‘Hoe kan het dat grootste olie-exporteur van Afrika geen benzine heeft voor eigen bevolking?

Corruptie in Nigeria © REUTERS

De grootste economische macht van Afrika zit zonder regering. De in mei aangetreden president Muhammadu Buhari wil de immense corruptie onder de Nigeriaanse elite aanpakken alvorens ministers aan te duiden. Tegelijk hoopt hij miljarden oliedollars terug te vinden die onder de vorige regering zoek zijn geraakt. ‘Heel veel mensen zijn gecompromitteerd. Als die aan de macht komen, verliest Nigeria.’

‘Hoe kan het dat de grootste olie-exporteur van Afrika geen benzine heeft voor de eigen bevolking?’, vloekt Tolulope Sangosanya. De directrice van de ngo Lot’s Foundation toont ons hoe ze haar krappe woonst in het centrum van Lagos draaiende houdt: met een generator op benzine voor stroom, een batterij ter grootte van een schoenendoos om ook ’s nachts een ventilator in te zetten tegen de verzengende hitte, en een waterpomp en -ton om zich met een emmer, een spons en een stevige scheut Dettol te kunnen wassen. Ze heeft een douche en is aangesloten op het elektriciteitsnetwerk, maar zelfs in haar middenklassenwijk is er hooguit enkele uren per dag elektriciteit en stromend water. ‘”Trek uw plan” zou onze nationale leuze moeten zijn’, zegt ze smalend.

Naira's, Nigeria
Naira’s, Nigeria © Reuters

Nigeria kreunt onder de ergste oliecrisis in een decennium. Twee weken voor de inauguratie van de nieuwe president Muhammadu Buhari, op 29 mei, brak een conflict uit tussen de aftredende regering en de importeurs van geraffineerde olie, waarop die weigerden nog langer benzine in te voeren. Op het moment dat we haar ontmoeten, heeft Sangosanya nog een halfgevulde generator in huis en een halve benzinetank in de auto. Twee dagen later is de huisbatterij leeg en staat de benzinemeter van haar wagen in het rood. Ze moet kiezen: het licht aandoen of benzine overhouden om met de auto waterbidons naar het hoofdkwartier van haar ngo te brengen.

Noodgedwongen rijden we ’s avonds laat naar het appartement van haar verloofde om daar de nacht door te brengen. Aan een tankstation dat al dagen gesloten is, wordt in het pikdonker clandestien benzine verkocht tegen 1,36 euro per liter, haast vijf keer de officiële prijs. Klanten gaan net niet op de vuist om hun tank te vullen. Een politiepatrouille beschermt de verkoper tegen plunderaars. ‘Wat ze doen, is illegaal, maar toch krijgen ze bescherming van politieagenten die ze hebben ingehuurd’, klinkt Sangosanya bitter. Ze slaat kwaad op haar stuur. ‘Het zijn bandieten. In Nigeria is het ieder voor zich, en je moet keihard zijn om te overleven. Niemand denkt verder dan zijn eigenbelang, niet het minst onze leiders.’

Ook Adebajo Odutola baalt. Sangosanya’s verloofde heeft vorig jaar zijn eigen advocatenkantoor geopend, maar moest recent zijn deuren sluiten. ‘Mijn personeel raakt niet meer op het werk’, zegt hij. ‘De crisis is dodelijk voor kleine bedrijven. Handelszaken die energie nodig hebben opdat hun stock niet bederft, gaan failliet.’ Nochtans groeit de Nigeriaanse economie jaarlijks met zes tot acht procent. ‘Maar dat is niet dankzij, maar ondanks de overheid’, zegt Sangosanya. ‘Nigerianen zijn van nature ondernemende mensen; zij kunnen hun eigen boontjes doppen, zelfs in moeilijke omstandigheden. Wij verwachten ook niet dat de overheid al onze problemen oplost, maar ze moet wel een klimaat creëren waarin iedereen zijn verantwoordelijkheid kan opnemen om samen de natie te ontwikkelen. Geef ons energie en basisinfrastructuur.’

Verspilling

Subsidies voor de olie-import zijn het ultieme verrijkingsmiddel. Veel van de importeurs staan dicht bij de machtshebbers. De meesten voeren trouwens geen olie in. Ze laten enkel de nodige papieren tekenen bij de douane en incasseren het geld.

Het grote probleem van Nigeria is de wijdverbreide corruptie. ‘Er is zeker geen gebrek aan cash in Nigeria’, zegt Odutola. ‘Elke deelstaat heeft waardevolle grondstoffen, het potentieel is enorm. Maar corruptie is onze aids. Alle andere kwalen zijn opportunistische infecties die daaruit voorvloeien.’

