Presidentsverkiezingen in Taiwan: ‘China is als partner niet te vertrouwen’

Harry Tseng: 'We weten wel waarom we zo veel in defensie investeren. Als het erop aankomt, staan we er alleen voor.' © Franky Verdickt

Voor of tegen Peking: dat is de keuze die de Taiwanezen op 11 januari moeten maken bij de presidentsverkiezingen. ‘Hoe meer China ons isoleert, hoe luider de roep om onafhankelijkheid’, zegt de Taiwanese diplomaat Harry Tseng in Brussel.

‘Nooit opgeven’ luidt de vertaling van het kalligrafische kunstwerk dat in zijn Brusselse kantoor hangt. Diplomaat Harry Tseng kan een wervend motto wel gebruiken, want als vertegenwoordiger van de Republiek China – zoals Taiwan officieel heet – moet hij steevast tegen de wind in zeilen. Hoewel hij aan het hoofd staat van een 35 man sterke delegatie die Taiwan bij België, Luxemburg en de EU vertegenwoordigt, mag hij zich hier niet eens ambassadeur noemen. Dat kan alleen in landen die Taiwan erkennen en er volwaardige diplomatieke betrekkingen mee onderhouden. En dat zijn er, onder grote druk van rivaal China, steeds minder: nadat in 2018 El Salvador, Burkina Faso en de Dominicaanse Republiek de banden hadden verbroken, kozen in september ook de Salomonseilanden en Kiribati eieren voor hun geld en ruilden Taipei in voor Peking. De meeste van de vijftien overblijvende bondgenoten zijn kleine en arme landen in de Stille Zuidzee en Afrika – met het onooglijke maar diplomatiek zwaarwegende Vaticaanstad als buitenbeentje. Veel landen, zoals België, onderhouden economische relaties met Taiwan, zonder het land formeel te erkennen.

Een aanval op Taiwan zou verwoestende gevolgen hebben voor Shanghai en andere megasteden aan de Chinese oostkust.

De relaties met Peking staan vanzelfsprekend centraal in de campagne voor de presidentsverkiezingen van 11 januari 2020. Aftredend president Tsai Ing-wen van de Democratische Volkspartij (DPP) neemt het daarin op tegen Han Kuo-yu van de Kwomintang (KMT), de partij die Taiwan de voorbije decennia haast onafgebroken heeft bestuurd. Helder is de keuze wel. Terwijl de KMT aanstuurt op betere relaties met Peking, doet president Tsai Ing-wen er alles aan om Taiwan als een onafhankelijke staat te profileren. Tot grote woede van de Chinese leider Xi Jinping, die Taiwan als een opstandige provincie beschouwt. Net zoals al zijn voorgangers overigens, alleen is de terugkeer van Taiwan voor Xi een persoonlijk prestigeproject geworden.

President Tsai Ing-wen heeft in de peilingen een straatlengte voorsprong. Is het een gelopen race?

Harry Tseng: Ik waag me niet aan voorspellingen, maar de peilingen zeggen veel over de impact van China op de campagne. Bij de lokale verkiezingen van november 2018 heeft de president met haar partij een verpletterende nederlaag geleden. Niemand gaf toen nog een euro voor haar herverkiezing. Maar kijk: vanaf eind maart begon haar populariteit weer te stijgen. Maart 2019, dat is niet toevallig het moment waarop in Hongkong de burgerprotesten zijn begonnen. Het repressieve optreden van China tegen het geweldloze burgerprotest heeft in Taiwan een diepe indruk gemaakt. Vergeet niet dat Xi Jinping een Taiwanese variant van het ‘één land, twee systemen’-principe (waarmee China zowel Hongkong als Taiwan claimt, nvdr) propageert als het model voor Taiwan na de hereniging. We hebben het voorbije jaar in Hongkong gezien wat dat betekent.

Waarom speelt dat wantrouwen president Tsai Ing-wen in de kaart ?

Tseng: Als diplomaat hoor ik boven alle partijtegenstellingen te staan, maar ik kan de realiteit niet loochenen. China doet er alles aan om KMT-kandidaat Han Kuo-yu aan een verkiezingsoverwinning te helpen. Peking probeert natuurlijk al lang de publieke opinie warm te maken voor zijn ‘één land, twee systemen’-oplossing. Tijdens de verkiezingscampagne hebben de Chinezen hun inspanningen verdubbeld. Een groot deel van de mainstream media is schaamteloos pro-China. In kranten, tijdschriften en talkshows werd constant gehamerd op de rampzalige gevolgen van het anti-Chinabeleid van de president. Het zal niet verbazen dat het om mediaconcerns gaat die in handen zijn van tycoons met immense belangen in de Volksrepubliek. Uiteraard worden ook de sociale media bespeeld. China zet daarvoor content farms in, echte fabrieken waar honderden medewerkers constant in de weer zijn met het verspreiden van nepnieuws. We incasseren in Taiwan iedere maand zo’n 13 miljoen cyberaanvallen vanuit China. Gelukkig raken die zelden door onze firewalls, onze cybersecurity staat op niveau.

