Nobelprijswinnares over kernwapens in Kleine Brogel: ‘Jullie regering is ronduit hypocriet’

Beatrice Fihn © Reuters
Kamiel Vermeylen

‘We leven in een bijzonder zorgwekkende periode.’ Dat zegt Beatrice Fihn, directrice van de Internationale Campagne voor de Afschaffing van Kernwapens, die in 2017 voor haar organisatie de Nobelprijs voor de Vrede in ontvangst nam.

In 2017 keurden 122 landen de tekst van het VN-verdrag voor een verbod op kernwapens goed. Toch namen de kernwapenlanden en de NAVO-lidstaten, op Nederland na, niet deel aan de onderhandelingen. Ook de Belgische federale regering stuurde haar kat, hoewel uit een recente rondvraag blijkt dat meer dan twee derde van onze landgenoten het verdrag steunt.

Het kernwapenvraagstuk is in België momenteel bijzonder actueel. Zo zal de volgende federale regering beslissen of de nieuwe Amerikaanse gevechtsvliegtuigen al dan niet kernwapens moeten kunnen dragen. Bovendien zullen de B61-kernbommen de komende bestuursperiode tijdelijk uit Kleine Brogel verdwijnen omdat ze in de Verenigde Staten worden gemoderniseerd. Voor sommigen dé gelegenheid om definitief komaf te maken met hun aanwezigheid op Belgische bodem.

‘De houding van de Belgische regering is ronduit hypocriet’, zegt Beatrice Fihn aan Knack. De Zweedse is directrice van de Internationale Campagne voor de Afschaffing van Kernwapen en mocht voor haar inspanningen in 2017 de prestigieuze Nobelprijs voor de Vrede in ontvangst nemen. Toch is het voor haar voorlopig bang afwachten. Pas wanneer 50 landen het Verdrag ondertekenen en ratificeren, gaat het verbod van kracht. Al geldt dat verbod enkel voor de landen die het Verdrag hebben ondertekend.

Fihn: Ik hoop dat we binnen twee jaar kunnen landen, al voeren de nucleaire staten natuurlijk de druk op. Ik was zopas op een bijeenkomst van de Afrikaanse Unie waar de vijf permanente leden van de VN-Veiligheidsraad zeer assertief optraden over het kernwapenverbod. Er wordt mee gedreigd om staatsbezoeken af te blazen en hulpprogramma’s op te schorten indien Afrikaanse landen het verdrag onderschrijven en ratificeren. Toch zal ons dat niet tegenhouden.

Het kernwapenverbod is een radicale stap. Had een meer pragmatische aanpak er niet voor kunnen zorgen dat ook de kernwapenstaten hadden meegedaan?

Fihn: Is het verdrag werkelijk radicaal omdat we buitensporig geweld trachten te voorkomen? Omdat we willen garanderen dat reactie op eventueel geweld proportioneel blijft? Het verdrag verbiedt het gebruik, de ontwikkeling, het bezit en het transport op exact dezelfde manier als biologische en chemische wapens verboden zijn. Het volgt simpelweg de standaarden van het internationale recht en is daarom veeleer een logische volgende stap in het ontwapeningsproces.

Als puntje bij paaltje komt, wil jullie regering niet uitvoeren wat ze eerder heeft goedgekeurd.

Beatrice Fihn, directrice van de Internationale Campagne voor de Afschaffing van Nucleaire wapens

We zijn er ons voor alle duidelijkheid heel goed bewust dat non-proliferatie een lang en moeilijk proces is. Zeventwintig jaar na datum zijn de Verenigde Staten nog steeds bezig met de ontmanteling van hun arsenaal aan chemische wapens. Het duurt lang, maar het werkt wel.

België heeft niet aan de onderhandelingen deelgenomen en weigert het verdrag goed te keuren. Wat vindt u van die houding?

Fihn: De Belgische regering keurde in 2015 een resolutie goed om nucleaire wapens van het Belgische grondgebied te verwijderen. Maar als puntje bij paaltje komt, wil jullie regering dus niet uitvoeren wat het eerder heeft goedgekeurd. Dat is een ronduit hypocriete houding.

Vanwaar dat dubieuze standpunt?

