Roberto Savio

‘Naderen we het einde van de Pax Americana?’

Roberto Savio Medeoprichter en oud-voorzitter van persagentschap IPS

Roberto Savio, medeoprichter van persagentschap IPS, ziet met Donald Trump een einde komen aan twee eeuwen Angelsaksische overheersing. ‘Zal de wereld in staat zijn een wereldorde te scheppen zonder de Verenigde Staten als middelpunt?’

Het wordt tijd om het niet langer te hebben over wat de onlangs gekozen president Donald Trump doet of zou kunnen doen, maar hem te zien in historisch perspectief. Eenvoudig gezegd markeert Trump het einde van een Amerikaans tijdperk.

Of we het leuk vinden of niet, in de afgelopen twee eeuwen werd de hele planeet gedomineerd door de Engelstalige wereld. Eerst was er de Pax Britannica (van het begin van de negentiende eeuw, toen Groot-Brittannië zijn koloniale rijk begon uit te bouwen, tot het einde van de Tweede Wereldoorlog), gevolgd door de Verenigde Staten en de Pax Americana, met de opkomst van het zogenoemde Westen.

Naderen we het einde van de Pax Americana?

De Verenigde Staten kwamen uit de Tweede Wereldoorlog als de grootste winnaar en oprichter van wat belangrijke internationale instituten werden, van de Verenigde Naties tot de Wereldbank en het Internationaal Monetair Fonds (IMF). Europa werd gereduceerd tot de rol van volger. Door het Marshallplan werden de Verenigde Staten in feite de kracht achter de wederopbouw in Europa na de oorlog.

Als winnaar was het belangrijkste doel van de Verenigde Staten om een “wereldorde” te creëren gebaseerd op zijn waarden, en te functioneren als bewaker van die orde. Zo werden de Verenigde Naties opgericht met een Veiligheidsraad die een veto kon uitspreken over elke resolutie, en werd de Wereldbank opgericht met de Amerikaanse dollar als wereldmunt. Niet met een echte wereldmunt, zoals de Britse econoom en afgevaardigde John Maynard Keynes had voorgesteld. De oprichting van de Noord-Atlantische Verdragsorganisatie (NAVO) – als antwoord op dreiging van de Sovjet-Unie – was een volledig Amerikaans idee.

Modeldemocratie

Het lexicon van internationale relaties was grotendeels gebaseerd op Angelsaksische woorden, zoals accountability, gender mainstreaming en sustainable development. Woorden die vaak moeilijk in andere talen te vertalen waren. Frans en Duits verdwenen als internationale talen en levensstijl werd een Amerikaans exportproduct, van muziek en voedsel tot films en kleding. Dit alles hielp mee om de Amerikaanse mythe te versterken.

De Verenigde Staten schoven zichzelf naar voren als “model voor democratie” in de wereld, uitgaand van de aanname dat wat goed was voor de VS, zeker goed was voor alle andere landen. De VS zagen voor zichzelf een uitzonderlijke rol weggelegd, gebaseerd op zijn geschiedenis, succes en bijzondere relatie met God. Alleen Amerikaanse presidenten kunnen spreken in het belang van de mensheid en daarbij God aanroepen. Het economische succes van de Verenigde Staten was alleen maar een bevestiging van die bijzondere rol, maar de vaak bejubelde Amerikaanse droom dat iedereen rijk kan worden, was elders onbekend.

De eerste fase van de Amerikaanse politiek na de Tweede Wereldoorlog was gericht op multilateralisme, internationale samenwerking en respect voor het internationaal recht en vrijhandel. Een systeem dat de centrale rol en macht van de VS garandeerde, versterkt door zijn militaire kracht.

De Verenigde Naties, die na de oprichting in 1945 in een paar decennia groeiden van 51 landen naar bijna 150 landen, was het forum voor internationale samenwerking gebaseerd op de waarden van universele democratie, sociale rechtvaardigheid en gelijke participatie. In 1974 nam de Algemene Vergadering van de VN unaniem het Charter of Economic Rights and Duties of States aan. Dat was het eerste (en enige) plan voor wereldwijd bestuur. Het was een actieplan om de ongelijkheid in de wereld tegen te gaan en welvaart en economische productie te herverdelen. De VS beschouwden dit plan echter al snel als een dwangbuis.

