Oud-president Barack Obama: ‘Amerika heeft altijd een oorlogszuchtig narratief gehad’

Barack Obama © Christopher Anderson/Magnum Photos

In Een beloofd land biedt voormalig Amerikaans president Barack Obama een uitgebreide inkijk in zijn leven, gedachten en beslissingen. ‘Mijn presidentschap heeft veranderd hoe kinderen over zichzelf en over elkaar dachten.’

De Verenigde Staten maken vreemde tijden door. De protocollen voor de ordelijke machtsoverdracht, die net zo heilig worden geacht als de Amerikaanse republiek zelf, zijn in gevaar door de weigering van de zittende president om zijn nederlaag te aanvaarden. Die overdracht is een democratische liturgie waarin de verliezer niet alleen erkent dat hij verloren heeft, maar zijn rivaal ook de legitimiteit verleent om de zoektocht voort te zetten naar die ‘meer volmaakte unie’ die de Amerikaanse grondwet voorschrijft. Het is ook een boodschap aan alle burgers, dat het tijd is om de wonden te laten helen.

In Een beloofd land rakelt de vorige Amerikaanse president, Barack Obama, herinneringen op aan de gracieuze manier waarop George W. Bush en zijn familie die plicht indertijd vervulden. ‘Ik beloofde mezelf’, schrijft hij in het nieuwe boek, ‘dat ik mijn opvolger op dezelfde manier zou behandelen.’ Die opvolger was Donald Trump.

Hebt u die belofte gehouden?

Barack Obama: Het was moeilijk, maar ik heb het gedaan. (Met een glimlach die medeplichtigheid verraadt) Ik belde Donald Trump laat op de avond om hem te feliciteren. Ik heb dat onmiddellijk gedaan, zonder wekenlang te wachten. Ik nodigde hem een paar dagen later uit om met zijn vrouw Melania naar het Witte Huis te komen. Ik zorgde ervoor dat al mijn agentschappen en teams handleidingen opstelden voor de transitie. Ze werden blijkbaar niet altijd gelezen. Een van die handleidingen was een draaiboek over hoe om te gaan met de mogelijkheid van een pandemie.

Toen ik geboren werd zouden u en ik elkaar in dit hotel alleen ontmoet hebben omdat ik uw bagage droeg.

President Trump heeft zijn nederlaag nog altijd niet toegegeven. Hebt u zich ooit voorgesteld dat dat in uw land kon gebeuren?

Obama: Ik had het me vier jaar geleden niet kunnen voorstellen. Maar aan het einde van het presidentschap van Donald Trump ben ik niet verbaasd. Ik denk dat uit mijn boek blijkt dat ik eerder optimistisch ben. Mijn vrouw Michelle heeft de neiging om iets pessimistischer te zijn over de menselijke natuur. Ik probeer haar er dan aan te herinneren dat toen ik geboren werd, er in een groot deel van Amerika, waarschijnlijk ook in dit hotel, geen Afrikaans-Amerikaanse gasten waren. U en ik zouden elkaar alleen ontmoet hebben omdat ik uw bagage droeg. En toch zit ik hier nu, als voormalig president van de Verenigde Staten. Hoe frustrerend en ontmoedigend het nieuws soms kan zijn, in de loop der menselijke geschiedenis is negenenvijftig jaar, mijn leeftijd, maar een knipoog.

Een verdeeld land

We spreken elkaar in een hotel in Georgetown, een wijk in de federale hoofdstad waar de gelijknamige universiteit is gevestigd, in een sfeer van serene kalmte. Nauwelijks enkele kilometers verder betogen Trumpaanhangers vanuit het hele land – in Washington steunde 90 procent van de kiezers Biden – tussen het Witte Huis en het Capitool. Hun slogans stellen een fraude aan de kaak die alleen in hun hoofd bestaat en kondigen terloops ook de Apocalyps aan. Een oudere heer houdt een plakkaat omhoog: ‘Als Biden in het Witte Huis komt, is dat het einde van de Verenigde Staten.’

In zijn boek, dat meer dan achthonderd pagina’s telt – er komt nog een tweede deel – vertelt Obama de onwaarschijnlijke reis van een obscure verkozene in Illinois naar de Amerikaanse Senaat. Daar werd hij bijna onmiddellijk de kandidaat van de Democratische Partij voor het presidentschap, een sprankel hoop voor miljoenen Amerikanen. Zijn verkiezing zorgde voor een ongeziene explosie van vreugde. Maar vier jaar geleden werd iemand verkozen die, aldus Obama ‘haaks staat op alles waar wij voor stonden’. En dus vroeg ik hem hoe hij zich sindsdien heeft gevoeld.