Fihn: Velen zijn nog steeds overtuigd van het achterhaalde idee dat nucleaire wapens voor vrede en stabiliteit zorgen. In de praktijk zien we echter dat de wereld steeds een onveiligere plaats wordt. We leven niet langer in een bipolaire wereld waarin twee blokken op een relatief voorspelbare manier om hegemonie strijden. Intussen zijn er tal van regionale spelers die met behulp van nieuwe technologieën meedingen naar een deel van de koek. Voeg aan dat recept nucleaire wapens toe en je krijgt plots een bijzonder gevaarlijke cocktail die door de kleinste inschattingsfout honderden miljoenen levens kan kosten.

Waarom moet België zich ertoe verbinden om kernwapens te verbieden als anderen daartoe niet bereid zijn? Lijdt het dan geen relatief verlies ten opzichte van de andere staten?

Fihn: Probleem is dat landen zoals België bij de eersten waren om niet mee te werken aan het nieuwe verbodsverdrag. Hun argumentatie houdt geen steek. Als landen zoals België daadwerkelijk wilden dat iedereen mee aan tafel kwam zitten, hadden ze zelf het voortouw kunnen nemen. Door die stap niet te zetten, gaven ze andere landen net de uitvlucht om hun kat te sturen. Bovendien zat Iran aanvankelijk wel mee aan tafel. Ook China toonde de bereidheid om mee te onderhandelen, maar werd onder druk gezet door Frankrijk, het Verenigd Koninkrijk en de Verenigde Staten. Bovendien slagen ongeveer 150 landen er wel in om zich zonder kernwapens te verdedigen. Je hebt zulke wapens niet nodig om je mannetje te staan.

Toch wordt wel eens beweerd dat Rusland de Krim nooit zou hebben geannexeerd indien Oekraïne in 1994 haar kernwapens niet had afgestaan.

Fihn: Kernwapens zijn geen sluitende garantie op vrede. Het recent conflict tussen India en Pakistan (beide kernwapenstaten, nvdr.) toont aan dat beide landen er niet voor terugschrikken om elkaar aan te vallen. Misverstanden of ongelukken loeren altijd om de hoek.

Begin vorig jaar, tijdens de hoogoplopende spanningen tussen de Verenigde Staten en Noord-Korea, kreeg Hawaii plots het bericht dat het werd aangevallen door middel van een ballistische raket. Gelukkig was het vals alarm, maar iedereen was er op dat moment van overtuigd dat het echt was. Wat als iemand op dat crisismoment beslist om de tegenaanval in te zetten? Ik heb van voorstanders van nucleaire wapens nog nooit vernomen wat er moet gebeuren wanneer het misloopt. Vroeg of laat gaat het echt een keer fout, met alle gevolgen van dien.

Beatrice Fihn
Beatrice Fihn© Reuters

Op Nederland na nam geen enkele NAVO-lidstaat deel aan de onderhandelingen over het kernwapenverbod. Blijkbaar vormt de Verdragsorganisatie een belangrijk struikelblok.

Fihn: De NAVO-landen zijn voor alle duidelijkheid niet verplicht om nucleaire wapens op hun grondgebied toe te staan. Sommige landen, waaronder Spanje, verbieden de aanwezigheid van kernwapens op hun bodem in vredestijd. Nochtans blijven zij volwaardige NAVO-partners. Landen moeten gewoon het initiatief durven nemen. Ook bij het verbod op onder meer antipersoonsmijnen en clustermunitie waarschuwde de Verdragsorganisatie dat het de alliantie zou ondermijnen. Intussen zien we dat zulke maatregelen daarentegen alleen maar een positief effect hebben gehad.

In diplomatieke kringen weerklinkt het argument dat België enkel de kernwapens kan verwijderen indien het twee procent van het bbp aan Defensie zou besteden. Moet België die afweging maken?

Fihn: ICAN voert voor alle duidelijkheid geen campagne tegen militaire middelen in het algemeen. We proberen vooral duidelijk te maken dat kernwapens de veiligheidscontext verslechteren en niet verbeteren. Toch ben ik er niet van overtuigd dat hogere defensie-uitgaven tot meer vrede zullen leiden. De meest veilige landen zijn diegenen die het meest uitgeven aan onderwijs, gezondheidszorg en sociale zekerheid. Daarvoor hoef je noch in de NAVO te zitten of kernwapens te bezitten. Kijk maar naar Oostenrijk, Zweden of Finland.

