‘Ik gooi Hillary in de cel’: Trump en de scheiding der machten

© Reuters

‘Hillary, ik gooi je de gevangenis in van zodra ik president ben’, riep de Republikeinse presidentskandidaat Donald Trump onlangs tijdens een debat. Gevaarlijke woorden en een schending van de scheiding der machten? Toch niet helemaal.

De Republikeinse presidentskandidaat Donald Trump dreigde er onlangs mee om zijn politieke tegenstander Hillary Clinton naar de gevangenis te sturen van zodra hij zijn intrek in het Witte Huis zou nemen. Het lijkt uit het handboek ‘Dictatorschap voor dummies’ te komen, maar in een rechtstaat kan een president of premier wel degelijk de opdracht geven om een onderzoek in te stellen tegen bijvoorbeeld een eventuele politieke tegenstander, paradoxaal genoeg dankzij het principe van de scheiding der machten. Tijd om het grondbeginsel van de rechtstaat nog eens onder de loep te nemen.

Negatief mensbeeld

‘De scheiding der machten is bedoeld om de macht van de overheid aan banden te leggen en is gebaseerd op het niet zo optimistische mensbeeld van de Franse filosoof Montesquieu’, zo legt Stefan Sottiaux, docent Grondwettelijk Recht aan de KU Leuven uit. ‘Montesquieu ging ervan uit dat een individu van nature machtsbelust is en dat het gevaar van machtsmisbruik bestaat wanneer te veel macht in handen van één persoon terechtkomt. De bevolking wordt daarom tegen de overheid beschermd dankzij twee mechanismen: het naleven van de mensenrechten enerzijds, en het verspreiden van de macht over verschillende machtsorganen anderzijds. We spreken dan van de wetgevende, de uitvoerende en de rechterlijke macht.’

Deze machtscheiding is echter nooit absoluut, gaat Sottiaux verder. ‘Er staat geen muur tussen de staatsmachten, aangezien de verschillende machten samenwerken en van elkaar afhankelijk zijn. Dat maakt het ook mogelijk dat er een vorm van controle mogelijk is tussen de staatsmachten onderling. Een voorbeeld in België daarvan is het zogenaamde ‘positief injunctierecht‘, waarbij een minister van Justitie aan het parket de opdracht kan geven om een bepaalde zaak verder uit te zoeken. Belangrijk is wel dat het uiteindelijk nog altijd de zittende rechter is die beslist over de schuld of onschuld van de beklaagde.’

We kunnen hoogstens spreken van een onvoorzichtige uitspraak van Trump

Stefan Sottiaux

Hetzelfde geldt volgens de grondwetspecialist ook voor de Verenigde Staten. Daar kan een president aan zijn procureur-generaal vragen om een speciale procureur op een zaak te zetten. Zo probeerde Richard Nixon in de nasleep van het Watergateschandaal zijn administratie te zuiveren van betrokkenheid bij het afluisteren van het democratische hoofdkwartier door zijn procureur-generaal Elliot Richardson een onafhankelijk onderzoek in gang te laten steken. Die stelde de speciale procureur Archibald Cox aan. Maar die zaak draaide anders uit en leidde in 1974 tot het ontslag van Nixon.

‘Het positief injunctierecht is niet hetzelfde als wanneer een en dezelfde persoon zowel de wetten maakt, uitvoert en controleert of diezelfde wetten ook nog eens correct worden toegepast’, legt Sottiaux uit. ‘Het is pas wanneer die verschillende functies bij één persoon geconcentreerd worden, dat het gevaar bestaat op machtsmisbruik.’

Bovendien zijn volgens Sottiaux niet alle uitspraken die de scheiding der machten in vraag lijken te stellen ook daadwerkelijk een schending van de scheiding der machten. ‘Daarvoor moet er effectief een daad worden gesteld waarbij een van de machtsorganen wordt gehinderd in de uitoefening van haar taak. We kunnen hoogstens spreken van een onvoorzichtige uitspraak van Trump.’

Oproer in Borgerhout

Een al even onvoorzichtige uitspraak is volgens Sottiaux de oproep van voormalig premier Guy Verhofstadt om Dyab Abou Jahjah in de gevangenis op te sluiten. Jahjah werd er van beschuldigd oproer te kraaien in Borgerhout. De premier zei toen dat ‘als er geen wet bestond om hem naar de gevangenis te sturen, die wet dan maar moest worden gemaakt’.

Op de vraag hoe het eigenlijk gesteld is met de scheiding der machten in België?, antwoordt Sottiaux tot slot: ‘De onafhankelijkheid van de rechterlijke macht tegenover de politieke machten scoort goed in België, maar wat de scheiding tussen de wetgevende en de uitvoerende macht betreft kan het beter. Die eerste komt immers onder druk te staan omdat de individuele vrijheid van de parlementsleden tegenwoordig sterk is ingeperkt. Dat heeft te maken met de evolutie van ons politieke systeem naar een particratie waarin politieke partijen veel macht hebben, maar ook met het fenomeen van coalitievorming, waarin partijen samen tot een regeerakkoord komen dat moet worden nageleefd en parlementsleden daardoor onder druk komen te staan. Sommigen vrezen zelfs dat het einde van de eerste staatsmacht.’ (TE)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content