Obama:Het lijdt geen twijfel dat er zowel in de Verenigde Staten als in de rest van de wereld aanzienlijke schade is aangericht. Als je de wetenschap en de feiten negeert, kan een pandemie harder toeslaan. Als je racistisch gedrag aanmoedigt, of in ieder geval vergeeft, dan voelen zij die zulke impulsen hebben zich gesterkt. Als je dictators op het wereldtoneel omarmt, dan wordt de toewijding aan de democratie minder.

In de afgelopen vier jaar zijn er ongetwijfeld momenten geweest waarop ik me gefrustreerd voelde, onder andere omdat ik in 2009 ook aantrad toen Amerika door een dal ging: er was de wereldwijde financiële crisis, en de Irakoorlog had dit land verdeeld en veel van onze bondgenoten van ons vervreemd. Acht jaar lang hebben we hard gewerkt om het aanzien van Amerika in de wereld te herstellen, om de economie weer op te bouwen. Tegen de tijd dat ik mijn kantoor verliet, stond Amerika sterk. Die vooruitgang onnodig moeten zien verdwijnen, dat is… Ja, zonder twijfel is er soms een gevoel van frustratie.

Hoe kijkt u naar de verkiezing van Biden?

Obama: Ik denk dat we in de voorbije verkiezingen hebben gezien hoe diep verdeeld Amerika is. Die verdeeldheid ging voor een deel vooraf aan Donald Trump, en een deel ervan zal ook na Trump blijven. Maar het staat vast dat hij de tegenstellingen heeft aangewakkerd. En ik weet dat Joe Biden een man is die verenigt, door zijn instinct en zijn karakter.

Ik heb geleerd dat het uitmaakt wat een president zegt en welke toon hij aanslaat. Hij kan niet elk probleem oplossen. Maar hij kan wel een bepaalde omgang aanmoedigen, burgerzin, begrip voor anderen. Op internationaal vlak kan hij de toon zetten als het gaat om de manier waarop we met onze bondgenoten omgaan, om hoe we diplomatie benaderen. En ik denk dat je met Joe Biden een terugkeer zult zien naar enkele van de tradities die ik probeerde te handhaven toen ik president was.

'Toen ik mijn kantoor verliet, stond Amerika sterk. Die vooruitgang moeten zien verdwijnen, dat is... Ja, soms is er een gevoel van frustratie.'
‘Toen ik mijn kantoor verliet, stond Amerika sterk. Die vooruitgang moeten zien verdwijnen, dat is… Ja, soms is er een gevoel van frustratie.’© Christopher Anderson/Magnum Photos

U bent uw hele presidentschap lang aangevallen, en daarna werd Donald Trump verkozen. Zelfs nu Biden president elect is, zien we hoe verdeeld de Verenigde Staten zijn, en hoe boos een deel van het land is. Bent u nog altijd even optimistisch?

Obama: Ja. Het is altijd een voorzichtig optimisme geweest, in de zin dat de geschiedenis niet alleen maar vooruitgaat. Het lijdt geen twijfel dat de mensheid de afgelopen 2000 jaar vooruitgang heeft geboekt. Er is minder geweld, meer kennis, meer gezondheid, en toch is er nog altijd oorlog en wreedheid. Er zijn nog altijd plaatsen waar mensen geen rechten hebben. Hetzelfde geldt voor Amerika. Amerika is een betere plek dan tweehonderd jaar geleden, maar racisme en ongelijkheid zijn er nog altijd.

Als president maakte ik er een gewoonte van om bijeenkomsten met jongeren te houden. Daarbij viel het altijd op dat ze, veel meer dan hun ouders of grootouders, overtuigd waren dat alle mensen gelijk zijn en moeten worden beoordeeld op hun karakter, en niet op hun huidskleur, hun religieuze achtergrond, hun geslacht of hun seksuele geaardheid. Ze omarmen het idee van een gemeenschappelijke mensheid. Maar er zijn nog altijd oudere kiezers die zich tegen die veranderingen verzetten, en er is een erfenis van instellingen die niet meer werken of in verval zijn. En dus heeft onze regering problemen die het moeilijk maken om snel te reageren. Als de partijen bovendien gepolariseerd zijn, kan ze in een impasse verzeilen. Mensen worden cynisch en raken ontmoedigd.