Volgens Steve Ayorinde is corruptie ook de directe oorzaak van de oliecrisis. De columnist van de Nigeriaanse zakenkrant Business Day en oud-hoofdredacteur van de kranten The Punch en National Mirror zit al jarenlang met zijn neus op de Nigeriaanse politiek. ‘We zijn het enige grote olieproducerende land dat niet in zijn eigen behoeften kan voorzien’, zegt hij. ‘Nigeria heeft vier raffinaderijen waar ruwe olie wordt verwerkt tot brandstof. Alleen weet niemand of die nog werken, en hoeveel er geproduceerd wordt. Wel weten we dat er meer geld wordt besteed aan het onderhoud ervan dan wat nodig is om een nieuwe raffinaderij te bouwen. Twee jaar geleden hebben we een vergadering belegd met de minister van Petroleum, de minister van Financiën en de centrale bank om te achterhalen wat er met onze olie gebeurt. Hoeveel ruwe olie gaat er van de staatsoliemaatschappij NNPC naar de raffinaderijen? Hoeveel brandstof gaat er buiten? Moeilijk is dat niet. Maar duidelijke antwoorden kregen we niet.’

'Hoe kan het dat grootste olie-exporteur van Afrika geen benzine heeft voor eigen bevolking?
© REUTERS

Ayorinde windt zich op. ‘Het is pure verspilling, crimineel en inhumaan. De People’s Democratic Party (PDP) is zestien jaar aan de macht geweest. Hoelang heb je nodig om een raffinaderij te herstellen of een nieuwe te bouwen? De waarheid is dat iemand ruwe olie via die raffinaderijen illegaal aan het buitenland verkoopt en het geld in eigen zak stopt.’

Nog lucratiever zijn de subsidies die de overheid intussen betaalt aan bedrijven die geraffineerde olie importeren. De officiële benzineprijs aan de pomp bedraagt dertig eurocent per liter, de rest wordt door de overheid bijgepast. ‘In 2007 bedroeg die subsidie 836 miljoen euro. In 2011, het jaar waarin ex-president Goodluck Jonathan de macht overnam van zijn partijgenoot, was dat plots 5,9 miljard euro, goed voor een vierde van de nationale begroting. Daarmee heeft de PDP zijn verkiezingscampagne gefinancierd. Vandaag bedraagt die subsidie ongeveer 4,1 miljard euro per jaar, mede door de lagere olieprijs. Subsidies voor de olie-import zijn het ultieme verrijkingsmiddel. Veel van de importeurs staan dicht bij de machtshebbers. De meesten voeren trouwens geen olie in. Ze laten enkel de nodige papieren tekenen bij de douane en incasseren het geld.’

Maar momenteel weigeren de importeurs nog olie in te voeren, naar eigen zeggen omdat de overheid hen niet heeft betaald. De regering ontkent en spreekt van chantage. ‘Is dat dan geen misdrijf?’, vraagt Ayorinde zich af. ‘Waarom onderneemt de overheid dan geen gerechtelijke stappen? Omdat ze zelf betrokken partij is. De oliesubsidies zijn slechts één mechanisme waarmee de Nigeriaanse machthebbers zich verrijken. Onze politici behoren tot de bestbetaalde ter wereld, maar hun loon en onkostenvergoedingen zijn peanuts vergeleken bij wat ze met fraude verdienen.’

De importeurs zijn bereid het spel hard te spelen. Radiostations kunnen niet langer uitzenden. Grote delen van het land dreigen zonder gsm-netwerk te vallen. Buitenlandse luchtvaartmaatschappijen vliegen om langs de buurlanden om te kunnen tanken. Binnenlandse vluchten worden afgelast. Zakenlui reizen noodgedwongen zestien uur met de bus van Lagos naar de economische hoofdstad Abuja, terwijl chauffeurs onderweg wanhopig zoeken naar enkele liters benzine aan droogleggingsprijzen. Nigeria is een economische reus op lemen voeten.

