Bijna een kwart van de verpleegkundigen in rijke landen (23 procent) is afkomstig uit het buitenland. Dat blijkt uit een rapport dat de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) maandag publiceert op de Dag van de Verpleging. Voor armere regio’s is het daardoor moeilijker om verpleegkundigen in eigen land aan de slag te krijgen en te houden.
Terwijl westerse landen zich moeten voorbereiden op heel wat pensioneringen en steeds vaker een beroep doen op buitenlandse verpleegkundigen, moeten andere landen bijkomend investeren om jobs voor zorgpersoneel te creëren en te behouden. Zowat driekwart van alle verpleegkundigen ter wereld (78 procent) werkt in landen die net niet de helft van de wereldbevolking omvatten, meldt de WHO in een persbericht.
In totaal waren er in 2023 wereldwijd 29,8 miljoen verpleegkundigen aan de slag. Uit de gegevens van 194 WHO-lidstaten blijkt dat het tekort aan verpleegkundigen over het algemeen is gedaald: van 6,2 miljoen openstaande vacatures in 2020 naar 5,8 miljoen in 2023. Tegen 2030 moet dat aantal worden teruggebracht tot 4,1 miljoen. Verpleegkundigen zijn heel vaak vrouw en relatief jong: zowat 85 procent van de verpleegkundigen wereldwijd is vrouw en een derde van het personeel is jonger dan 35 jaar.
De WHO waarschuwt dat er in tientallen rijke landen binnenkort naar verwachting meer pensioneringen zullen zijn dan aanwervingen. Dat leidt tot zorgen over het personeelstekort en de opleiding van nieuwe werknemers. Het rapport vraagt om het aantal jobs in de verpleging uit te breiden en eerlijker te verdelen. De organisaties roepen landen ook op om de werkomstandigheden van verpleegkundigen te verbeteren. Het gaat dan onder meer over een gelijke verloning en ondersteuning op het gebied van mentaal welzijn.
