Met overvliegende drones en gevechtsvliegtuigen pookt Rusland de onrust in tal van Europese landen op. Europese inlichtingendiensten waarschuwen dat Rusland plannen maakt om de weerbaarheid van de NAVO uit te testen. Stevenen we af op een militaire confrontatie met Rusland?
Wie het genoegen smaakt om dezer dagen de Russische staatstelevisie te bekijken, zou kunnen denken dat Europa en Rusland al in oorlog zijn. Propagandisten spelen er in talkshows voortdurend met ideeën om terreuraanslagen in Europa te plegen en langeafstandsraketten op Europese hoofdsteden af te vuren. Of ze gaan meteen voor kernwapens.
Die beruchte talkshows zijn geen letterlijke spreekbuis van het Kremlin. Maar tegelijk vatten ze wel degelijk de toenemende animositeit tussen Rusland en Europa. Lange tijd gold Amerika in de Russische propaganda als de boze Satan. Sinds de terugkeer van Trump naar het presidentschap – en zijn kennelijke inschikkelijkheid tegenover Poetin – lijkt vooral Europa, en nog preciezer het Verenigd Koninkrijk, de nieuwe glavnyj protivnik (de voornaamste vijand).
Tanks in het Balticum
In Europa zit die angst voor een grote confrontatie met Rusland er stevig in. Zowel de Duitse, de Deense, de Litouwse, de Letse als de Estse inlichtingendiensten publiceerden dit jaar al prognoses en analyses dat Rusland plannen maakt om de militaire paraatheid van de Baltische staten te testen.
Dat behoeft een kleine kanttekening. ‘Op zich is het niet vreemd dat het Russische leger dergelijke plannen maakt’, zegt Joris Van Bladel, onderzoeker bij het Egmontinstituut en auteur van Land van het grote sterven, een analyse van de Russische militaire cultuur. ‘Militairen maken plannen voor noodsituaties. Ze werken met scenario’s, en bij die scenario’s hoort een timing waarop je paraat moet zijn. Ook de NAVO houdt in haar defensieve planning rekening met het scenario waarbij Estland in 2029 wordt aangevallen. Dat betekent natuurlijk niet dat Rusland vandaag van plan is om in 2029 Estland aan te vallen.’

Wanneer het over Russische dreiging gaat, denkt de collectieve verbeelding algauw aan Russische tankformaties die door het Balticum denderen, of langeafstandsraketten die Warschau in puin leggen. Dat scenario achten experts eerder onwaarschijnlijk, alleen al omdat Rusland momenteel de handen vol heeft met Oekraïne. Hoewel het Russische leger er duidelijk vooruitgang boekt, betaalt het daarvoor een hoge menselijke en militaire kostprijs. Veel hangt af van hoe de oorlog in Oekraïne eindigt, voorspelt Bob Deen, coördinator van het Clingendael Russia and Eastern Europe Centre. ‘Als Rusland een deal krijgt waarbij het de Donbas verzekert en het een gemakkelijk verdedigbare frontlinie heeft, wordt het gevaarlijk. Als blijkt dat het Westen er niet in slaagt Rusland tegen te houden, komt de afschrikking van de gehele NAVO in het gedrang.’
Militair expert Carlo Masala: ‘Poetin is geen onberekenbare gek. Hij is juist heel rationeel’
Denkfouten over budgetten
Het dilemma van de Europese landen is reëel. Aan de nieuwe wapenwedloop zijn duidelijke risico’s verbonden. Tegelijk is het enorm riskant om niets te doen. Zelfs als het onwaarschijnlijk is dat Rusland echt van plan is om een ‘klassieke’ militaire aanval op Europa in te zetten, zijn de gevolgen van zo’n onwaarschijnlijk scenario zo groot, dat het onverantwoord is om geen voorbereidingen te treffen. ‘Als je gelooft dat het risico op een gewapend conflict met Rusland “slechts” 20 procent is, is dat eigenlijk enorm hoog’, zegt Vera Grantseva, expert internationale relaties aan de Franse universiteit Sciences Po. ‘Voor militairen is het onverantwoord om je níét voor te bereiden op zo’n scenario.’
