De Nobelprijs voor Geneeskunde of Fysiologie gaat dit jaar naar de Amerikaan James P. Allison en de Japanner Tasuku Honjo, zo heeft het Karolinska Instituut maandag meegedeeld. De onderscheiding komt hen toe omdat ze met een eiwit een nieuwe vorm van behandeling tegen kanker hebben uitgewerkt.
De twee wetenschappers krijgen de prestigieuze prijs voor hun onderzoek naar de behandeling van kanker, meer bepaald door een therapie om negatieve immuumregeling te remmen, zo luidt het in de motivering. Allison, geboren in 1948 in Texas, bestudeerde een eiwit, CTLA-4, dat als een rem op het immuniteitssysteem werkt. Hij realiseerde zich het potentieel om de rem op te heffen, en onze immuniteitscellen aan het werk te zetten om tumoren te bekampen. Ook Honjo, geboren in Kyoto in 1942, ontdekte een soortgelijk eiwit, maar PD-1 werkt op een andere manier.
Niettemin is het ook zeer efficiënt in de strijd tegen de ziekte. De Nobelprijs voor Geneeskunde wordt sinds 1901 toegekend, in die periode negen keer niet. Er waren in al die tijd 216 individuele laureaten. Er waren vier Belgen bij: Jules Bordet in 1919, Corneille Heymans in 1938, en Albert Claude en Christian de Duve, die in 1974 de prijs deelden met de Amerikaan George Emil Palade. Vorig jaar was de prijs voor drie Amerikanen: Jeffrey Hall, Michael Rosbash en Michael Young. De Nobelprijs voor Geneeskunde is dit jaar negen miljoen Zweedse kroon, omgerekend 870.000 euro, waard.