Met een ongeziene aanval op twee Hamas-kopstukken in de Qatarese hoofdstad Doha lijkt Israël de onderhandelingen met Hamas voorgoed te hebben opgeblazen. ‘Het enige waarmee Israël nog rekening houdt, zijn de grillen van Donald Trump’, zegt Didier Leroy (Studiecentrum voor Veiligheid en Defensie).
De Israëlische luchtmacht voerde dinsdagmiddag bombardementen uit op Doha, de hoofdstad van Qatar. Die Israëlische aanval was gericht tegen Hamas-kopstukken Khalil Al-Hayya en Zaher Jabarin. Israël toont zich ‘optimistisch’ dat beide mannen bij de aanslag om het leven kwamen. Qatar noemt de aanval een schending van het internationaal recht.
De aanslag komt er op het moment dat het Israëlische leger klaar staat om zijn aanval op Gaza-stad in te zetten. Opmerkelijk is ook dat Amerika en Israël net een finaal voorstel aan Hamas hadden geformuleerd om Israëlische gijzelaars te vrij te laten en tot een staakt-het-vuren te komen. Trump suggereerde dat Israël alvast akkoord was met het voorstel. Hamas had eerder vandaag aangegeven dat het bereid was om te onderhandelen
Met Khalil Al-Hayya richtte Israël zich op een van de laatste bekende kopstukken van Hamas. Al-Hayya fungeerde de voorbije maanden als hoofdonderhandelaar namens Hamas. ‘De boodschap van Israël is duidelijk’, zegt Didier Leroy, Midden-Oostenkenner bij het Studiecentrum voor Veiligheid en Defensie. ‘Het toont aan dat Israël de oorlog wil verderzetten, en absoluut niet met Hamas wil onderhandelen. Israël wil hiermee tonen dat zijn vijanden nergens veilig zijn. Het houdt niet langer rekening met het internationaal recht. Het enige waarmee Israël nog rekening houdt, zijn de grillen van Donald Trump.’
Gezworen vijanden, pragmatische relatie
De relaties tussen Israël en Qatar zijn notoir complex. Het Qatarese regime steunt de Moslimbroederschap – en dus Hamas. Doha fungeert al vele jaren als verblijfplaats voor verschillende Hamas-kopstukken. Er is aan Israëlische kant ook frustratie over het werk van de Qatarese overheidszender Al Jazeera – die in mei verboden werd in Israël.
Tegelijk onderhielden Qatar en Israël lange tijd pragmatische relaties. Vóór de Hamasaanval van 7 oktober, waarbij 1195 Israëlische burgers vermoord werden, financierde Qatar (met oogluikende toelating van Israël) Hamas in de Gazastrook. De Israëlische inlichtingendienst Shin Bet schat dat Hamas maandelijks ongeveer 30 miljoen euro ontving. Dat geld werd gezien als een essentiële hulplijn om de armlastige regio van de instorting te redden. ‘In de praktijk was Qatar best handig voor Israël,’ zegt Leroy. ‘Het fungeerde als bemiddelaar. In tegenstelling tot veel andere Arabische landen ontving Qatar in alle openheid Israëlische functionarissen op zijn grondgebied.’
Die pragmatische relatie is sinds de Hamasaanval van 2023 opmerkelijk genoeg blijven bestaan. Ondanks de publieke kritiek van Qatar aan het adres van Israël blijven beide inlichtingendiensten gewoon samenwerken. Qatar exporteert nog steeds brandstof naar Gaza – overigens met toelating van Israël. Ondanks het enorme wantrouwen binnen het militaire apparaat greep Israël niet in op Qatarees grondgebied. Tot vandaag.
Amerikaanse bondgenoot
De aanval is des te opmerkelijker omdat Qatar een cruciale Amerikaanse bondgenoot is in de regio. Het herbergt onder andere de grootste Amerikaanse militaire basis in de regio, en was de voorbije jaren een van de grootste aankopers van Amerikaanse wapensystemen. In juli werd die Amerikaanse basis nog gebombardeerd door Iran – een vergeldingsactie voor de Amerikaanse aanval op Irans nucleaire installaties. Zowel Amerikaans buitenlandminister Marco Rubio als Midden-Oostengezant Steve Witkoff spraken de voorbije maanden vol lof over de ‘constructieve rol’ die Qatar opneemt in de regio.
Aan Israëlische kant valt te horen dat het Witte Huis op voorhand op de hoogte gebracht werd van de aanval – het tegendeel lijkt vrijwel onvoorstelbaar. Toch doet de zoveelste Israëlische aanval op een land in de regio ernstige vragen rijzen over of het Israëlische gedrag nog enigszins in te tomen valt. ‘De vraag rijst stilaan in welke mate de Israëlische autoriteiten bereid zijn om de Amerikanen van zich te vervreemden’, zegt Leroy. ‘Israël is op strategisch niveau enorm afhankelijk van Washington, maar voelt zich kennelijk niet geremd om ook strategische partners van Amerika aan te vallen.’