Er is een klassieke denkfout wanneer het gaat over het vergelijken van legerbudgetten. Die luidt ongeveer als volgt: het defensiebudget van Rusland is tien keer kleiner dan het defensiebudget van alle NAVO-landen samen. Zelfs zonder Amerika is het totale budget van alle Europese NAVO-landen drie keer groter dan dat van Rusland.
Alleen klopt die vergelijking niet. Eerst en vooral zijn de Europese legers nauwelijks geïntegreerd, waardoor elk leger enorm veel ‘overhead’ heeft, met aparte logistieke ketens. Bovendien kan Rusland veel goedkoper produceren: Russische artilleriegranaten zijn meer dan drie keer goedkoper dan artilleriegranaten die in het Westen zijn gefabriceerd. Het International Institute for Strategic Studies berekende begin dit jaar dat, gecorrigeerd voor koopkracht, alle Europese landen samen net iets minder besteden dan Rusland. Bovendien kampt Europa met enorme logistieke problemen om al die legers te laten samenwerken met elkaar.
‘Een defensiebudget is geen optelsom maar een vermenigvuldiging’, zegt Van Bladel. ‘Als één factor nul bedraagt, bedraagt de uitkomst óók nul. Concreet: Europese landen hebben de voorbije decennia nauwelijks geïnvesteerd in hun luchtverdediging. Als we daar niets aan doen, zullen we in gelijk welk conflict enorme problemen ondervinden, hoe groot ons defensiebudget ook is.’
Het gevaar van een nieuwe wapenwedloop: maakt 800 miljard euro Europa écht veiliger?
Hybride
Er zit een enorme paradox in hoe Rusland naar zijn eigen militaire capaciteiten kijkt. Veel Russisch gedrag komt voort uit de vaststelling dat Rusland onnoemelijk veel zwakker is dan de verzamelde NAVO-landen. Kort door de bocht: om het Westen het hoofd te kunnen bieden moet Rusland sneller, meer en goedkoper produceren. In plaats van de meest geavanceerde precisiewapens zet Rusland in op massaproductie. Russische soldaten moeten dubbel zo hard en genadeloos zijn en klaar zijn om elke ontbering te doorstaan. Wat Rusland mist aan militaire capaciteiten, compenseert het door brutaler te zijn en meer risico’s te nemen.
In de huidige omstandigheden houdt het geen steek dat Rusland zo ver zal gaan. De status van het NAVO-bondgenootschap is sinds de terugkeer van Trump inderdaad ongewis, maar voor Rusland zijn er nog altijd genoeg redenen om aan te nemen dat Amerika een zekere steun aan Europa zal leveren. ‘Er is genoeg twijfel aan Russische kant om het risico niet te nemen’, zegt Deen. ‘Daarom focust Rusland voorlopig op zogenaamde sub-threshold-activiteiten: daden die de tegenstander verzwakken maar niet ernstig genoeg zijn om een stevige reactie te veroorzaken. Denk maar aan drones die door het NAVO-luchtruim vliegen, desinformatiecampagnes, beïnvloedingsoperaties, sabotage.’
‘Er is een enorme mismatch tussen hoe Rusland zichzelf ziet en hoe de buurlanden naar Rusland kijken.’
De vraag is natuurlijk of Rusland de militaire verhoudingen nog altijd zo ziet. Toen het Russisch leger op 24 februari 2022 Oekraïne binnenviel, deed het dat vanuit de overtuiging dat het veel sterker was dan het Oekraïense – en dat de Oekraïners nauwelijks zouden terugvechten. ‘Je kunt je afvragen of Rusland zijn eigen capaciteiten nog goed kan inschatten’, zegt Van Bladel. ‘Ze zitten zodanig vast in een ideologisch kader van confrontatie met het Westen dat het onduidelijk is of de mensen die de beslissingen nemen nog over voldoende betrouwbare informatie beschikken. Het risico op verkeerde inschattingen groeit naarmate het systeem autocratischer wordt.’
