Hebben Trump en Poetin werkelijk samen de verkiezingen gehackt?

© Dino
Arthur Debruyne
Arthur Debruyne Medewerker Knack.be

Heeft het team achter Trump samengewerkt met Rusland om de verkiezingen te beïnvloeden? Ruslandgate blijft het Amerikaanse debat beroeren, al berust het grotendeels op anonieme, amper verifieerbare lekken vanuit het inlichtingenestablishment. Heel wat leugens en verdraaiingen over reëel contact, dat wel, maar voorlopig nog geen tastbaar bewijs van een duistere samenzwering.

“This is McCarthyism!” Zo eindigt Amerikaans president Donald Trump een recente tweet waarin hij zijn voorganger Barack Obama ervan beschuldigt dat hij Trump zou hebben laten afluisteren tijdens diens verkiezingscampagne.

Obama zou erop uit geweest Trumps banden met Rusland hard te maken.

Trump verwijst met zijn uitsmijter naar de jaren vijftig van de twintigste eeuw, toen de VS in de greep was van de zogenaamde red scare, een angstpsychose voor de communistische invloed van de “roden.” Joseph McCarthy was de Republikeinse senator die een heksenjacht ontketende tegen veronderstelde communistische infiltranten in de Amerikaanse overheid, de media en de kunsten.

Vandaag lijkt er geen week meer voorbij te gaan of de Amerikaanse media brengen een nieuwe onthulling over contacten tussen het entourage van president Trump en Russen van divers pluimage, zij het vertegenwoordigers van de regering, de inlichtingendiensten, of nog Russische zakenlui. De vraag is: is daar iets mis mee?

Een gezamenlijke taskforce van de veiligheidsdiensten FBI, CIA en NSA voert nog onderzoek naar die contacten. Ook gaan drie onderzoekscommissies van de Amerikaanse Senaat, waaronder de Commissie Inlichtingendiensten, zich binnenkort buigen over dezelfde hamvraag: wist Trump of iemand uit zijn entourage van de Russische demarche om de verkiezingen te beïnvloeden, of hebben ze er op de een of andere manier aan meegewerkt? Dat zou namelijk verkiezingsfraude zijn.

Ook rijst de vraag of iemand uit Trumps entourage de zogenaamde Logan Act heeft overtreden. Dat is een wet uit 1799 die verbiedt dat burgers zonder toestemming onderhandelen met buitenlandse regeringen die een dispuut hebben met de VS. Voormalig nationaal veiligheidsadviseur Michael Flynn moest opstappen nadat bleek dat hij met Russisch ambassadeur Sergej Kisljak had gesproken over het terugdraaien van Amerikaanse sancties tegen Rusland. Misschien wordt hij nog vervolgd.

Donald Trump aan de telefoon met Russisch president Vladimir Poetin.
Donald Trump aan de telefoon met Russisch president Vladimir Poetin. © Reuters

De meest recente Rusland-onthulling

Vorige week berichtte de krant The Washington Post over de meest recente Ruslandconnectie: de Amerikaanse minister van Justitie Jeff Sessions had de Russische ambassadeur Sergej Kisljak ontmoet tijdens het Republikeinse partijcongres in de Amerikaanse stad Cleveland in juli. Sessions was toen een adviseur van Trumps campagneteam. In januari had Sessions tijdens zijn hoorzitting voor zijn benoeming voor de Senaat nog onder ede verklaard dat hij “geen communicatie met de Russen” had gevoerd.

Op zich is het natuurlijk geen probleem om de Russische ambassadeur te ontmoeten. Misschien is Kisljak ook “gewoon een man die zijn job doet”, aldus Rusland-kenner Lien Verpoest in een interview met Terzake vorige week, een professionele rasdiplomaat met andere woorden.

Volgens CNN is Kisljak dan weer een doorgewinterde topspion onder diplomatieke dekmantel. Amerikaans Ruslandkenner en schrijver Masha Gessen maakt echter brandhout van die analyse.

Wat Kisljak en Sessions elkaar gezegd hebben is niet geweten. Wél is het zo dat ze elkaar publiek ontmoetten na een panelgesprek in de marge van het Republikeinse partijcongres. Ook voormalige adviseurs van Trump Carter Page en J.D. Gordon waren daarbij aanwezig.