Complot

Nigeria.
Nigeria.© Reuters

In Abuja heb ik afgesproken met Olisa Metuh, nationaal woordvoerder van de PDP en al sinds 1999 een van de machtigste partijleden. Rond zijn pols blinkt een gouden horloge bezet met tientallen edelstenen. Metuh oogt vermoeid. Terwijl het hele land zijn partij de schuld geeft van de energiecrisis, vermoedt hij een complot van het All Progressives Congress (APC), de partij die met Muhammadu Buhari de verkiezingen heeft gewonnen. ‘We vinden het heel eigenaardig dat de oliecrisis net een week voor de machtsoverdracht is uitgebroken. In de zestien jaar tijd dat de PDP aan de macht was, hebben we dat nooit meegemaakt. Het is sabotage, georkestreerd door de nieuwe machtshebbers. Onze partij zal worden herinnerd als die van de oliecrisis.’

Metuh nuanceert de aantijgingen van wanbetaling. ‘Ik denk dat correcte rekeningen betaald zijn, maar we willen niet langer geld neertellen voor valse schulden. Al is het soms moeilijk om die twee van elkaar te onderscheiden. In elk geval is er volgens ons geen enkele reden om nog toe te staan dat de importeurs de gemeenschap afpersen.’ Gevraagd waarom de PDP dat probleem zelf niet veel eerder heeft aangepakt, antwoordt Metuh droog: ‘Dat is politiek. Meer zeg ik daar niet over.’

Volgens Metuh heeft de uittredende regering maatregelen getroffen om de corruptie te bestrijden, maar is zijn partij niet verantwoordelijk voor de gebrekkige uitvoering ervan. ‘Wij hebben instellingen gecreëerd om de corruptie aan te pakken, maar dat betekent nog niet dat ze ook goed werken. De PDP leidt die instellingen niet, dat doet het Nigeriaanse volk. Misschien is het een mentaliteitskwestie. Sommigen denken dat corruptie inherent is aan ons waardensysteem. Misschien begrijpen de Nigerianen te weinig dat er een verschil is tussen rijk worden, wat voor iedereen kan, en succesvol zijn, waarvoor je hard moet werken.’

Metuh geeft toe dat zijn partij fouten heeft gemaakt. ‘We hebben geen band gesmeed met de Nigerianen. We zijn niet in hun hoofden doorgedrongen. Maar we zullen ons reorganiseren en we zullen sterker terugkeren. Sommige Nigerianen hebben ook niet tegen de PDP gestemd, maar tegen bepaalde leden van de PDP. En die zullen spoedig uit de partij worden gezet.’ Het is opvallend dat Metuh zelf partijleden viseert. Mogelijk anticipeert hij zo op represailles van de nieuwe president. Verschillende PDP-toppolitici die de bui voelden hangen, zijn nog voor de inauguratie van Buhari naar het buitenland gevlucht.

Onkreukbaar

De 72-jarige gepensioneerde generaal Buhari leidde Nigeria eerder al van 1984 tot 1985 als militair dictator, en heeft de reputatie onbuigzaam en onkreukbaar te zijn. Nigeriaanse verkiezingen spelen zich traditioneel af op de breuklijn tussen het overwegend islamitische noorden en het christelijke zuiden. Maar Buhari, die zichzelf een ‘bekeerd democraat’ noemt en zweert bij een eenvoudige levensstijl, kreeg met zijn belofte om de corruptie hard aan te pakken een sterk mandaat van kiezers uit het hele land.

Olie, Nigeria
Olie, Nigeria © Reuters

Meer dan twee maanden na zijn inauguratie heeft Buhari nog steeds geen ministers benoemd. Volgens zijn woordvoerder zullen de Nigerianen zelfs tot september op een regering moeten wachten. De president heeft het voorlopig te druk met de strijd tegen de corruptie en met de oorlog tegen Boko Haram, klinkt het. Buhari wil zeker zijn dat hij het bestuur in geloofwaardige en competente handen legt.

Buhari beloofde wel om miljarden euro’s te recupereren die door vorige regeringen gestolen zijn. ‘De dagen van straffeloosheid zijn voorbij’, waarschuwde hij op een bijeenkomst met gouverneurs van de deelstaten. En de president lijkt de daad bij het woord te voegen. Eind juni ontsloeg hij de voltallige raad van bestuur van het staatsoliebedrijf NNPC. Volgens de Nationale Economische Raad, die de president adviseert, heeft het NNPC van 2012 tot mei 2015 bijna de helft van alle inkomsten in eigen zak gestoken. Het parlement stemde in met een diepgaand onderzoek. Verwacht wordt dat nog meer belangrijke koppen zullen rollen.

