‘Hoop propageren leidt tot bittere desillusie’

‘Het roekeloze grossieren in hoop heeft er wellicht toe bijgedragen dat de ontgoocheling vandaag zo groot is’, schrijft Jonathan Holslag (VUB).

‘Kun je niet hoopvoller zijn in je analyses?’ Het is een vraag die ik vaak krijg toegeworpen. En ik geef toe: het is een aanhoudend gevecht tegen cynisme, bezig zijn met internationale politiek. In vele geschriften van wijze mannen komt een zekere onafwendbaarheid naar voren, de wisselende getijden van voorspoed en onzekerheid, groei en aftakeling. Het wiel van de fortuin: voor de ene aangedreven door de goden, voor de andere door de aard van de mens. Moeten we mensen dan hoopvol stemmen over de toekomst van de samenleving, nu de wereld onzekerder wordt? Ik betwijfel het.

Een van de grote lessen van de westerse politiek in de voorbije decennia is dat hoop propageren leidt tot bittere desillusie. Of het nu gaat om de belofte van de Derde Weg, de weg van een humane economie tussen staatssturing en liberalisme in, of om de belofte van Barack Obama dat de zwerende wonden in de Amerikaanse samenleving geheeld zouden worden: het roekeloze grossieren in hoop heeft er wellicht toe bijgedragen dat de ontgoocheling vandaag zo groot is. Hoop bieden zonder die waar te maken, is gevaarlijk.

Hoop propageren leidt tot bittere desillusie.

Hoop wordt dan niet meer dan een kortstondige trance, het gevoel even boven de grijze massa uit te zweven, het gevoel van morele superioriteit misschien zelfs, om de sceptische stemmen te verstommen. Hoop als een honingval. Neuropsychologen hebben zelfs uitgezocht welke hormonen en welke hersenzones daardoor geprikkeld worden. En lang voor de neurologen schreef Seneca het al: hoop en angst zijn tweelingen. Ze leiden beide tot spanning in de hersenen.

Het komt me voor dat hoop ook vaak misbruikt wordt, dat die waas van vooruitgang door slimme toespraakschrijvers, marketeers, propagandisten en andere huurlingen van het uiterlijk vertoon wordt gecreëerd om een realiteit van stagnatie en stuurloosheid te maskeren. En zelfs al geloven de leiders oprecht in hun campagne van hoop en optimisme, het blijft een lapmiddel om eigenlijke machteloosheid tijdelijk te verdoezelen, een bliksemafleider misschien om de loodzware confrontatie met de bewegingsloze massa uit de weg te gaan. Optimisme als uiterlijk vertoon: hoop die bijdraagt tot de impasse in plaats van ze op te lossen.

In plaats van hoop zouden we mensen vooral een handelingsperspectief moeten bieden. Het heeft immers geen zin om sier te maken met optimistische toekomstbeelden, als we niet uitleggen hoe we die toekomst kunnen bouwen. Dat begint met het scherp aanduiden van de problemen en de tegenstrijdigheden. Een Green Deal zonder maatregelen om bedrijven te beschermen tegen dumping van buitenaf; een belofte om een sterke samenleving te bouwen zonder te investeren in burgerschapsonderwijs; het koesteren van diversiteit zonder ervoor te zorgen dat die diversiteit tot een harmonieuze bloei komt; de belofte een solidair walhalla te creëren zonder de kameraden erop te wijzen dat ook zij als consumenten bij Ikea, Starbucks en consorten toch vooral het hyperkapitalisme mee voeden.

Het heeft geen zin om sier te maken met optimistische toekomstbeelden, als we niet uitleggen hoe we die toekomst kunnen bouwen.

Wie ijvert voor een betere toekomst, moet in de eerste plaats genadeloos de hypocrisie van de loze belofte aan de kaak stellen, wantoestanden durven te benoemen en daarbij ook vooral in eigen boezem durven te kijken. En dan is het vooral een kwestie van hele kleine stapjes en realisme. Hoop is als de vuurtoren in de verte. Leiderschap is de stuurmanskunst om het doel te bereiken en vooral het blijven aanmoedigen van de bemanning om in zwaar weer de krachtinspanning te leveren om dichterbij te komen: riemslag na riemslag. Mensen een andere toekomst beloven heeft pas zin als je ze overtuigt om hun gedrag te veranderen en zich harder in te spannen.

‘Honger, dorst en strijd’, was de kreet waarmee Giuseppe Garibaldi zijn partizanen naar de vrijheid leidde. Hoop is een strijd. Hoop eist niet alleen slogans, maar offers en een bewust streven om door zelf sterker te worden de hele samenleving sterker te maken: door elk obstakel dat we overwinnen, elk stukje wijsheid dat we verwerven, elke euro die we verdienen en uitgeven, elk stukje schoonheid dat we scheppen, elke persoon die we aanzetten tot reflectie, elke medestander die zich bij de gelederen vervoegt. Elk naar eigen goed vermogen. Een reuzensprong vooruit bestaat niet, maar duizenden kleine stapjes maken samen een reuzenstap.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content