De ontmoeting zou plaatsgevonden hebben tijdens een receptie, de aanwezigheid van Kisljak daar was overigens niet ongewoon.

De veronderstelde reële kwaadwillige inmenging van Rusland in de Amerikaanse verkiezingen werpt allicht een schaduw van verdachte samenzwering over normale politieke en diplomatieke contacten. Zelfs de erg sceptische New York Times schrijft in een artikel over de Ruslandcontacten van Trump:

“Voormalige diplomaten en Ruslandkenners zeggen dat het absurd en contraproductief zou geweest zijn voor het team-Trump om ontmoetingen met Russen uit de weg te gaan, zowel tijdens als na de campagne.”

Wél was het problematisch dat Sessions gelogen had over zijn ontmoeting met Kisljak omdat hij in feite aan het hoofd staat van de FBI – dat, zoals eerder gezegd, nog steeds een onderzoek voert naar de Russische campagne tegen de Amerikaanse verkiezingen. Onder aanzienlijke politieke druk heeft Sessions de verantwoordelijkheid over het onderzoek uit handen gegeven aan een plaatsvervanger.

Amerikaans minister van Justitie Jeff Sessions verdedigt tijdens een persconferentie zijn contacten met Russisch ambassadeur Sergej Kisljak.
Amerikaans minister van Justitie Jeff Sessions verdedigt tijdens een persconferentie zijn contacten met Russisch ambassadeur Sergej Kisljak.© Reuters

Het meest tastbare verband tussen het Russiche regime en de Amerikaanse verkiezingen: de computerinbraak bij de Democraten

Vanaf juni 2016 begint klokkenluiderswebsite Wikileaks gehackte e-mails te publiceren uit de accounts van leden van het Democratisch Nationaal Comité (DNC), het bestuursorgaan van de Democratische Partij.

Daaruit blijkt onder meer dat het DNC, die verondersteld wordt neutraal te zijn, Hillary Clinton leek te verkiezen als Democratische presidentskandidaat boven senator Bernie Sanders. De uitgebreide berichtgeving over de gehackte e-mails voedt de perceptie dat hetzelfde politieke establishment uit Washington aan de touwtjes gaat trekken na de verkiezingen.

De computerinbraak bij de Democraten is het meest tastbare element in het hele Ruslandverhaal.

De computerinbraak bij de Democraten is het meest tastbare element in het hele Ruslandverhaal. De emailaccounts zouden geplunderd zijn door twee hackerscollectieven die geassocieerd worden met het Russische regime. Verschillende Amerikaanse inlichtingendiensten zeggen begin oktober dat het bevel om de Amerikaanse verkiezingen te hacken vanuit de hoogste echelons in Rusland komt.

De nationaal directeur van de inlichtingendiensten James Clapper doet er in januari in een rapport nog een schepje bovenop: Russisch president Vladimir Poetin himself wilde met een mix van geheime (cyber)operaties, fake news en socialemediamanipulatie Hillary Clinton bekladden en de weegschaal in het voordeel van Trump doen kantelen. Ook het vertrouwen in het Amerikaanse democratische proces moest eraan geloven, klinkt het.

Waarom? President Trump gaat Poetins geopolitieke ambities geen strobreed in de weg leggen, hoopt het Kremlin. Het “America first”-nationalisme van de Republikeinse presidentskandidaat en ook diens herhaalde openlijke bewondering voor de Russische president vallen hoe dan ook te verkiezen boven een Hillary Clinton die de confrontatie allicht niet uit de weg zal gaan.

Toenmalig Amerikaans directeur van de nationale inlichtingendiensten James Clapper naast FBI-directeur James Comey tijdens een hoorzitting over de Russische inmeninging in de verkiezingen
Toenmalig Amerikaans directeur van de nationale inlichtingendiensten James Clapper naast FBI-directeur James Comey tijdens een hoorzitting over de Russische inmeninging in de verkiezingen© Reuters

Het rapport dat de schuld voor de computerinbraak bij de Democraten bij Poetin legt is een belangrijke hoeksteen in het hele Ruslandverhaal. Maar de inlichtingendiensten leveren eigenlijk weinig tot geen bewijs aan voor die conclusie. Dit om hun bronnen en methodes te beschermen, klinkt het, en hun toekomstige werking niet in het gedrang te brengen. Ze vragen het publiek om vertrouwen, met andere woorden. En daar wringt het schoentje.

