Bij Slavjansk in Oost-Oekraïne zijn opnieuw hevige gevechten uitgebroken tussen Oekraïense strijdkrachten en de pro-Russische separatisten die de stad onder controle hebben. Van een wapenstilstand lijkt geen sprake.
Het leger grijpt hard in. Met tanks en artillerie wordt geprobeerd de separatisten terug te dringen. Met het recente geweld lijkt het voorstel tot een staakt-het-vuren van de onlangs geïnstalleerde Oekraïense president Petro Porosjenko een kort leven beschoren. Met een wapenstilstand zou een eerste horde worden genomen op weg naar een oplossing van het conflict.
Maar Slavjansk is voor beide partijen van strategisch belang. De stad van 124.000 inwoners is vermoedelijk de toegangspoort voor het Russischs militaire materieel, waarmee de separatisten zich bewapenen. Als het Oekraïense leger de stad herovert, maakt het in een klap een einde aan die belangrijke aanvoerroute.
Versterking
Aan de Russisch-Oekraïense grens zouden nog altijd Russische troepen zijn gestationeerd. Sterker, de NAVO verdenkt Rusland ervan dat het de troepenmacht zelfs heeft versterkt. Een ‘betreurenswaardige stap achteruit’, vindt Anders Fogh Rasmussen, secretaris-generaal van het bondgenootschap. Hij pleit voor strengere economische sancties tegen de regering van president Vladimir Poetin.
Bij de strijd in Oost-Oekraïne zijn de afgelopen maanden meer dan 350 mensen omgekomen, blijkt uit cijfers van de Verenigde Naties. Tienduizenden Oekraïeners zijn op de vlucht voor het geweld. Zij vertrokken richting Rusland, maar zouden ook op drift zijn in Oekraïne zelf. (Elsevier/Tom Reijner/TV)