Pariastaat
Een van de grootste uitdagingen in de omgang met Rusland is de verwrongen kijk die het regime eropna houdt. Veel siloviki, de ‘krachtpatsers’ of kopstukken uit de veiligheidsdiensten, zijn ervan overtuigd dat het net het Westen is dat Rusland de oorlog heeft verklaard door zogenaamde kleurenrevoluties te organiseren in landen als Georgië, Armenië, Oekraïne en Kirgizië. Het idee dat een aanzienlijk deel van de bevolking in die landen liever niet in een vazalstaat van Moskou leeft, lijkt binnen de muren van het Kremlin ondenkbaar. ‘Er is een enorme mismatch tussen hoe Rusland zichzelf ziet en hoe de buurlanden naar Rusland kijken’, zegt Bob Deen. ‘Het Kremlin weigert in te zien dat al die bevolkingen in opstand kwamen vanwege de corruptie en het wanbestuur in hun land. Daar hadden ze helemaal de CIA niet voor nodig.’
‘Veel Europese leiders onderschatten hoe fundamenteel het Russische regime de voorbije vijf jaar is veranderd.’
Bovendien heeft de oorlog Rusland intens veranderd. Het is maar de vraag in welke mate het Kremlin nog vatbaar is voor rationele argumenten. ‘Veel Europese leiders onderschatten hoe fundamenteel het Russische regime de voorbije vijf jaar is veranderd’, zegt Grantseva. ‘Rusland probeert vandaag niet eens meer te verbloemen dat het een pariastaat is zonder enige vorm van politieke vrijheden. Het systeem is nog veel autoritairder en repressiever geworden dan voorheen. Het is héél moeilijk om de teugels nu te lossen. Om die repressie te legitimeren, heeft Poetin een externe uitdaging nodig. Een conflict in een van de Baltische staten zou perfect in die logica passen.’
De Russische houding is enorm schizofreen, vindt Deen. ‘Aan de ene kant zeggen ze dat Europa militair niets voorstelt en dat ze dus alleen met de Amerikanen willen praten. Maar tegelijk worden ze enorm boos als de Duitsers investeren in hun defensie, of tanks leveren aan Oekraïne.’ Het is een van de redenen waarom sinds het begin van de grootschalige invasie Russische officials al enkele tientallen keren met kernwapens dreigden. ‘Het is bijna een soort geruststelling aan zichzelf’, observeert Deen.
‘Poetin denkt niet per se dat het Russische leger supersterk is. Hij denkt vooral dat de Europeanen nooit tegen Rusland zullen durven vechten.’
Zonder Amerikaanse betrokkenheid hebben de Europese landen een geloofwaardigheidsprobleem. Ze moeten bewijzen dat ze wel bereid en in staat zijn om zichzelf te verdedigen, als Amerika voorgoed de handen van Europa aftrekt. Daartoe bleken de Europese landen de voorbije decennia nooit bereid, en dat weet Rusland maar al te goed. ‘Poetin neemt de militaire opbouw in Europa totaal niet ernstig’, zegt Grantseva. ‘Hij gelooft dat democratieën fundamenteel zwak zijn, en niet in staat zich militair te verdedigen. Poetin denkt niet per se dat het Russische leger supersterk is. Hij is er vooral van overtuigd dat de Europeanen het nooit zullen aandurven om tegen Rusland te vechten.’

Risico’s
Sinds de NAVO-top van Den Haag worden NAVO-landen verondersteld om 5 procent van hun bnp aan defensie uit te geven – al zal het in de praktijk ‘slechts’ 3,5 procent zijn. Voor heel wat West-Europese landen die weinig in hun defensie hebben geïnvesteerd, zoals België, wordt dat een heel karwei. En doordat zowat alle landen zich nu tegelijk op de markt begeven, swingen de prijzen de pan uit. Europese landen vervallen bovendien nog altijd in hun oude gewoonten. Het Frans-Duitse project om een nieuw Europees gevechtsvliegtuig te ontwikkelen wordt verlamd doordat landen hun nationale belangen laten primeren.
‘Door alles in te zetten op het zuiver militaire dreigen we andere sectoren te vergeten. Als we alle jongeren naar Defensie lokken, komen er tekorten bij justitie of de politie.’
Nils Duquet, directeur van het Vlaams Vredesinstituut, ziet de risico’s van die aanpak. ‘Het is een enorm slecht idee om met zo’n procentnorm te werken’, stelt hij. ‘Militaire uitgaven horen te gebeuren op basis van een dreigingsanalyse: welke gevaren zijn er, en hoe bereiden we ons daarop voor? Het is nu totaal onduidelijk op basis van welke dreigingsanalyse wij tot dat percentage zijn gekomen. Door alleen naar die vijfprocentnorm te kijken, riskeren we aankopen te doen waarvan de meerwaarde beperkt is.’