Concreet bewijs

De basis van de meeste onthullingen over banden tussen getrouwen van Trump en Russen zijn anonieme lekken uit de Amerikaanse inlichtingendiensten. Elke grote scoop is onveranderlijk gebaseerd op anonieme bronnen, de zogeheten “senior government officials” die nooit nader genoemd worden en daarom geen rekenschap moeten geven voor hun claims. Dat roept een aantal belangrijke vragen op.

In het verleden hebben de Amerikaanse inlichtingendiensten – al dan niet bewust – onjuiste informatie verschaft aan de regering, het parlement en ook de pers. Zo was de voornaamste reden voor de invasie van Irak in 2003 de verkeerde inschatting van de CIA dat dictator Saddam Hoessein massavernietigingswapens aan het ontwikkelen was. Ook Amerikaanse journalisten zijn toen nogal goedgelovig meegestapt in het verhaal dat bronnen bij de CIA hen influisterden. Onder andere The New York Times heeft zich er achteraf uitvoerig voor verontschuldigd bij het publiek.

Ook dezelfde James Clapper, verantwoordelijke uitgever van het rapport over de Russische beschadigingsoperatie, heeft in 2013 toegegeven dat hij het Amerikaanse Huis van Afgevaardigdenmisleid had over het bestaan van de massasurveillanceprogramma’s van de NSA, onthuld door klokkenluider Edward Snowden.

Het Amerikaanse inlichtingenapparaat is bovendien niet apolitiek, zo weet ook journalist Glenn Greenwald, die de documenten van NSA-klokkenluider Edward Snowden publiceerde. Zo hadden een aantal voormalige CIA-kopstukken tijdens de verkiezingscampagne hun uitdrukkelijke steun uitgesproken voor de kandidatuur van Clinton. Trump, zo heette het in een open brief ondertekend door onder andere voormalig directeur van de NSA en de CIA Michael Hayden, was “gevaarlijk, roekeloos en onwetend.”

Nu is het goed mogelijk dat de Amerikaanse media momenteel een (voorlopig erg suggestief, het dient gezegd) begin maken aan het ontrafelen van een schandaal dat de president uiteindelijk zal nekken. Het is echter even plausibel dat het inlichtingenestablishment knap genoeg heeft van Trumps herhaalde kritiek en spot aan hun adres en dat het wel eens kort door de bocht durft te gaan in de analyses die het aan de media doorspeelt.

Vorige week vertelde inlichtingenhoofd James Clapper aan televisiezender NBC dat er tot op de dag van zijn pensioen, 20 januari, geen bewijs was gevonden van een samenzwering tussen team-Trump en Rusland om de verkiezingen te hacken.

Russia is fake news

“Rusland is fake news“, heeft Trump al laten optekenen. Ook de woordvoerder van het Witte Huis Sean Spicer herhaalde op woensdag de kritiek van zijn baas dat de Ruslandverhalen steevast uit ongefundeerde anonieme lekken voortkomen. “Het is opmerkelijk hoe vaak dit valse verhaal keer op keer op keer herhaald en gerecycleerd wordt”, zei hij tijdens een persconferentie. “En toch is er nog geen enkel bewijs opgedoken dat de president er iets mee te maken heeft.”

Ruslandgate is inmiddels een heel eigen leven gaan leiden. Voor de vele tegenstanders van Trump kan het dienen als een verklaring voor de onomkeerbare verkiezing van die onwaarschijnlijke nieuwe president. De Democratische oppositie blijft er met beschuldigende quotes en soundbites op hameren in de hoop dat het alsnog iets oplevert. De Amerikaanse media grijpen elk nieuw Russisch puzzelstukje aan als nog maar een bevestiging van de spionagethriller die ze zelf geschreven hebben. Zelfs Trump bedient zich inmiddels van de beschuldigende Ruslandconnectie:

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content