Moet Duitsland dringend aan de kernwapens?

Protesten tegen kernwapens aan het CDU-hoofdkwartier in Berlijn, Duitsland. © BelgaImage
Kamiel Vermeylen

In Duitsland woedt al enkele dagen het debat om een eigen kernwapenprogramma te ontwikkelen. Maar willen andere Europese landen wel dat Berlijn zich herbewapent? En wat met de traditie van het naoorlogse Duitse pacifisme?

In de Duitse media wordt al een week gedebatteerd of Berlijn nucleaire wapens moet overwegen om de Europese veiligheidsparaplu te versterken. Aanleiding voor het debat zijn een aantal geopolitieke verschuivingen. Met de brexit verliest de Europese Unie een van haar twee kernmachten en – op basis van absolute uitgaven – de grootste defensiekracht, al is de kans vrij groot dat het Verenigd Koninkrijk en de Europese Unie in de toekomst nauw zullen blijven samenwerken op defensievlak.

Daarnaast blijkt uit het militaire optreden van Rusland in de Oekraïense Krim en Donbasregio dat het multilateralisme het moet afleggen tegen keiharde Realpolitik. Bovendien zet de Amerikaanse president Donald Trump ook op vlak van veiligheid de trans-Atlantische relatie danig onder druk. Uit een recente rondvraag van peilingbureau Yougov blijkt dat slechts 40 procent van de Amerikaanse bevolking in de Noord-Atlantische Verdragsorganisatie (NAVO) wil blijven.

Had Rusland Oekraïne wel geannexeerd indien het land in 1994 haar kernwapens haar kernwapens niet had opgegeven?

Hoewel Trumps woorden niet altijd overeenstemmen met zijn daden, maken de Europese staatshoofden en regeringsleiders zich wel degelijk zorgen. De Verenigde Staten hebben – onder meer uit eigenbelang – sinds het einde van de Tweede Wereldoorlog met hun strategische steun niet alleen de vrede op het Europese continent geconsolideerd, maar ook voor de afschrikking van de voormalig Sovjet-Unie gezorgd.

Kernwapendebat laait op

Nu die jarenlange vanzelfsprekendheden steeds minder evident worden, kijkt de Europese Unie vooral naar Duitsland om de Europese veiligheid ook in de toekomst te garanderen. Volgens een rondvraag van de Europese denktank European Council on Foreign Relations beschouwen 25 van de 28 Europese lidstaten Duitsland als een van de belangrijkste veiligheidspartners in de Unie. Acht landen vinden Duitsland zelfs dé veiligheidspartner bij uitstek. Daarmee staat Duitsland ver aan kop, voor Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk.

In deze context wordt er in de Duitse media en academische wereld al enkele jaren nagedacht of Duitsland niet moet overwegen om al dan niet op eigen houtje kernwapens te ontwikkelen. Dat debat is de afgelopen dagen opnieuw opgelaaid nadat politicoloog Christian Hacke in Welt am Sonntag onomwonden pleitte voor een Duitse nucleaire herbewapening.

Gezien de bovenstaande geopolitieke ontwikkelingen hoeft Hackes idee niet te verbazen. Met een assertief Moskou en een onberekenbaar Washington wordt het tijd om zelf voor onze nucleaire veiligheid te zorgen, stelt Hacke. Duitsland heeft daar volgens de auteur een belangrijke rol in te vervullen. Daarmee sluit Hacke zich aan bij een theorie van de internationale relaties die stelt dat nucleaire wapens onder bepaalde omstandigheden net voor meer stabiliteit en vrede kunnen zorgen. Had Rusland Oekraïne wel geannexeerd indien het land in 1994 haar kernwapens niet had opgegeven?

Duitsland als Europese militaire supermacht?

Toch werpt een nucleair Duitsland heel wat vragen op. Eerst en vooral wil Duitsland zich helemaal niet opwerpen als militaire supermacht in de Europese Unie, laat staan op het wereldtoneel. Uit een rondvraag van de Körber Stiftung uit 2016 blijkt dat 64 procent van de Duitsers de Europese Unie meer vertrouwt als het op defensie- en bewapeningspolitiek aankomt. 78 procent meent dat Duitsland haar nationale belangen op defensievlak enkel in het kader van een gemeenschappelijk Europees buitenlands beleid mag nastreven. Een Europees project of een Frans-Duitse samenwerking zou dit euvel alleszins deels kunnen verhelpen.

In de rest van de Europese Unie wordt nog steeds met een historisch wantrouwen naar onze oosterburen gekeken.