Duquet waarschuwt voor een te eenzijdige militaire aanpak. ‘De Russische dreiging is multidimensionaal’, zegt hij. ‘Door alles in te zetten op het zuiver militaire dreigen we andere sectoren te vergeten waar we kwetsbaar worden. Als we alle jongeren naar Defensie lokken, kunnen er tekorten ontstaan bij justitie of bij de politie. Als we beslissen om minder te investeren in diplomatie en samenwerking met bijvoorbeeld de Afrikaanse landen, springen China en Rusland onmiddellijk in het gat.’
Het risico op een maatschappelijke weerbots is bovendien groot. ‘Politici hebben de plicht om uit te leggen welke defensieve logica er achter al die nieuwe wapensystemen zit’, zegt Duquet. ‘Ik denk dat het niet moeilijk is om uit te leggen waarom we luchtafweersystemen nodig hebben, nu er voortdurend drones boven onze luchthavens gesignaleerd worden.’ Het is wel moeilijk om totaal transparant te zijn over defensieaangelegenheden – Feind hört mit – maar die vertrouwelijkheid is ook een risico, betoogt Duquet. ‘We weten dat de defensiesector notoir gevoelig is voor corruptie. We kunnen ons geen groot corruptieschandaal veroorloven als we de bevolking willen meekrijgen.’
Terugkeer van de rode telefoon
In theorie bestaat er natuurlijk ook een andere mogelijkheid. Er is bijvoorbeeld het zogenaamde Jaltascenario, waarbij Europa en Rusland samen een veiligheidsorde uittekenen. In zo’n veiligheidsorde zou Rusland eisen kunnen stellen over de positie van Europese troepen en over bewapening. Landen als Georgië, Oekraïne en Moldavië zouden bufferstaten worden die veroordeeld zijn om naar het pijpen van Rusland te dansen. ‘Dat is de ultieme Russische droom’, zegt Deen. ‘Alleen zie ik het niet gebeuren. Landen zullen nooit accepteren dat ze veroordeeld worden om een bufferstaat te worden. Bovendien is zo’n veiligheidsorde per definitie instabiel. Rusland kan op gelijk welk moment beslissen om de grenzen opnieuw te verleggen.’
Zelfs als zo’n veiligheidsorde met Rusland politieke sciencefiction lijkt, is het duidelijk dat Europa en Rusland veroordeeld zijn om minstens te proberen met elkaar te spreken. Die kwestie verdeelt Europa: binnen de Baltische landen en Polen wordt praten met Rusland wel eens weggezet als een beloning voor wangedrag. Bovendien blijkt Rusland zelf absoluut niet geïnteresseerd in een gesprek met Europa. ‘De Britten hebben onlangs nog geprobeerd om contact te leggen, en ze kregen een botte weigering’, zegt Van Bladel. ‘Voor Europese landen is een ernstig geprek met het Kremlin momenteel niet mogelijk.’
‘We mogen niet denken dat dit een re-match van de Koude Oorlog wordt met dezelfde uitslag.’
Dat betekent niet dat er geen vertrouwenwekkende maatregelen meer mogelijk zijn. ‘Vroeger hadden we afspraken om waarnemers toe te laten bij militaire oefeningen’, zegt Deen. ‘Er was het Open Skies-verdrag, dat toeliet om met vliegtuigen over elkaars posities te vliegen en te fotograferen. Er waren nog allerlei militaire hotlines om contact te nemen bij een incident, om misverstanden te vermijden. Daar zouden we toch dringend opnieuw werk van moeten maken.’
Het grote voordeel van een koude oorlog is natuurlijk dat het geen warme oorlog is. Tegelijk is het duidelijk dat ook in deze de geschiedenis zich niet herhaalt, maar hoogstens een beetje rijmt. ‘We mogen niet denken dat de huidige confrontatie een re-match wordt met dezelfde uitslag’, waarschuwt Van Bladel. ‘Het conflict waar we nu inzitten, kent andere spelregels. De Sovjets hebben het nooit aangedurfd om openlijk sabotageacties op NAVO-grondgebied uit te voeren, zoals Rusland dat nu doet. De vraag moet zijn: hoe kunnen we Rusland ervan overtuigen om bepaalde ongeschreven regels niet te overtreden?’