Ik erken dat de weg vooruit moeilijk zal zijn. Democratie is de moeilijkste regeringsvorm, omdat ze vraagt dat ieder van ons als burger voortdurend aandachtig is. Dat we onze leiders ter verantwoording roepen en kritisch analyseren wat er wordt gezegd. Dat is in deze moderne tijd moeilijker dan ooit.

Tekens aan de wand

De verdeeldheid in de Amerikaanse samenleving waarover Obama spreekt, bestaat al lang, maar is de laatste jaren tot een verontrustend niveau geëscaleerd. Het is interessant om te lezen hoe hij het fenomeen Sarah Palin beschrijft, de running mate van de Republikeinse presidentskandidaat John McCain in 2008. Voor de liberale elite was Palin door haar onwetendheid een mikpunt van spot. Obama voelde – en vreesde – iets anders. ‘Palin gaf er niet om dat de redactie van The New York Times of de luisteraars van National Public Radio haar capaciteiten in twijfel trokken’, schrijft hij. ‘Ze gebruikte die kritiek als bewijs van haar authenticiteit, omdat ze had begrepen (lang voor haar tegenstanders) dat de oude poortwachters hun relevantie verloren en dat Fox News, talkradio en de bouwkracht van sociale media haar het platform konden bieden dat ze nodig had om haar beoogde publiek te bereiken.’ Hij beschrijft de voorbode van Donald Trump, acht jaar voordat die op het podium verscheen. Ik vraag hem wat er anders had kunnen gebeuren.

Obama: Amerika heeft altijd een oorlogszuchtig narratief gehad. Er is een tegenstelling tussen de documenten van de founding fathers – die verklaren dat alle mensen gelijk geschapen zijn en geloven in de rechtsstaat, de vrijheid van meningsuiting en al die prachtige principes – en de realiteit van de slavernij, de decimering van inheemse stammen en de discriminatie van verschillende groepen. Enerzijds is er het verhaal dat zegt: laten we onze oorspronkelijke idealen waarmaken. Laten we inclusief zijn. Anderzijds zijn er mensen die nee zeggen, die privileges willen en hun status willen behouden.

Er zijn tijden waarin het verhaal over inclusie de bovenhand neemt, en er zijn tijden geweest waarin er verzet kwam tegen de veranderingen die daarmee gepaard gingen. Sarah Palin was een van de eerste tekens van verzet tegen wat mijn verkiezing betekende. Mijn belangrijkste horde als president was de bereidheid van de media om te doen alsof het verzet van haar of de Republikeinse Partij tegen mijn beleid op iets anders gebaseerd zou zijn dan het verlangen om terug te gaan naar de tijd waarin mensen zoals ik niet in het Oval Office zaten. Tegenwoordig zijn er zo veel media dat veel Republikeinse kiezers helemaal niets meer horen dat tegenspreekt wat Donald Trump zegt. Er is sprake van alternatieve feiten en een alternatieve realiteit. Die zien we opnieuw nu Donald Trump verklaart dat hij ‘de verkiezing niet verloren’ heeft – ook al is er geen bewijs.

Over ideeën moet je kunnen debatteren. Maar we zouden op z’n minst een gemeenschappelijke feitenbasis moeten hebben.

Een van de grote uitdagingen in democratieën wereldwijd is: hoe kunnen we teruggaan naar het punt waar we een gemeenschappelijke feitenbasis hebben? Over ideeën moet je kunnen debatteren. Maar we zouden het er minstens over eens moeten zijn dat de klimaatverandering echt is. We moeten het eens kunnen zijn over economische statistieken. Of over wie verkiezingen heeft gewonnen, wanneer de stemmen zijn geteld.

Er staan veel interessante inzichten over technologie en politiek in uw boek. Op een bepaald moment schrijft u: ‘Wat ik nog niet helemaal kon inschatten, was hoe kneedbaar technologie zou blijken, en hoe op een dag dezelfde instrumenten die me naar het Witte Huis hadden gebracht, zouden worden ingezet tegen alles waarvoor ik stond.’ Wanneer bent u zich van die risico’s bewust geworden?