De bemoeienissen van China zijn zo flagrant dat ze zich als een boemerang tegen de KMT keren. Na de dubbele diplomatieke breuk met de Salomonseilanden en Kiribati in september werd de regering door de pro-China-pers onder vuur genomen. President Tsai Ing-wen, zo luidde het, was aardig op weg om Taiwan compleet te isoleren. Precies de stemmingmakerij die China beoogde. Toch had die breuk een averechts effect, want in de peilingen bleef de populariteit van de president alleen maar stijgen. Kras, zeker als je weet hoe diep de angst leeft om onze laatste diplomatieke bondgenoten te verliezen. Blijkbaar zijn de Taiwanezen lucide genoeg om de Chinese strategie te doorzien. Bij een peiling in november heeft 89 procent het ‘één land, twee systemen’-principe verworpen.

Presidentsverkiezingen in Taiwan: 'China is als partner niet te vertrouwen'
© Franky Verdickt

Zat China achter de breuk met de Salomonseilanden en Kiribati?

Tseng: Het Australische nieuwsmagazine 60 Minutes heeft onthuld hoe de beslissing van de Salomonseilanden letterlijk door de Chinezen werd afgekocht. Parlementsleden kregen tot een miljoen dollar aangeboden om voor de switch te stemmen. China speelt het spel zowel hard als subtiel. De vorige president van Taiwan, KMT-politicus Ma Ying-jeou, stelde goede relaties met Peking centraal. In tegenstelling tot de DPP aanvaardt de KMT het ‘één China’-principe, al geeft de partij er een heel andere invulling aan dan Peking. Niettemin: tijdens de acht jaar onder president Ma hebben Taiwan en China liefst 21 akkoorden gesloten, over materies variërend van investeringen, culturele en academische samenwerking tot zelfs soevereiniteitsgevoelige onderwerpen zoals het gemeenschappelijk bestrijden van criminaliteit. Taiwan zette bovendien de deuren open voor Chinese investeringen, terwijl China zich aan een stilzwijgende afspraak hield om ons geen diplomatieke bondgenoten af te pakken.

Een pragmatische houding waar beide kampen beter van werden, zou je denken.

Tseng: Dat zou je inderdaad denken. Economisch klopte het, maar toch werd Ma’s beleid na zijn tweede ambtstermijn door de kiezer zwaar afgestraft. De Taiwanezen pikten het niet langer dat hun onafhankelijkheid te grabbel werd gegooid in ruil voor stabiliteit en goede relaties met China. Trouwens, China is als partner niet te vertrouwen. Zelfs tijdens het moratorium begon het intense relaties aan te knopen met onze laatste diplomatieke partners. De schaar lag als het ware klaar om de banden door te knippen. Na het aantreden van president Ing-wen van de DPP in 2016 hebben we dan ook de ene na de andere bondgenoot verloren. De voorbije vier jaar werd niet één samenwerkingsakkoord meer gesloten.

Bestaat de kans dat Taiwan ooit helemaal zonder diplomatieke bondgenoten valt?

Tseng: Dat is waar China op aanstuurt. Waarom, kun je je afvragen. Het overlopen van onze laatste bondgenoot zal Taiwan niet dichter bij China brengen. Integendeel, hoe meer ze ons isoleren, hoe luider de roep om onafhankelijkheid.

Een tweede ambtstermijn voor president Tsai Ing-wen zou voor China zwaar gezichtsverlies betekenen. Kan het tot een militaire escalatie komen als de Chinese president Xi zijn droom niet via electorale manipulatie kan realiseren?

Tseng: Taiwan is Hongkong niet, we zijn geen stadstaat in de schaduw van China, zonder middelen om onszelf te verdedigen. Natuurlijk zijn we niet opgewassen tegen een supermacht als China, maar de prijs voor een invasie zou erg hoog zijn. Ik verklap geen militair geheim als ik zeg dat we een sterke luchtmacht hebben en dat onze marine beschikt over snelle patrouilleboten met raketten waarvan het bereik tot diep in China strekt. Een aanval op Taiwan zou verwoestende gevolgen hebben voor Shanghai en andere megasteden aan de Chinese oostkust. China wil Taiwan heel graag terug, maar nog belangrijker voor China is dat het zich als grootmacht op dezelfde hoogte kan hijsen als de Verenigde Staten. Dat kan alleen als de economie blijft groeien, en daarvoor is regionale stabiliteit noodzakelijk. Die ambitie wil China niet hypothekeren door een oorlog om Taiwan. In Peking heerst nu al grote zenuwachtigheid over de economische groei die onder de prognoses blijft.