Reagan, die een enthousiaste Britse premier Margaret Thatcher trof, smoorde het plan voor wereldwijd bestuur in de kiem. De wereld keerde van multilateralisme terug naar de oude machtspolitiek, in slechts twee dagen tijd.

Ronald Reagan

De komst van Ronald Reagan in het Witte Huis in 1981 markeerde een abrupte verandering van de fase waarin het Amerikaanse beleid gebaseerd was op multilateralisme en gedeelde internationale samenwerking. Een paar maanden voor zijn installatie als president had Reagan de Economische Noord-Zuidtop in Cancún (Mexico) bijgewoond. Tweeëntwintig regeringsleiders, met China als enig socialistisch land, kwamen daar bijeen om te spreken over de implementatie van de resolutie van de Algemene Vergadering.

Reagan, die een enthousiaste Britse premier Margaret Thatcher trof, smoorde het plan voor wereldwijd bestuur in de kiem. De wereld keerde van multilateralisme terug naar de oude machtspolitiek, in slechts twee dagen tijd. De VS weigerden eenvoudigweg dat hun toekomst bepaald zou worden door anderen – en daarmee begon de invloed van de Verenigde Naties te tanen. De VS weigerden internationale verdragen of verplichtingen aan te gaan.

De Amerikaanse droom en het idee van het bijzondere lot van de VS werden versterkt door de retoriek van Reagan, die zelfs sprak over een “Amerikaanse God”.

Het is van belang om op te merken dat, naar het voorbeeld van Reagan, alle andere grote machten blij waren verlost te zijn van het multilateralisme. De regering-Reagan, die een bondgenoot vond in Thatcher, liet op niet eerder vertoonde wijze zien hoe de waarden en praktijken van internationale relaties vernietigd kunnen worden. Het feit dat Reagan vaak beschouwd wordt als een van de populairste presidenten in de geschiedenis van de VS, laat zien hoe weinig waarde de gemiddelde Amerikaan hecht aan internationale samenwerking.

Onder Reagan speelden drie belangrijke ontwikkelingen die grote invloed hebben gehad op de wereld. Ten eerste was er de deregulering van het financiële systeem in 1982, die in 1999 werd versterkt door president Bill Clinton. Dat leidde tot een suprematie van de financiële wereld, met gevolgen die vandaag nog indringend duidelijk zijn.

Ten tweede volgde in 1989 de komst van een economische visie gebaseerd op suprematie van de markt als drijvende kracht achter samenlevingen en internationale relaties, de zogenoemde Washington Consensus. Die visie opende de deur voor neoliberalisme als de onbetwiste economische doctrine.

Ten derde kwam, ook in 1989, met de val van de Berlijnse muur een einde aan de ‘dreiging’ van het Sovjetblok.

Globalisering

Het was op dit moment dat de term ‘globalisering’ een buzzwoord werd, en dat de Verenigde Staten opnieuw in de schijnwerpers stonden. De economische superioriteit van de VS, in combinatie met de internationale financiële instituten waar de VS in feite de scepter zwaaiden, en het feit dat de ‘dreiging’ van de Sovjet-Unie niet meer bestond, plaatsten het land opnieuw in het middelpunt van de wereld.

Zoals Henry Kissinger, minister van Buitenlandse Zaken onder de presidenten Richard Nixon en Gerald Ford, ooit zei: “Globalisering is een ander woord voor Amerikaanse dominantie.”

Globalisering is een ander woord voor Amerikaanse dominantie.

Henry Kissinger

Deze fase liep van 1982 tot de financiële crisis van 2008, toen Amerikaanse banken instortten, gevolgd door besmetting in Europa. Nu werden er noodgedwongen vragen gesteld bij de Washington Consensus, die voorheen niet ter discussie stond.

De twijfels over het systeem werden ook luidkeels verwoord door de groeiende mobilisatie van het maatschappelijk middenveld (het Wereld Sociaal Forum bijvoorbeeld werd in 1981 opgericht) en door veel economen die voorheen zwegen.

De laatsten wezen erop dat macro-economie – het gewenste instrument voor globalisering – alleen keek naar de grote cijfers. Als in plaats daarvan micro-economie werd gebruikt, stelden ze, zou duidelijk worden dat er een zeer oneerlijke verdeling van groei was (die niet verward moet worden met ontwikkeling), en dat delokalisatie en andere maatregelen die de impact van de globalisering negeerden, desastreuze consequenties hadden.