Obama: De technologische evolutie verloopt ongelooflijk snel. De iPhone, bijvoorbeeld, is in 2010 op de markt gekomen: nauwelijks tien jaar geleden! Aanvankelijk gingen we ervan uit dat dat een goede evolutie was. Tijdens de Arabische Lente zag je dat mensen die opkwamen voor democratie op het Tahrirplein in Caïro Facebook en Twitter gebruikten om jongeren te organiseren tegen de onderdrukking door het regime van Hosni Moebarak. Maar nauwelijks enkele jaren later gebruikte de IS diezelfde instrumenten om terroristen te mobiliseren. De technologie die in een afgelegen dorp in Afrika kinderen toegang biedt tot een wereldwijde bibliotheek, kan in Myanmar gebruikt worden om een etnische zuivering tegen de Rohingya uit te voeren. We moeten een manier vinden om tegelijk de goede effecten van de sociale media te gebruiken en de slechte tegen te gaan. In liberale democratieën is dat moeilijker, omdat we een traditie van vrijheid van meningsuiting hebben. De vraag is: is er een combinatie van regelgeving en bedrijfspraktijken die kan helpen om een deel van de schade te beperken?

Een van de lessen die we hebben geleerd tijdens het presidentschap van Trump is dat veel dingen die een samenleving bij elkaar houden niet zijn opgeschreven in een code. Het zijn verwachtingen en waarden die worden overgedragen en tradities die we opnieuw moeten opbouwen, en die we aan onze kinderen moeten leren. Michelle en ik praten vaak over hoe we een onderwijssysteem kunnen creëren dat kinderen in staat stelt om kritisch te denken en te begrijpen dat er objectieve waarheden bestaan. Dat de verlichtingswaarden van logica, rede, feiten en objectiviteit helpen om het moderne leven uit te bouwen. U en ik zijn opgegroeid in de veronderstelling dat iedereen die waarden omarmt. We zijn erachter gekomen dat we die tradities moeten versterken, omdat de geest van de Duistere Tijden blijft klaarstaan om terug te keren.

Barack Obama, Een beloofd land, Hollands Diep, 864 blz., 45 euro.
Barack Obama, Een beloofd land, Hollands Diep, 864 blz., 45 euro.

De nalatenschap

In haar recensie van Een beloofd land voor The New York Times munt de prominente Nigeriaanse schrijfster Chimamanda Ngozi Adichie de uitdrukking ‘een Obama doen’. Daarmee beschrijft ze zijn neiging om alles te blijven overdenken en af te wegen om uiteindelijk geen standvastige houding aan te nemen. Voor veel progressieven was het een grote teleurstelling dat Obama ‘een Obama deed’ over zaken waarover ze klinkende verklaringen verwachtten, zoals racisme, ongelijkheid of buitenlands en militair beleid.

U hebt campagne gevoerd rond het idee van change. Maar keer op keer rechtvaardigt u in uw boek waarom die verandering niet verder kon gaan dan wat u uiteindelijk hebt aanvaard, voorgesteld of in wetgeving vastgelegd. Hadden de Verenigde Staten niet meer verandering aangekund?

Obama: Het is niet abnormaal dat je achteraf gezien meer gedaan had willen krijgen. Neem de gezondheidswet die we hebben aangenomen: drieëntwintig miljoen mensen die voordien geen ziekteverzekering hadden, hebben die vandaag wel. Uiteindelijk werd ik beperkt door het aantal stemmen dat ik tot mijn beschikking had. Een van de wetmatigheden van de politiek – althans in een democratie – is dat het niet uitmaakt hoe gewaagd je voorstellen zijn. Vroeg of laat is het een kwestie van wiskunde: heb je de stemmen om het goedgekeurd te krijgen?

Wat ik me bij het schrijven van het boek realiseerde, is dat mijn voorstellen eigenlijk net zo moedig waren als ik wilde. Op een bepaald moment moet je beslissen: neem ik dit halve brood of neem ik er geen? Telkens als ik in het Witte Huis discussieerde met mijn medewerkers over hoever we mochten gaan in het compromis, vroegen we ons af: is dit beter dan wat we nu hebben? En als het antwoord dan was: ‘Ja, het is beter’, zei ik dat beter goed genoeg was. Je mag het ideale niet de vijand van het goede maken.

