Midden-Oostenkenner Paul Aarts: ‘Israël komt hier niet veiliger uit’

© Erik Smits
Kamiel Vermeylen

Sleurt de Amerikaanse president Donald Trump de Verenigde Staten mee in een nieuwe oorlog in het Midden-Oosten? ‘Het is Netanyahu helemaal niet om het nieuwe kernprogramma te doen’, zegt Midden-Oostenexpert Paul Aarts.  

In de nacht van zaterdag op zondag vielen de Verenigde Staten op bevel van president Donald Trump drie Iraanse nucleaire sites aan. Volgens Washington was de operatie een groot succes en heeft het Iraanse kernprogramma een fatale klap gekregen. Iran reageerde maandag met raketaanvallen op Amerikaanse basissen in Qatar en Irak, maar bracht beide landen daarvan naar verluidt op voorhand op de hoogte. Voor Paul Aarts, Midden-Oostenexpert aan de Universiteit van Amsterdam, lijken de tegenaanvallen van Iran vooral symbolisch van aard. ‘Het doet denken aan 2020, toen Trump de Iraanse generaal Qassem Soleimani op de luchthaven van de Iraakse hoofdstad Bagdad had laten uitschakelen. Daarna bestookte Iran een Amerikaanse basis in Irak zonder dat er één Amerikaanse soldaat om het leven kwam. En dus voelde Washington zich niet genoodzaakt om te reageren en kwam er geen oorlog van. Maar nu is de situatie erg precair. Het valt niet uit te sluiten dat we aan het begin staan van een geweldspiraal.’

Had Iran andere opties om terug te slaan?

Paul Aarts: Het heeft nog altijd allerlei opties. De meest voor de hand liggende optie zijn nieuwe raketaanvallen op Israël of cyberaanvallen tegen de VS en hun bondgenoten. Het is ook niet ondenkbaar dat Iran een raketaanval op een of meerdere Amerikaanse legerbasissen in de regio uitvoert, zoals maandagavond is gebeurd in Qatar, weliswaar met het risico dat de VS vervolgens nog veel harder terugslaan.

De VS zijn militair superieur – hun vliegtuigen en vloot staan in de regio al klaar om in te grijpen als Washington dat nodig acht. Iran moet dus voorzichtig te werk gaan en heeft daar dus ook de nodige ervaring mee. Alleen verkeert Iran nu in een veel hachelijkere positie dan vijf jaar geleden. Het probleem is bovendien dat er in Irak milities rondlopen waarvan sommige  banden met Teheran onderhouden. Maar zelfs zonder instructies van Iran zouden ook zij Amerikaanse basissen kunnen treffen.  

Het Iraanse parlement meent dat het land ook de Straat van Hormuz moet sluiten.

Aarts: Het parlement gaat daar niet over, maar Iran heeft zeker de militaire middelen om dat te doen. Het kan bijvoorbeeld zeemijnen plaatsen waardoor commerciële schepen niet langer door die Straat kunnen varen. Dat zou de wereldwijde olie-industrie in chaos storten en de olieprijzen naar ongeziene hoogtes stuwen. Voor Trump is dat een lastige zaak, zijn kiezers zien het natuurlijk niet zitten om aan de pomp tweemaal zoveel te betalen. Maar ook voor China, een grote olie-importeur, zou die maatregel geen goede zaak zijn. Dus verwacht ik niet dat Iran zover zal gaan.

© Erik Smits

Wat zou Iran volgens u wel moeten doen?

Aarts: Dat is een moeilijke vraag. Gezien de vernedering die het land dezer dagen moet ondergaan, is het vrijwel uitgesloten dat het op dit moment bereid is om serieuze concessies te doen. Toch is het de vraag of dat er – vroeg of laat – niet van zal komen. Want het nucleaire programma heeft het land de voorbije twintig jaar veel meer instabiliteit en leed dan veiligheid en welvaart gebracht.

Op een gegeven moment zal Iran weer met de VS rond de tafel gaan zitten. Het zal proberen om de Amerikaanse economische sancties die het land in een wurggreep houden ongedaan te maken, buitenlandse investeringen aan te trekken en bondgenootschappen te smeden. Ook voor het regime zou dat het meest interessante spoor zijn om aan de macht te blijven. En dat is toch voor elk regime de hoogste prioriteit.

Waarom heeft Trump, die altijd belooft dat hij de Verenigde Staten niet in een nieuwe langdurige oorlog zal storten, beslist om tot de bombardementen over te gaan?

Aarts: We kunnen natuurlijk niet in het hoofd van Trump kijken, maar ik vermoed dat de kwestie hem de voorbije dagen moet hebben verscheurd. In de Republikeinse Partij is het MAGA-kamp tegen elke vorm van militaire interventie, terwijl de neoconservatieve flank daar in het geval van Iran wel voor is. Vandaar dat de regering-Trump duidelijk maakt dat het om een eenmalige operatie gaat. Het is niet haar bedoeling om met Iran een langdurig conflict uit te lokken.

‘Dat hele idee van een regimewissel is bijzonder gevaarlijk. Als het Iraanse regime valt, is heel de regio misschien wel vertrokken voor een periode van decennialange instabiliteit.’