Kloof tussen arm en rijk

De rampen die een gevolg waren van drie eeuwen hebzucht als belangrijkste waarde van de “nieuwe economie”, werden duidelijk in cijfers die een ongekende concentratie van rijkdom aantoonden in de handen van enkelen, met veel slachtoffers, vooral onder de jongere generatie.

Dat alles ging vergezeld van twee nieuwe dreigingen. Als eerste de explosie van islamitisch terrorisme, alom erkend als gevolg van de invasie in Irak in 2003. Als tweede massamigratie, die grotendeels op gang kwam na de oorlog in Irak, maar die zich vermenigvuldigde na de interventies in Syrië en Libië in 2011, en waarvoor de VS en de Europese Unie de volledige verantwoordelijkheid dragen.Van de ene op de andere dag is de wereld van hebzucht in angst beland. Het zijn volgens politici de twee drijvende krachten achter historische verandering, volgens veel historici.

Dat brengt ons bij Trump. Uitgaand van de bovenstaande historische excursie, is het eenvoudig te zien hoe hij eenvoudig een product is van de Amerikaanse realiteit.

Globalisering, aanvankelijk een Amerikaans instrument voor hegemonie, betekende dat iedereen via de markt kon concurreren. China is hier een sprekend voorbeeld van. Onder de globalisering traden veel nieuwe, opkomende markten toe tot het wereldtoneel, van Latijns-Amerika tot Azië. De VS en Europa werden de slachtoffers van de globalisering die door hen allebei gezien werd als een fenomeen geleid door de elite.

Laten we niet vergeten dat na de val van de Berlijnse muur, ideologieën hadden afgedaan. Politiek werd vooral een bestuurlijke competitie, los van visie en waarden. Corruptie nam toe, burgers participeerden niet meer, politieke partijen werden zelfreferentieel, politici veranderden in een professionele ‘kaste’ en de financiën van de elite werden geïsoleerd in belastingparadijzen.

Jongeren konden een toekomst van werkloosheid, of op zijn best tijdelijke banen verwachten, terwijl tegelijkertijd 4000 miljard dollar werd uitgegeven om het bankensysteem te redden. De machthebbers riepen in het algemeen op tot een terugkeer naar gisteren, maar dan een beter gisteren – tegen elke historische wet in. Toen kwamen de brexit en Trump.

De machthebbers riepen in het algemeen op tot een terugkeer naar gisteren, maar dan een beter gisteren – tegen elke historische wet in. Toen kwamen de brexit en Trump.

Nationalisme

We zien momenteel het einde van de Pax Americana en de terugkeer naar een nationalistisch en isolationistisch Amerika. Het zal een tijdje duren voordat de Trump-stemmers zich realiseren dat wat hij doet niet overeenkomt met zijn beloften, en dat zijn maatregelen niet in hun belang zijn, maar ten gunste komen van de financiële en economische elite.

Er spelen nu een aantal serieuze vragen. Zal de ideoloog die Trump hielp aan de macht te komen, Stephen Bannon, tijd krijgen om de wereld die zij beiden erfden te vernietigen? Zal de wereld in staat zijn een wereldorde te scheppen zonder de Verenigde Staten als middelpunt? Hoeveel waarden die ten grondslag liggen aan de moderne democratie, zullen overleven en de basis worden voor wereldwijd bestuur?

Een nieuwe internationale orde kan niet gebouwd worden zonder gezamenlijke waarden, alleen op nationalisme en xenofobie.

Bannon organiseert een nieuwe alliantie van populisten, xenofoben en nationalisten, bestaande uit gelijkgezinden zoals Nigel Farage (Groot-Brittannië), Matteo Salvini en Beppe Grillo (Italië), Marine Le Pen (Frankrijk) en Geert Wilders (Nederland). Zij zien Washington als referentiepunt.

Na de verkiezingen in Nederland, Frankrijk en Duitsland dit jaar weten we waar deze alliantie staat. Maar één ding is duidelijk. Als de regering-Trump, voorbij de nationale agenda, erin slaagt een nieuwe wereldorde te creëren die gebaseerd is op een lege democratie, moeten we ons zorgen gaan maken. Oorlog zal dan niet ver weg zijn.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content