‘In Oost-Congo wordt de situatie voor de lokale bevolking problematischer nu duidelijk werd dat M23 met de steun van Rwanda de stad Uvira heeft ingenomen’, schrijft Céline Pirard van Broederlijk Delen. Ze vindt het stilzwijgen van Europa over de toestand in regio onbegrijpelijk.
Terwijl Donald Trump zichzelf feliciteert met het vredesakkoord dat vorige donderdag tussen Congo en Rwanda werd ondertekend, escaleert het geweld in Oost-Congo verder. De afgelopen dagen rukten de door Rwanda gesteunde M23-rebellen vanuit Bukavu op richting Uvira en namen deze in. Deze Congolese strategische stad ligt op de grens met Burundi, op amper 25 kilometer van de Burundese economische hoofdstad Bujumbura.
Door de val van Uvira stijgt de spanning in Burundi. De schrik zit er diep in dat het geweld de grens oversteekt. Deze week kwamen al projectielen neer op Burundees grondgebied en tienduizenden Congolese vluchtelingen trekken momenteel de grens over richting Burundi. Het Burundese leger, dat ondertussen al geruime tijd de Congolese troepen ondersteunt, leed meerdere verliezen. M23 aan de macht in Uvira is dan ook niets minder dan een rechtstreekse bedreiging voor het Burundese regime.
Ook in Congo zelf ziet men de opmars van M23 met lede ogen aan. De zuidelijke provincies, rijk aan kobalt en koper, komen door de verovering van Uvira in het vizier van de rebellen. De hoop dat het nieuwe vredesakkoord een einde zou maken aan meer dan dertig jaar geweld was van meet af aan beperkt. Het akkoord is in essentie een transactionele deal met economische beloften: Trump lijkt vooral geïnteresseerd in de bodemrijkdommen van de regio én in zijn imago als vredestichter. In ruil voor een zogenaamde vrede krijgt de VS makkelijker toegang tot deze gegeerde grondstoffen.
Maar precies dat transactionele karakter laat de diepere oorzaken van het conflict volledig ongemoeid. Zo werd M23, een van de hoofdrolspelers op het slagveld, niet betrokken bij de onderhandelingen. Evenmin kregen buurlanden zoals Burundi en Oeganda een volwaardige plek aan de onderhandelingstafel. Daarenboven luistert men niet naar de bevolking, al decennialang het grootste slachtoffer van het conflict.
De erkenning van miljoenen slachtoffers en de vervolging van daders ontbreekt volledig in dit proces. Zonder regionale inbedding, zonder inclusie van alle betrokken actoren én zonder aandacht voor de noden van burgers, blijft het akkoord uiteindelijk weinig meer dan een deal over grondstoffen en valse beloftes.
Komende maandag, 15 december, komt minister van Buitenlandse Zaken Prévot naar maandelijkse gewoonte samen met zijn Europese collega’s binnen de Raad van Buitenlandse Zaken van de EU. Sinds februari is het conflict in Oost-Congo geen agendapunt meer waard.
Intussen lijkt duidelijk dat het dossier deze keer wél op de agenda zal staan, mede door aanhoudende druk vanuit het middenveld. Een noodzakelijke en langverwachte stap gezien de dramatische ontwikkelingen in de regio. Het is hoog tijd dat Europa haar rol binnen de regio ernstig neemt en meewerkt aan een duurzame vrede.
De Europese Unie moet daarbij onomwonden de schendingen van het internationaal recht door M23 en alle betrokken partijen aanklagen, druk uitoefenen op de strijdende actoren om de wapens neer te leggen en haar economische banden met Rwanda kritisch evalueren.
Het dossier staat eindelijk opnieuw op de agenda. De echte toets volgt maandag: toont Europa daadkracht en grijpt het dit momentum aan? Of laat het opnieuw na om te handelen en moet het binnen zes maanden met lede ogen toekijken hoe Donald Trump zijn zoveelste zogenaamde vredesakkoord presenteert, dit keer tussen Burundi en Rwanda?
Céline Pirard is beleidsmedewerker Congo bij Broederlijk Delen.
Lees ook:
– ‘Ontwikkelingshulp haalt een land niet uit armoede: cliëntelisme en corruptie bij lokale politici houden het status quo in stand’
– Chelgate: Rwanda heeft weer een beter imago, dankzij ‘sokpoppen’ op sociale media
– ‘Donald Trump heeft gelijk: West-Europa is zijn eigen graf aan het graven’