Het feit dat Syrisch president al-Assad liegt over het gebruik van chemische wapens wijst erop dat ook hij internationale normen respecteert.

Beatrice Fihn

Is dat niet een te naïeve opvatting in een wereld waarin het multilateralisme plaats lijkt te maken voor rauwe machtspolitiek?

Fihn: In de Verenigde Staten denkt men ook veiliger te zijn wanneer men slaapt met een geweer onder het hoofdkussen. Maar in realiteit komen veel meer mensen om door ongelukken en misverstanden dan elders ter wereld. Hetzelfde geldt voor kernwapens: ze creëren hoogstens een veiligheidsgevoel. Probleem bij nucleaire wapens is dat het niet om een individueel ongeluk kan gaan. Loopt het een keer fout, dan zijn de gevolgen niet te overzien.

De Verenigde Staten willen de Amerikaanse B-61-kernwapens in Kleine Brogel moderniseren. Daarnaast moet onze volgende regering beslissen of de F-35-gevechtsvliegtuigen kernwapens moeten kunnen dragen.

Fihn: Als België voor beide opties kiest, dan ondergraaft jullie land het Non-Proliferatieverdrag dat het zelf heeft ondertekend. Daarmee zou het onder meer Noord-Korea en Iran het signaal geven dat ook zij het recht hebben om kernwapens te ontwikkelen en op te slaan. Als een veilige haven als België zo’n drastische afschrikking nodig heeft, kan je je voorstellen dat zulke landen ook kernwapens willen.

Als België niet langer kernwapens wil opslaan, zullen andere Europese landen zich zonder twijfel aandienen om die taak over te nemen. Zo onderhoudt Polen momenteel een uitstekende militaire relatie met de Verenigde Staten. Maar Warschau heeft niet dezelfde kennis en ervaring om met nucleaire wapens om te gaan. Zou het niet net veiliger zijn als de kernbommen gewoon in België blijven?

Fihn: Dat argument gaat voorbij aan de kern van de zaak. Nucleaire wapens zijn nergens veilig. Niet op Belgische bodem, niet op Poolse bodem.

De Verenigde Staten zeggen intussen aan kruissnelheid bilaterale en multilaterale wapenverdragen op. De Iran-deal en het INF-verdrag zijn verleden tijd, terwijl de onderhandelingen over de verlenging van het New Start-verdrag bijzonder moeizaam verlopen. Waar ziet u dit eindigen?

Fihn: We leven momenteel in een bijzonder zorgwekkende periode, die tegelijkertijd ook enorme kansen biedt. Elke keer wanneer er in het verleden een nucleaire crisis dreigde, zijn er grote stappen voorwaarts gezet. Het non-proliferatieverdrag kwam er na de Cubacrisis, terwijl het INF-verdrag een reactie was op de spanningen tussen de Verenigde Staten en de Sovjet-Unie in de jaren tachtig. Ook nu heb ik de indruk dat opnieuw het besef groeit dat het zo niet verder kan. We moeten erop blijven aandringen dat kernwapens eigenlijk geen legitieme wapens zijn. Wanneer het verzet bij de bevolking groeit, dan zullen staatshoofden en regeringsleiders vroeg of laat gehoor moeten geven aan die verzuchtingen.

Dat argument is natuurlijk vooral van toepassing in democratieën, waar politieke leiders min of meer aansprakelijk zijn voor hun beslissingen.

Fihn: Ook Syrisch president al-Assad liegt over het gebruik van chemische wapens, terwijl hij die wel degelijk heeft ingezet. Het wijst erop dat ook hij internationale normen erkent. En dat terwijl Syrië het verbodsverdrag voor chemische wapens niet eens heeft ondertekend en al-Assad amper verantwoording moet afleggen aan zijn bevolking. Campagne voeren heeft wel degelijk zin en genereert evenzeer impact in landen die geen democratie kennen.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content