Als ik het allemaal opnieuw zou doen, zou ik waarschijnlijk een aantal beginnersfouten niet meer maken: hoe ik onze doelen beschreef, hoe ik onze ideeën probeerde te promoten. Ik zou de gevaren waarvoor ik beducht moest zijn waarschijnlijk beter herkennen.

Had u de terugslag niet voorzien die op uw presidentschap gevolgd is?

Obama: Ik heb die backlash altijd verwacht. Toen de Democraat Franklin Delano Roosevelt in 1933 aantrad na de Republikein Herbert Hoover, was de Grote Depressie al drie jaar aan de gang: iedereen wist wie daar schuld aan had. Toen mijn regering aan het werk ging, begon het net slecht te gaan. Voor kiezers was het dus moeilijker om uit te maken wie daarvoor verantwoordelijk was. En net doordat we het bloeden hadden gestopt en het niet zo erg was geworden als tijdens de Grote Depressie, voelden mensen dat ze ter discussie konden stellen waarom we al dat geld aan stimulusprogramma’s hadden moeten uitgeven. Ik had niet verwacht dat Donald Trump verkozen zou worden, maar wel dat als dat zou gebeuren het maar voor één termijn zou zijn.

***

In zijn boek beschrijft Obama een ontluisterende scène met zijn vrouw Michelle, die zich verzette tegen de almaar intensere deelname van haar man aan de politiek. Voor haar was meedoen aan de presidentsverkiezing geen optie. Ze vroeg hem ronduit: ‘Waarom jij, Barack, waarom moet jij president worden?’ Hij raakte verloren in gedachten. ‘Barack?’ herhaalde ze. Obama bracht een paar verdedigingslinies in stelling, dacht nog eens na en antwoordde: ‘Er is één ding waar ik niet aan twijfel. Ik weet dat de dag dat ik mijn rechterhand opsteek en beëdigd wordt als president van de Verenigde Staten, de wereld dit land op een andere manier zal gaan zien. En ik weet dat alle kinderen in Amerika zichzelf op een andere manier zullen zien, hun horizon zal worden verbreed, hun mogelijkheden zullen toenemen. Alleen al daarvoor… is het de moeite waard.’ De kamer viel stil. Michelle staarde hem aan gedurende wat voor hem een eeuwigheid leek. En uiteindelijk zei ze: ‘Dat was helemaal geen slecht antwoord.’ Obama kon zien hoe de leden van zijn team zich de beëdiging van de eerste Afrikaans-Amerikaanse president van de Verenigde Staten voorstelden.

Ik had niet verwacht dat Donald Trump verkozen zou worden, maar wel dat als dat zou gebeuren het maar voor één termijn zou zijn.

Hebt u dat doel bereikt?

Obama: Ik heb nooit geloofd dat mijn verkiezing ervoor zou zorgen dat discriminatie zou verdwijnen of dat zwarte en bruine kinderen niet langer extra barrières zouden ondervinden vergeleken met blanke kinderen. Maar ik geloofde wel dat de aanblik van iemand met mijn uiterlijk die het hoogste ambt in het land bekleedde op subtiele en minder subtiele manieren een boodschap zou zijn aan kinderen. Ik denk dat mijn presidentschap veranderd heeft hoe zij over zichzelf en over elkaar dachten.

Hij vertelt het verhaal over een jongen wiens ouders voor hem werkten. De jongen bezocht samen met hen het Oval Office. Toen het tijd was om een foto te maken, vroeg hij of het kroeshaar van de president net zoals het zijne aanvoelde.

Obama: Dus ik zei: ‘Waarom voel je zelf niet even?’ Waarop ik voorover boog en hij mijn hoofd aanraakte en zei: ‘O, het is net hetzelfde!’ De foto die onze fotograaf Pete Souza van dat moment nam, is een van mijn favoriete foto’s uit het Oval Office. Die kleine jongen besefte: oké, deze zeer belangrijke man is eigenlijk net zoals ik. En zoiets heeft op verschillende manieren een positieve impact, niet alleen op het leven van één kind maar op dat van alle inwoners van dit land.

© El Pais

Barack Obama

— 1961 geboren in Honolulu, Hawaï

— 1991 studeert cum laude af in de rechtsgeleerdheid aan Harvard University. Gaat aan de slag als advocaat in Chicago

— 2004 verkozen als Democratisch senator voor Illinois

— 2009-2016 president van de Verenigde Staten van Amerika

— Auteur van Geloven in verandering (2007) en Een beloofd land (2020)

Partner Content