landen het zo moeilijk hebben?

Ramtohul: Omdat de overheid bereid was om de controle uit handen te geven. Toen de textielindustrie naar hier kwam, heeft de overheid zich beperkt tot het faciliteren van die investeringen: ze legde wegen aan, zorgde voor elektriciteit en water, en investeerde in onderwijs, zodat buitenlandse bedrijven minder hoefden te investeren in opleiding. Eigenlijk hoefden investeerders alleen voor het materiaal te zorgen, en dan konden ze beginnen. Dat vergt een zekere vorm van vertrouwen, en dat ligt moeilijk in Afrikaanse landen, omdat veel regimes niet graag de macht uit handen geven. De Mauritiaanse overheid heeft buitenlandse investeerders nooit als een bedreiging gezien, maar als een partner.

Hoe duurzaam is dat industriële model?

Ramtohul: Het voordeel van die handelsakkoorden zijn we ondertussen kwijt. Tegenwoordig moet Mauritius competitief zijn met de rest van de wereld. Door de toenemende welvaart zijn de loonkosten enorm gestegen. Bovendien is de bevolking vandaag zodanig hoog opgeleid, dat er nauwelijks nog Mauritianen in de textielsector willen werken. De bouw en de textielindustrie draaien tegenwoordig op gastarbeiders uit China, Bangladesh en Madagaskar. Zoals alle ontwikkelde landen zal Mauritius moeten evolueren.

Mauritius heeft vorig jaar een vrijhandelsakkoord met China gesloten. Hoe belangrijk zijn de relaties met China?

Ramtohul: China heeft door de Sino-Mauritiaanse minderheid (ongeveer 3 procent van de bevolking, nvdr) een belangrijke aanwezigheid op Mauritius. Het verstrekt goedkope leningen voor wegen, de luchthaven en het nationale stadion. Er is ook een infrastructuurproject waarbij China een smart city probeert te bouwen. Maar tegelijk zijn de Chinese belangen in Mauritius totaal verschillend van die in de rest van Afrika, omdat Mauritius geen mineralen heeft. Over het algemeen worden de Chinese investeringen verwelkomd.

Hoe gaat Mauritius om met de covid-19-pandemie?

Ramtohul: We hebben het virus redelijk snel onder controle gekregen. Op 19 maart zijn we in totale lockdown gegaan. Die was heel streng: er was een avondklok, en iedereen werd verondersteld thuis te werken. Er was zelfs een systeem dat je, afhankelijk van de beginletter van je familienaam, alleen op bepaalde dagen inkopen kon doen. Wie besmet is, wordt gratis behandeld, en ook de tests zijn gratis. Ondertussen is het eiland officieel covidvrij, maar de grenzen zijn nog altijd gesloten en we zijn verplicht om maskers te dragen.

Welke gevolgen zal de pandemie hebben voor Mauritius?

Ramtohul: Covid-19 is een bedreiging voor de globalisering, en Mauritius is daar enorm afhankelijk van. Vooral de gesloten grenzen zijn een gigantisch probleem. Toerisme is een belangrijke bron van inkomsten, en die is nu totaal weggevallen. Bovendien hebben die gesloten grenzen ook voor enorme problemen gezorgd in de textielindustrie: er zijn geen nieuwe orders, en de aanvoer van stoffen is stilgevallen. De overheid betaalt voorlopig de lonen door in bepaalde getroffen sectoren, maar dat kan ze niet eeuwig blijven doen.

Bij zijn onafhankelijkheid was Mauritius weinig meer dan een suikerrietplantage. Vandaag is het een voorbeeld voor de VS.
Bij zijn onafhankelijkheid was Mauritius weinig meer dan een suikerrietplantage. Vandaag is het een voorbeeld voor de VS.© BELGAIMAGE

Wat zijn de voornaamste uitdagingen?

Ramtohul: Eigenlijk heeft Mauritius de typische uitdagingen van veel West-Europese landen. We hebben een laag geboortecijfer en een vergrijzende beroepsbevolking. Dat zet druk op het pensioensysteem. Er moet ooit een pensioenhervorming komen, waarbij Mauritianen langer zullen werken (de pensioenleeftijd in Mauritius ligt op 60 jaar, nvdr). Alleen is daar politiek weinig animo voor.

Denkt u dat het Mauritiaanse succesverhaal kopieerbaar is naar andere Afrikaanse landen?

Ramtohul: De voordelige handelsakkoorden kun je natuurlijk niet repliceren. Maar als het gaat over beleidsprioriteiten, zie ik geen reden waarom Afrikaanse landen ons voorbeeld niet kunnen volgen. Wat houdt hen tegen om meer geld aan onderwijs of volksgezondheid te besteden? Ze kunnen best minder geld aan defensie spenderen, en dat geld gebruiken om infrastructuur te ontwikkelen.

In veel regio’s groeit het idee dat democratie geen absolute voorwaarde is voor ontwikkeling. Hoe kijken Mauritianen daarnaar?

Ramtohul: Het zou ondenkbaar zijn om niet te kunnen beslissen wie onze leiders zijn. Politiek is een soort nationale sport waaraan cultureel veel waarde wordt gehecht: Mauritianen zijn enorm politiek bewust. Politici zijn zeer voorzichtig in hun uitspraken, omdat ze weten dat hun woorden onder het vergrootglas worden gelegd. Ook de vrije pers is zeer belangrijk. Er zijn de voorbije jaren al verschillende ministers ten val gebracht door journalisten die corruptie en misstanden aanklaagden. Ik zie niet in waarom we dat zouden opgeven.

Ramola Ramtohul

– 1976: Geboren in Curepipe (Mauritius)

– Studeert sociologie en genderstudies aan de Universiteit van Mauritius en Bristol. Doctoreert in genderstudies aan de Universiteit van Kaapstad (2006-2008)

– Medeauteur van The Mauritian Paradox (2018)

– 2019-heden: Departementshoofd van de Vakgroep sociologie en menswetenschappen aan de Universiteit van Mauritius

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content