Ayorinde gelooft dat Buhari de corruptie en de energietekorten kan stoppen. ‘Hij was zelf minister van Petroleum in de jaren zeventig en hij kent de sector goed. De opdracht is duidelijk: bouw het elektriciteitsnetwerk uit zodat huishoudens, handelszaken en ziekenhuizen niet enkel op generators aangewezen zijn. Bouw raffinaderijen zodat Nigeria zelf in de eigen behoeften kan voorzien en de malafide importeurs buitenspel worden gezet. Zonder importsubsidies komen daarvoor miljarden euro’s vrij. Buhari zal tegen machtige schenen schoppen: topmensen in de regering, het leger, de politie, de douane en de zakenwereld. Maar ze zullen zich moeten aanpassen.’

Metuh daarentegen gelooft niet in zo’n scenario. ‘We hopen voor het welzijn van de natie dat de APC van Buhari zal slagen. Maar het zal moeilijk worden, want de partij drijft op leugens en bedrog. De nieuwe vicepresident zegt dat hij 55 miljard euro schulden erft, maar hij vergeet er wel bij te zeggen dat de schuldenberg van veel APC-deelstaatregeringen nog veel hoger ligt. Maar worden die geviseerd?’

Ook binnen zijn eigen partij lijken sommige kopstukken te denken dat Buhari in al zijn anticorruptiedrift eerder selectief te werk zal gaan. Amper één dag na zijn beëdiging stond op de luchthaven van Yola, de hoofdstad van de straatarme noordoostelijke deelstaat Adamawa, de lokale APC-elite Murtalia Nyako op te wachten. De gouverneur die vorig jaar nog werd afgezet voor misbruik van overheidsgeld en naar het buitenland vluchtte, werd er weer als een held onthaald.

Sloppenwijken

Buhari staat een zware opdracht te wachten. Corruptie zit diep ingebakken in de Nigeriaanse maatschappij, op alle beleidsniveaus. Al aan de Nigeriaanse grens met Benin probeerden drie douaniers na elkaar me geld af te troggelen, terwijl ze mijn paspoort stevig in hun handen geklemd hielden. De eerste vijftien kilometer richting Lagos werd ik maar liefst zes keer tegengehouden door mensen met een uniform en een uitgestoken hand: politie, leger, douane, volksgezondheid, immigratie, noem maar op. Velen van hen hebben al maanden geen loon meer ontvangen.

'Hoe kan het dat grootste olie-exporteur van Afrika geen benzine heeft voor eigen bevolking?
© Reuters

‘Iedereen vecht voor zijn eigen overleven, vaak ten koste van anderen’, zegt Sangosanya. ‘Maar zo verandert er natuurlijk nooit iets. Zelfs bij de ngo’s zijn wanpraktijken schering en inslag. Sommige zijn er enkel om zichzelf te verrijken.’ Sangosanya betaalt zichzelf als directrice van de ngo Lot’s Foundation zo’n 300 euro per maand. ‘Net genoeg om mijn kosten te betalen.’

Ze brengt me naar de sloppenwijken van Ajegunle, haar werkterrein. Nergens in Nigeria is de extreme ongelijkheid meer zichtbaar dan in dit district in hartje Lagos. In de aangrenzende zeehavens komt twee derde van Nigeria’s import binnen. Op een boogscheut daarvan leven tien- tot honderdduizenden mensen op een met afval gedempt moeras. Op de vlucht voor armoede en werkloosheid zochten ze hun geluk in de economische hoofdstad, maar de hoge levenskost dwong hen te verhuizen naar dit onbewoonbare terrein.

‘Dit is de lagere school’, zegt Sangosanya, terwijl ze naar een mistroostig gebouw wijst dat verscholen zit achter bergen vuilnis en enkele verkiezingsposters. ‘Het niveau van de publieke scholen is ondermaats. Vaak leren kinderen niet eens lezen en schrijven. Een analfabeet kind klaarstomen voor een job is als een huis zonder fundering bouwen.’ Sangosanya’s ngo focust daarom vooral op aanvullend naschools onderwijs, maar ook ander gemeenschapswerk is broodnodig. ‘We leren de kinderen over hygiëne, maar ze hebben geen toegang tot drinkwater of toiletten. Of we praten over gevarieerde voeding, terwijl hun ouders zich enkel maniokmeel kunnen veroorloven. Heel veel kinderen zijn ondervoed.’