In Duitsland heerst nog steeds de vrees dat andere Europese lidstaten Berlijn ervan verdenken dat het opnieuw hegemoniale ambities nastreeft. Dat is niet uit de lucht gegrepen. Tijdens de financiële crisis duurde het niet lang voor er in Athene de eerste pamfletten met verwijzingen naar ‘Nazi-Duitsland’ verschenen. Het toont aan dat in de rest van de Europese Unie nog steeds met een historisch wantrouwen naar onze oosterburen wordt gekeken. Ulrich Kühn en Tristan, verbonden aan het centrum voor non-proliferatie in Wenen, vrezen daarom dat een Duitse kernmacht de toekomst van de Europese Unie op de helling zou kunnen zetten.

Wanneer Berlijn toch overtuigd is om Duitsland nucleair te bewapenen, moet het uit het non-proliferatieverdrag stappen dat in 1968 werd onderschreven. Dat verdrag voorziet zowel de beperking als de afbouw van nucleaire wapens. Trekt het zich terug, dan is het niet denkbeeldig dat het hele akkoord als een kaartenhuisje in elkaar stuikt en andere landen ook een eigen kernprogramma ontwikkelen.

Dan is het maar de vraag of nucleaire wapens van de wereld effectief een veiligere plaats kunnen maken. Terwijl een veiligere wereld net de reden is waarom Duitsland na de kernramp in Fukushima heeft besloten om alle nucleaire energiecentrales tegen 2022 te sluiten.

Sterke antimilitaristische traditie

Bovendien kent Duitsland een sterke antimilitaristische traditie. De eerste antiatoomwapenbeweging, Kampf dem Atomtod, dateert al uit 1957. Deze organisatie protesteerde tegen de Amerikaanse kernwapens die datzelfde jaar op West-Duits grondgebied werden gestationeerd. Ook het NAVO-dubbelbesluit wekte in Duitsland een storm van protest op. De Verenigde Staten plaatste in 1979 ongeveer 600 middellangeafstandsraketten in West-Europa. 108 zogenaamde Pershing II-raketten konden worden uitgerust met kernkoppen. Daarop werd het zogenaamde Krefelder Appell gelanceerd. In een half jaar tijd werd het meer dan 800.000 keer ondertekend.

Het zorgde er onder meer voor dat de regering van voormalig bondskanselier Helmudt Schmidt viel, al moet worden benadrukt dat Schmidt vandaag in Duitsland geldt als een van de beste naoorlogse bondskanseliers. Vier jaar later kwamen in heel Europa maar liefst vier miljoen mensen op straat om te protesteren tegen het dubbelbesluit. Hoewel de schattingen uit elkaar lopen, kwamen er in West-Duitsland alleen al meer dan een miljoen mensen op de been.

Het is geen toeval dat voormalig kandidaat-bondskanselier Martin Schulz ervoor pleitte om de kernwapens definitief van het Duitse grondgebied te verwijderen.

Deze antinucleaire traditie is nog niet verdwenen. Net als in de militaire basis van Kleine Brogel, liggen in het kleine Duitse dorpje Büchel en Ramstein een zestigtal Amerikaanse kernraketten opgeslagen. Uit een rondvraag van de Internationale Campagne voor de Afschaffing van Kernwapens blijkt dat 70 procent van de Duitse bevolking de Amerikaanse kernwapens liever terug aan de andere kant van de Atlantische Oceaan wil zien verdwijnen.

Het was geen toeval dat voormalig kandidaat-bondskanselier Martin Schulz ervoor pleitte om de kernwapens definitief van het Duitse grondgebied te verwijderen. Het politieke draagvlak voor kernwapens is in Duitsland momenteel gewoonweg niet aanwezig.

Eigen projecten

Gebrek aan draagvlak, praktische bezwaren en mogelijke worst case scenario’s: er zijn heel wat argumenten tegen Duitse kernwapens om de Europese Unie strategisch te versterken. Het feit dat het debat in Duitsland gevoerd wordt, toont wel aan dat stilaan terug wordt nagedacht over de strategische positie die het land én de Europese Unie moet innemen.

De Europese lidstaten hebben ondertussen al enkele samenwerkingsprojecten gestart die de Unie op defensievlak zelfstandiger moeten maken. Deze samenwerking is nog pril en kan de trans-Atlantische verdedigingsalliantie niet vervangen, maar ze zijn wel een eerste stap om een geloofwaardige afschrikking te bieden. Het zal tijd vergen voordat Brussel op dat vlak helemaal op eigen benen staat. Voor de Unie is het vooral hopen dat de volgende Amerikaanse president minder volatiel is dan de huidige.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content