‘Ook binnen Israël valt kritiek te horen op het voorstel voor een “humanitaire stad” in Gaza’, schrijft Alexander Loengarov. ‘Toch is het – zoals met andere aspecten van het Israëlische optreden – belangrijk om te begrijpen waar het plan vandaan komt.’
Een zoveelste reden tot verontwaardiging die de maatschappelijke en geopolitieke polarisatie rond het Israëlisch-Palestijnse vraagstuk nog verder in de hand dreigt te werken. Dat is het plan dat de Israëlische minister van Defensie Israel Katz vorige week maandag voorstelde om in het zuiden van de Gazastrook een ‘humanitaire stad’ op te richten voor Palestijnse burgers, na een screening op banden met Hamas.
Aan de buitenkant zou het Israëlische leger instaan voor de veiligheid, maar wie binnen is, zou de zone niet kunnen verlaten -tenzij om definitief uit de Gazastrook te vertrekken.
Het problematische karakter van het voorstel staat buiten kijf, zeker na 21 maanden verwoestende oorlog.
Toch is het – zoals met andere aspecten van het Israëlische optreden – belangrijk om te begrijpen waar het plan vandaan komt.
Het ‘mainstream’ maatschappelijke en politieke discours in Israël heeft sinds het begin van de huidige oorlog (en lang daarvoor) weinig of geen oog voor de normale, menselijke noden van de Palestijnse bevolking. Toch blijven de humanitaire vragen altijd ergens op de achtergrond aanwezig, zij het in de context van het optreden van het Israëlische leger. Recent was dat meestal het geval met betrekking tot de verdeling van noodhulp, waarbij naar verluidt honderden doden zijn gevallen. Het lijkt dat Katz’ voorstel hier in zekere zin een antwoord op biedt.
Religieus zionisme versus seculier zionisme
Maar er is meer. Het huidige geweld kan niet worden losgezien van de bredere kwestie rond het naast elkaar leven van een Arabische en een Joodse bevolking in het gebied tussen de Middellandse Zee en de Jordaan.
In deze meer dan eeuwenoude kwestie bestaat aan Joodse kant een stroming die het ‘religieus zionisme’ wordt genoemd en die zich lange tijd heeft afgezet tegen het seculiere en socialistisch geïnspireerde zionisme dat tot de stichting van de staat Israël heeft geleid. Dit religieus zionisme kent grote waarde toe aan het Bijbelse ‘Land van Israël’, dat de Westelijke Jordaanoever en Gaza omvat. Het biedt niet noodzakelijk een eenduidige politieke vertaling van dat idee, of een sluitend antwoord op de vraag naar de plaats van niet-Joodse inwoners van het ‘Land van Israël’.
Wat wél duidelijk is, is dat een extreme vorm van het religieus zionisme sinds de Zesdaagse Oorlog (1967) – waarbij de Westelijke Jordaanoever en de Gazastrook onder Israëlische controle kwamen – steeds meer ingang is beginnen vinden in de Israëlische maatschappij en politiek, jammer genoeg ook aangewakkerd door aanslagen en raketten van Palestijnse kant.
Het extremistische religieus zionisme, dat in de huidige Israëlische regering zes ministers telt, heeft de Oslo-akkoorden uit de jaren 1990 en de Israëlische terugtrekking uit de Gazastrook (2005) nooit kunnen verwerken, aangezien die het einde leken in te luiden van de Joodse aanwezigheid in Gaza en op de Westelijke Jordaanoever.
Het is allesbehalve toeval dat de betrokken politici, maar ook hun kiezers, de door Hamas geleide aanvallen van 7 oktober 2023 voorstellen als het gevolg van die historische beslissingen. (Dat ze zelf bewust Hamas in het zadel hebben gehouden om een veralgemeende Palestijnse Autoriteit te verhinderen, zeggen ze er gemakshalve niet bij.)
