Na Poetins ‘nederige’ toespraak: Rusland mag niet onderschat worden

De Russische president Vladimir Poetin tijdens zijn toespraak voor het parlement in Moskou. © BelgaImage

De Russische president Vladimir Poetin sprak vorige week het parlement toe en weidde bijna een halfuur uit over zachte thema’s. Maar desondanks onderschatten we Rusland beter niet, waarschuwt professor Jonathan Holslag (VUB).

De overheid, zo stelde president Vladimir Poetin, moest meer aandacht schenken aan jonge gezinnen met kinderen, toelages uitkeren om hen aan een woning te helpen, bedrijven aanmoedigen om het evenwicht tussen werken en gezin te verbeteren en tienduizenden bijkomende opvangplaatsen scheppen. De staat, zo vermaande de president, moest guller zijn naar de armen, ouderen helpen, die, zo meende hij, zich terecht belazerd voelden na de meest recente pensioenhervormingen. De gezondheidszorg diende te worden aangepakt, met de nadruk op de behandeling voor jonge kankerpatiëntjes en palliatieve zorg. President Poetin gaf de kwetsbare kant van Rusland bloot. Maar desondanks onderschatten we Rusland beter niet.

Het doel van de toespraak was klaar: president Poetin moet terug de man van het volk worden.

Het was een opvallend discours. Het decorum, zoals steeds, was nogal groots, maar de boodschap zelf was eerder nederig. President Poetin gaf toe dat er opnieuw vier miljoen armen meer zijn, dat mensen het moeilijk hebben in Rusland en dat de economie op technologisch vlak nog een flink end aan de weg te timmeren heeft. Het doel van de toespraak was klaar: de president moet terug de man van het volk worden, het vertrouwen terugwinnen dat hij de voorbije jaren heeft verloren. Rondom 38 procent van de Russische bevolking heeft volgens een recente peiling vertrouwen in de president. De Russische interventie in Oekraïne was in dat opzicht een kantelpunt. In de periode vlak na de aanhechting van de Krim kon Poetin op applaus rekenen. Meteen nadat de westerse sancties van kracht waren geworden én tezelfdertijd de olieprijzen daalden, werden de Russische economie én het zelfvertrouwen hard getroffen.

De Russische economie zit zeker in slechte papieren. Dat betekent niet dat we meteen moeten uitgaan van een ineenstorting of dat het Kremlin op de knieën zit. Toch hoor je dat soort geluiden zo nu en dan in het Westen. ‘Poetin beklaagt het zich allang dat hij zich in Oekraïne is gaan bemoeien.’ Of nog: ‘De bezetting van de Krim kost de Russische economie handenvol geld.’ De werkelijkheid is dus complexer. Om te beginnen vallen de kosten van de bezetting van de Krim best mee. Het gaat om zo’n 2,5 miljard dollar per jaar en dat is pakweg 1 procent van de totale overheidsuitgaven. Gezien de Russen bij de inlijving van de Krim in 2014 zelf weinig of geen verliezen leden, zou je zelfs kunnen stellen dat het een van de goedkoopste annexaties ooit is geweest.

De economische toestand in Rusland is ernstig maar niet hopeloos.

Ook de impact van de westerse financiële sancties viel mee. Zij kostten Rusland ongeveer 2 procent van het bruto binnenlands product tussen 2014 en 2018. De daling van de olieprijzen daarentegen, die deed Rusland veel meer pijn en kostte ongeveer 8 procent van het bbp. Sinds 2014 is Rusland evenveel olie en gas naar Europa blijven uitvoeren, alleen tegen een lagere prijs. De Russische roebel is nog steeds maar half zo veel waard als in 2014. Omdat cruciale zaken als brandstof en voeding niet hoeven te worden ingevoerd, is de koopkrachtdaling ietwat beperkt gebleven en heeft het consumentenvertrouwen zich zelfs bijna hersteld.

De economische toestand is ernstig maar niet hopeloos. De maakindustrie groeit weer langzaam en de buitenlandse deviezenreserves breiden gestaag uit. Tezelfdertijd zet Moskou stappen om de economie minder afhankelijk van het Westen te maken, door eigen digitale netwerken, eigen kredietkaarten, eigen betalingenprotocollen, eigen zaaigoed voor de belangrijke landbouwsector, enzovoort. Nieuwe pijpleidingen naar het Oosten zouden Rusland minimaal 25 miljard dollar per jaar kunnen opleveren.

De Russen laten zich ook niet uitdagen tot een uitputtende militaire wedloop met het Westen. De defensie-uitgaven zijn de voorbije jaren lichtjes gedaald. In plaats van voor ieder Amerikaans oorlogsschip in de buurt een Russisch schip te ontplooien, voor ieder Amerikaans vliegtuig een Russisch vliegtuig te bouwen, legde Poetin in zijn toespraak opnieuw de nadruk op raketten. Hij ging er niet van uit dat Washington meteen bereid was tot verzoening en dat het zijn militaire aanwezigheid rondom Rusland zou blijven uitbreiden, dus zal Rusland dat beantwoorden met de superzware Sarmat-raket die meer dan twintig kernkoppen kan vervoeren, met de Kinzhal-raket die vliegdekschepen moet verschalken, met nieuwe supersnelle kruisraketten, enzovoort. Nieuw was vooral de weinig verhulde waarschuwing dat die wapens niet alleen tegen westerse lanceerinstallaties zullen worden ingezet, maar ook counter-value tegen burgerdoelen: ‘Gebieden met de beslissingscentra voor de raketsystemen die ons bedreigen.’ Brussel weze gewaarschuwd.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content