Het Taiwanese zelfvertrouwen steunt op het 70 jaar oude bondgenootschap met de VS. Washington erkent uw land niet formeel, maar onderhoudt wel goede relaties met Taiwan en levert hypermodern wapentuig. Hoe solide is die band nog, met een Amerikaanse president die bondgenoten laat vallen zodra hem dat goed uitkomt in zijn America First-politiek?

Tseng: Ik zie geen redenen om aan ons bondgenootschap te twijfelen. Onder president Trump hebben we al vijf grote wapendeals kunnen sluiten. Over zijn stijl valt te discussiëren, maar hij is consequent in zijn kritische houding tegenover China. Zo heeft hij in november de Hongkong Human Rights and Democracy Act ondertekend, tot grote woede van Peking. Het klopt dat de Verenigde Staten onze enige partner zijn die zich militair heeft geëngageerd. Het kader daarvoor werd vastgelegd in de Taiwan Relations Act in 1979, goedgekeurd door president Jimmy Carter en later bevestigd door al zijn opvolgers. Maar dat betekent niet dat we op Amerika rekenen om ons te beschermen. Geen enkele Amerikaanse president is bereid om bij een conflict met China troepen naar de Straat van Taiwan te sturen, daarvoor liggen bodybags in de publieke opinie veel te gevoelig. We weten wel waarom we zo veel in defensie investeren. Als het erop aankomt, staan we er alleen voor.

We hebben in Hongkong gezien wat “één land, twee systemen” betekent.

De handelsoorlog tussen China en Amerika heeft er vorig jaar stevig ingehakt, ondanks het deelakkoord dat beide landen eind vorig jaar hebben gesloten. Deelt Taiwan in de klappen?

Tseng: Eerder integendeel. Door de sombere exportvooruitzichten in China is 22 miljard dollar aan investeringen naar Taiwan teruggevloeid. Ook het Amerikaanse exportverbod voor gevoelige technologie had interessante neveneffecten. Geviseerde afnemers zoals Huawei en ZTE moesten op zoek naar alternatieve leveranciers voor componenten zoals geavanceerde halfgeleiders. Die hebben ze in Taiwan gevonden, we staan erg sterk in die markt.

Hoe lastig is het om ambassadeur te zijn zonder dat u zich ambassadeur mag noemen?

Tseng: De situatie van een Taiwanees diplomaat is uniek, maar met de nodige creativiteit kunnen we ons werk doen. Taiwans buitenlands beleid steunt op drie pijlers. Diplomatieke erkenning en deelname aan internationale organisaties worden steeds moeilijker door de Chinese druk. We mogen zelfs niet meer als waarnemer deelnemen aan de jaarlijkse bijeenkomst van de Wereldgezondheidsorganisatie. Intriest, als je bedenkt welke rol ons land kan spelen in het bestrijden van besmettelijke virussen zoals hiv of vogelgriep. Maar er is een derde pijler die stevig overeind staat: het aanknopen van substantiële relaties met democratische rechtsstaten die een flexibele invulling geven aan het ‘één China’-beginsel. Ook zonder diplomatieke erkenning kun je handel drijven, academische kennis uitwisselen en culturele banden smeden. De export naar de Europese Unie is de voorbije jaren fors gegroeid tot 53 miljard dollar per jaar. Daar zit nog rek op, want dat bedrag vertegenwoordigt slechts 9 procent van onze wereldexport. Anderzijds is de Europese Unie de grootste investeerder in Taiwan, groter zelfs dan de Verenigde Staten. Ook België heeft meer dan 500 expats in Taiwan, vooral DEME en Jan De Nul zijn klinkende namen.

Intussen blijft de situatie in Hongkong gespannen. Al meer dan 500 studenten zijn naar Taiwan gevlucht. Zet dat geen extra druk op de reeds gespannen relaties met Peking?

Tseng: We willen ons niet bemoeien met de situatie in Hongkong, maar we verwelkomen die studenten. China zal ons dat niet kwalijk nemen, ze bestempelen die studenten als relschoppers die ze liever kwijt dan rijk zijn. Ik ben niet optimistisch over Hongkong. In het Chinese discours worden de betogers steevast gecriminaliseerd. Dat zou wel eens een stap kunnen zijn naar effectieve vervolging.

Harry Ho-Jen Tseng

– 1959: geboren in Pingtung, Taiwan

East Asian Studies aan de National Cheng-chi University in Taipei

International Relations, University of Virginia (VS)

Master of Public Administration, Princeton University (VS)

30 jaar diplomatieke dienst Republiek China (Taiwan)

Vertegenwoordiger Taiwan in Ierland, ambassadeur in Palau

– sinds 2016 vertegenwoordiger Taiwan bij de EU, België en Luxemburg

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content