De bevolking en de politiek zijn twee verschillende zaken
Het extremistische religieus zionisme vertegenwoordigt echter niet de meerderheid van de (Joodse) Israëlische bevolking. Twee partijen binnen de stroming hebben bij de laatste Knesset-verkiezing van 1 november 2022 inderdaad een belangrijk aantal zetels in de wacht geslepen (ook na een reeks aanslagen eerder dat jaar), wat een ‘volledig rechtse’ regering onder leiding van Benjamin Netanyahu mogelijk heeft gemaakt.
Hoewel de stroming ook binnen Netanyahu’s Likoed-partij opgang maakt, is de meerderheid van de Israëlische bevolking niet overtuigd van de extremistische agenda, die koste wat het kost aan alle in de Bijbel vermelde gebieden wil vasthouden. Dat lijken de extremisten te beseffen: hoewel een overgrote meerderheid van de Israëlische bevolking vóór een wapenstilstand en de vrijlating van de Israëlische gijzelaars is, grijpt de Israëlische regering elke kans in de oorlog aan om meer gebied in Gaza te controleren. Daarbij heeft ze het regelmatig over ‘vrijwillige’ emigratie van Palestijnen, nu ook uit de zogenoemde humanitaire stad.
Los van het feit dat het idee van een vrijwillige emigratie wijst op weinig inzicht in de Palestijnse kant van het verhaal, is het maar zeer de vraag of er in het door oorlog verscheurde Gaza überhaupt sprake kan zijn van uit vrije wil genomen beslissingen.
Ook binnen Israël zelf valt kritiek te horen op Katz’ voorstel. Zo waarschuwde voormalig Knessetlid Ofer Shelah dat de uitvoering van het plan op oorlogsmisdaden zou neerkomen, terwijl een kleine groep actievoerders tegenover Katz’ woning probeerde te protesteren tegen het ‘humanitaire getto’ (een wegens de Holocaust doelbewust gekozen term).
En hoewel Israëlische media zoals gezegd doorgaans weinig of niet over de Palestijnse kant berichten, maakte de openbare omroep al snel het bijhorende buitensporige kostenplaatje bekend.
Netanyahu in het Hebreeuws klinkt anders
Voor internationale actoren is het natuurlijk niet eenvoudig beleid te ontwikkelen ten opzichte van een situatie die zo hemeltergend en complex vervlochten is. Netanyahu lijkt tot alles bereid om zijn coalitie in het zadel te houden (of verkiezingen te organiseren die voor hem voordelig zouden uitkomen). Dat kan hem ook helpen in het strafrechtelijke proces dat nog altijd tegen hem loopt.
Wat het Israëlische optreden in het algemeen en het plan rond de ‘humanitaire stad’ in het bijzonder betreft, kunnen internationale spelers in contacten met Israëlische tegenhangers echter blijven hameren op de morele en internationaalrechtelijke problemen, alsook op de praktische kant van de zaak: weinig landen staan te trappelen om een getraumatiseerde bevolking op te vangen of voor een dergelijk project in de geldbuidel te tasten.
Begrip van de complexe Israëlische realiteit is te allen tijde nodig. Zo klinken Netanyahu’s interne uitlatingen in het Hebreeuws vaak anders dan zijn woorden in het Engels (vorige week sprak hij in Washington over een ‘volledige Palestijnse bevoegdheid tot zelfbestuur‘, terwijl hij het in Israël vooral over ’terroristen’ en ‘moordenaars’ heeft).
Haal banden aan met kritische stemmen binnen Israël
Daarnaast is het van belang om de banden aan te halen met de kritische stemmen en actoren die binnen Israël een groeiende consensus vertegenwoordigen en aan de huidige situatie een einde willen stellen.
Binnen Joods-religieuze gemeenschappen in zowel Israël als de VS maakt overigens opnieuw een stroming opgang die nog altijd aan de religieuze traditie hecht, maar vindt dat ze niet ten koste moet komen van menselijke waardigheid en gelijke rechten voor iedereen tussen de Middellandse Zee en de Jordaan.
Nieuwe verschrikkingen vallen helaas niet uit te sluiten. Het moet echter ook duidelijk zijn dat dezelfde situatie uit een complex geheel van elementen bestaat én dynamisch is. Een goed begrip daarvan vormt een noodzakelijke voorwaarde voor een zinvolle stellingname en een effectief beleid.