Naar alle waarschijnlijkheid is de Israëlische premier Benjamin Netanyahu erin geslaagd om Trump ervan te overtuigen dat dit het uitgelezen moment was – ook al vindt Trump de Israëlische premier veeleer een lastpak dan een sympathieke bondgenoot. Netanyahu heeft geen ongelijk, want Iran stond nog nooit zo zwak en geïsoleerd als vandaag. Een aanzienlijk deel van de legertop is uitgeschakeld, de luchtverdediging is van de kaart geveegd en alleen de Houthi-rebellen in Jemen hebben nog voldoende militaire capaciteit om in de regio enige rol van betekenis te spelen.

Over bondgenootschappen gesproken: maandag bezocht de Iraanse minister van Buitenlandse Zaken de Russische president Vladimir Poetin, die de Amerikaanse aanvallen heeft veroordeeld.

Aarts: Iran kan op dit moment alle diplomatieke steun gebruiken, maar het weet natuurlijk dat het van Rusland geen militaire hulp hoeft te verwachten. Rusland en Israël onderhouden ook nauwe banden met elkaar, Poetin moet aan zijn relatie met Trump denken en heeft met de oorlog in Oekraïne en de moeilijke economische situatie in Rusland wel andere zaken aan zijn hoofd. Toen Poetin voorstelde om tussen Israël en Iran te bemiddelen, zei Trump al dat zijn Russische collega zich met zijn eigen oorlog moest bezighouden. Een duidelijke vingerwijzing.

© Erik Smits

Door de Israëlische aanvallen op Iran is de populariteit van Netanyahu voor de eerste keer weer hoger dan voor de terreuraanval van Hamas. Voor hem pakt dit goed uit?

Aarts: Het is ontnuchterend om te moeten vaststellen dat vrijwel heel de Israëlische samenleving achter de aanvallen op Iran staat. Of het nu over de Palestijnen of over Iran gaat: het wordt de Israëli’s al decennialang ingepeperd dat hun omgeving er alleen maar op uit is het land te vernietigen.

Maar Netanyahu vergist zich van aanpak. De verzwakking van Iran is voor Israël misschien wel een tactische overwinning op korte termijn, het is een strategische blunder op lange termijn. Iran mag dan wel zwakker staan dan ooit, veiliger wordt Israël er niet door. Wel integendeel. Israël zal pas écht veilig zijn zodra het goede relaties met zijn omgeving onderhoudt.

Met de Abraham-akkoorden die Trump tijdens zijn eerste termijn afsloot, stonden de sterren min of meer gunstig. Maar sinds de Israëlische genocide in de Gazastrook is dat proces tot stilstand gekomen. Er zijn wel meer landen in de regio die niet willen dat Iran een kernwapen ontwikkelt, maar dat maakt van Israël nog niet de aanvaardbare scherprechter.

‘Onze dubbele standaarden zijn stuitend. We roepen in Europa op tot respect voor het internationaal recht, maar voor Israël sluiten we gedwee de ogen.’

Mocht Iran daadwerkelijk een kernwapen ontwikkelen, dan vormt dat voor Israël toch een existentiële bedreiging?

Aarts: Het is Netanyahu niet om het Iraanse nucleaire programma zelf te doen. De Israëlische premier is er als de dood voor dat Iran daadwerkelijk een regionale supermacht wordt. En sinds de Brits-Amerikaanse invasie van Irak in 2003 timmert Iran wel met het nodige succes aan die weg.

Uiteraard heeft dat ook met een kernwapen te maken, maar het gaat om meer dan dat. Een sterk Iran, dat op militair, economisch en diplomatiek gebied zou rivaliseren met Israël: dat wil Netanyahu absoluut voorkomen. Een normale verstandhouding tussen Iran en de VS is een nachtmerrie voor hem. Om die reden was de nucleaire deal tussen Iran en het Westen van 2015, die naar behoren functioneerde en Iran weer meer glans gaf op het internationale toneel, Netanyahu een doorn in het oog. Daarom heeft hij er bij Trump ook zo lang op aangedrongen om het akkoord op te blazen. Wat Trump dan ook deed in 2018.

Israël pleit onomwonden voor een regimewissel en hoopt dat het Iraanse volk daartoe bijdraagt. Hoe verzwakt is het Iraanse leiderschap in werkelijkheid?

Aarts: Ik zou dat niet overschatten. Niet alleen in Israël, maar ook in Iran bestaat er een zogenaamd rally ’round the flag effect. Iraniërs zijn een patriottistisch en nationalistisch volk, ze verdragen het niet dat buitenlandse mogendheden op hun grondgebied tekeergaan. Al zullen sommigen verbaasd opkijken nu hun land veel minder sterk blijkt dan hun leiders jarenlang hebben beweerd. Bovendien is dat hele idee van een regimewissel bijzonder gevaarlijk. Als het regime valt, is heel de regio misschien wel vertrokken voor een periode van decennialange instabiliteit. De Islamitische Staat kwam ook voort uit een machtsvacuüm.

Intussen roept Europa op tot diplomatie en de-escalatie. Spelen we een rol van betekenis?

Aarts: Europa is als vanouds veel te verdeeld om een ernstige rol van betekenis te spelen. Bovendien zijn onze dubbele standaarden stuitend. Kijk naar de Duitse bondskanselier Friedrich Merz, die meent dat Israël voor het Westen het vuile werk opknapt, of naar EU-Commissievoorzitter Ursula von der Leyen, die Israël het recht op zelfverdediging toedicht. We roepen dan wel op tot respect voor het internationaal recht en bepleiten een op regels gebaseerde orde, maar sluiten voor Israël gedwee de ogen. Nee, van Europa verwacht ik in het Midden-Oosten helemaal niets.  

© Erik Smits

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content