Een meisje staat in de rij voor water, dekens en voedsel die soldaten uit Niger in Damasak uitdelen
Een meisje staat in de rij voor water, dekens en voedsel die soldaten uit Niger in Damasak uitdelen© REUTERS

Van de sterke economische groei die Nigeria de afgelopen jaren kende, hebben de inwoners van Ajegunle niets gemerkt. De groei zorgde er niet voor extra jobs en verminderde evenmin de inkomensongelijkheid. Haast twee derde van de 180 miljoen Nigerianen leeft in extreme armoede. ‘De mensen werken hier hard, ze zitten heus niet met de hand open te wachten, maar ze verdienen te weinig om een menswaardig bestaan op te bouwen’, zegt Sangosanya. Heel weinig bewoners van Ajegunle verdienen het officiële minimumloon van 82 euro per maand. Het staat in schril contrast met de 136.000 euro die een Nigeriaanse senator jaarlijks opstrijkt.

‘De meeste mannen werken als bus- of mototaxichauffeur. Velen moeten hun zaakje opgeven omdat ze geen generator en benzine kunnen betalen’, zegt Bashorun Akinpele Tijani, een van de lokale gemeenschapsleiders. We wandelen door de sloppenwijk die The Dustbin Estate wordt genoemd. Overal liggen bergen afval, de straten zijn ermee geplaveid. De geur is niet te harden. Kinderen en volwassenen doen hun behoefte ongegeneerd op straat. Het is al enkele uren hevig aan het regenen, vele straten staan blank. ‘Het afval stroomt zo de woonkamers binnen’, zegt Akinpele. ‘Kinderen sterven door die vuiligheid. Als ze een infectie oplopen, kunnen veel mensen zich geen ziekenhuis veroorloven.’ Nigeria heeft de op negen na hoogste kindersterfte ter wereld. Met een levensverwachting van 52 jaar bengelt het land helemaal onder aan het internationale klassement.

Democratie

‘De overheid ziet ons niet als haar volk’, zegt Akinpele. ‘Politici komen enkel langs tijdens verkiezingscampagnes. Dan delen ze wat geld en voedsel uit en strooien ze met beloftes. Daarna zien we hen nooit meer terug.’ Akinpele kan niet meteen bedenken wat de uitgetreden regering ooit voor zijn wijk heeft gedaan.

Wel meer Nigerianen worstelen met die vraag. Volgens velen schuilt de grootste verwezenlijking van ex-president Goodluck Jonathan in het feit dat hij zijn verkiezingsnederlaag heeft aanvaard. Dat zegt veel over zijn regeerperiode, maar valt ook niet te onderschatten. Voor het eerst in de Nigeriaanse geschiedenis wist een oppositiekandidaat via verkiezingen de macht over te nemen van een zittend president. Zonder bloedvergieten. ‘Onze democratie is versterkt’, zegt Ayorinde. ‘Het betekent dat we een regering kunnen wegstemmen als ze het land niet naar behoren bestuurt.’

Die overwinning heeft de Nigerianen veeleisend gemaakt. Buhari begon zijn ambtstermijn met een sterk mandaat en een ongeziene populariteit, maar moet ook torenhoge verwachtingen inlossen. ‘Ik ben geen mirakelman’ en ‘De schatkist is leeg’, zo probeert Buhari die nu te temperen. Nigerianen die dachten dat de ex-dictator de problemen met een vingerknip zou oplossen, morren nu er na meer dan twee maanden nog geen regering is. De middenveldorganisatie Centre for Democracy and Development lanceerde intussen de ‘Buharimeter’, een tool die nauwgezet opvolgt of de president zijn ambitieuze verkiezingsbeloftes inlost. Volgens de waakhond heeft Buhari in zijn eerste maand aan slechts 6,8 procent van de maatregelen gewerkt die hij in zijn eerste honderd dagen beloofde te realiseren.

Op zijn beurt koopt Buhari goodwill bij het volk door zijn eigen loon te halveren, en zet hij opnieuw het mes in de oude machtsstructuren. Zo ontsloeg hij half juli de stafchefs van defensie, de zeemacht en de luchtmacht. Daarmee probeert hij vooral de falende strijd tegen Boko Haram een nieuw elan te geven, al speelden ook de vele corruptieaantijgingen tegen de legertop ongetwijfeld een rol. Op 27 juli legde de president nogmaals uit waarom het zo lang duurt om een kabinet aan te wijzen: ‘Heel veel mensen zijn gecompromitteerd. Als die aan de macht komen, verliest Nigeria.’ Buhari wil af van de ‘Ieder voor zich en God voor ons allen’-mentaliteit.

Sangosanya gunt de nieuwe president nog wat tijd. ‘Er is geen gebrek aan goede ideeën in dit land, maar ze worden nooit geïmplementeerd. Buhari staat op Ground Zero. Als hij effectief de corruptie en het energietekort weet aan te pakken, dan volgt de rest vanzelf.’ (Jan De Deken)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content