In de jongste ranking van Reporters zonder Grenzen (RZG) is het slechter dan ooit gesteld met de persvrijheid. “Globaal genomen zit de persvrijheid in 2025 op een dieptepunt”, zegt RZG vrijdag, in de aanloop naar de internationale dag van de persvrijheid zaterdag.
Europa blijft evenwel de regio waar journalisten meestal vrij kunnen berichten, zegt RZG. Noorwegen voert de ranking aan, gevolgd door Estland en Nederland. Onderaan bungelen China, Noord-Korea en Eritrea, op plaatsen 178 tot 180.
De situatie was enkel ‘goed’ in zeven landen, allemaal Europese. ‘Bovenop een fragiele veiligheidssituatie en toenemende autoritarisme, veroorzaakt economische druk problemen voor media overal ter wereld’, zegt RZG.
België zit daar niet bij, al scoort ons land nog een ‘voldoende’. Het zakt twee plaatsen, van 16 naar 18, na IJsland, maar voor Trinidad and Tobago. ‘Ondanks een relatief grote mate van van vertrouwen in de media, ervaren Belgische journalisten soms intimidatie en geweld bij het coveren van protest. Online bedreigingen zijn geen uitzondering en – vooral – gericht tegen vrouwen. De mediasector is beschermd door een effectief wettelijk kader, maar pogingen tot censuur zijn een onrustwekkende ontwikkeling’, klinkt het.
Met dat laatste verwijst RZG naar verschillende rechtszaken die aangespannen werden voor publicatie om berichtgeving te censureren.
‘Meer dan de helft van de wereldbevolking leeft in landen met een “zeer ernstige” situatie’, zegt Anja Osterhaus, directeur van RZG. ‘Onafhankelijke journalistiek is een doorn in het oog van autocraten.’ Osterhaus zegt dat dat op zijn beurt een economische impact heeft. ‘Als media financieel droog staan, wie zal dan desinformatie en propaganda ontmaskeren? Bovenop onze dagelijkse strijd voor de veiligheid van journalisten, zijn we daarom begaan met het versterken van de economische fundamenten van journalistiek.’
Media hebben moeite om duurzaam te functioneren in 160 landen, klinkt het.
