Grootste uitstervingsgolf sinds de dinosauriërs woedt volop (en het einde is nog niet in zicht)

Het verlies van habitat staat met stip op nummer een in de lijst van oorzaken waardoor soorten uitsterven. © Shutterstock / wawritto

Twintig jaar na de eerste editie brengt milieuorganisatie WWF een nieuwe versie van het Living Planet Report uit. De conclusies uit het tweejaarlijkse onderzoek zijn schokkend: in minder dan vijftig jaar halveerde het aantal soorten gewervelde dieren op de aarde. Nooit eerder ging dat zo snel.

De afgelopen veertig jaar was een periode van grote vooruitgang: niet alleen de populatie, maar ook de wereldeconomie is enorm gegroeid. Daarvoor is echter een prijs betaald, zegt WWF in haar tweejaarlijkse Living Planet Report. Zo blijkt dat we sinds 1970 maar liefst zestig procent van de biodiversiteit op aarde verloren zijn. In de tropen, Zuid-Amerika en Centraal-Amerika is dat zelfs 89 procent.

De milieuorganisatie stelt daarbij dat er nog niet meteen verbetering zit aan te komen. Ze voorspelt dat de totale achteruitgang van diersoorten in haar volgende rapport over twee jaar op 67 procent zal liggen. Gezien de enorme cijfers spreken wetenschappers over een zesde massa-extinctie. Tijdens de vorige grote uitstervingsgolf legden de dinosauriërs het loodje, vandaag hebben heel wat soorten (van zoogdieren over insecten tot planten) het moeilijk. De oorzaak: menselijke activiteit. Habitatverlies en overexploitatie zijn vandaag de grootste stimulansen voor het uitsterven van diersoorten, maar ook vervuiling heeft zijn aandeel.

Het WWF-rapport is duidelijk: de grootste katalysator achter de uitstervingsgolf is de mens.
Het WWF-rapport is duidelijk: de grootste katalysator achter de uitstervingsgolf is de mens. © Living Planet Report 2018

Slechts een kwart van de totale aardoppervlakte is vrij van de impact van mensen, maar WWF voorziet dat dat tegen 2050 zal gedaald zijn naar een tiende. Vooral ongerepte moerasgebieden worden zeldzaam: slechts dertien procent van al die unieke biotopen heeft de moderne tijd weten te overleven tot nu toe.

De woorden ‘bedreigde diersoort’ en ‘met uitsterven bedreigd’ roepen vaak beelden op van bekende publiekslievelingen als de reuzenpanda of de tijger, maar daar stopt de uitstervingsgolf niet. Ook het aantal planten- of minder bekend dierensoorten daalt zienderogen. Speciale aandacht gaat in het WWF-rapport dan ook naar bestuivers, een groep die meer dan 20.000 soorten insecten omvat. Het overgrote deel van planten leunt op de bijen, vlinders en vliegen voor hun voortplanting. Ook onze voedselproductie rekent erg op de aanwezigheid van de nuttige dieren: meer dan 75 procent van de gewassen die we eten, moet door hen bevrucht worden. Vertaald naar een taal die ook op een hoger beslissingsniveau begrepen wordt, schat WWF dat de diertjes de globale economie tussen de 210 en 500 miljard Amerikaanse dollar bijbrengen.

Meer dan ‘leuk om te hebben’

WWF benadrukt het belang van natuur in haar rapport. ‘Alles wat de moderne samenleving met al haar voordelen en luxe heeft opgebouwd, is gegroeid vanuit natuur en zal ook in de toekomst natuurlijke bronnen nodig hebben om te overleven en te bloeien. Pas als we onze afhankelijkheid van het milieu beter begrijpen, wordt het duidelijk dat natuur meer is dan enkel iets ‘leuk om te hebben’.’

Daarom is het volgens de organisatie ook hoog tijd om actie te ondernemen. Biodiversiteit is daarbij een sleutelbegrip: het is de ‘infrastructuur die alle leven op aarde verzorgt’ en dus ook de basisvoorwaarde voor een bloeiende menselijke samenleving. Om het verlies aan soorten een halt toe te roepen (en zelfs om te keren), stelt WWF dan ook een driestappenplan voor.

Met de explosieve groei van de wereldbevolking in de 20e eeuw, kwam ook de steeds groeiende consumptiedrang. Die is volgens WWF de drijvende kracht achter de veranderingen die nu plaatsvinden op de aarde.
Met de explosieve groei van de wereldbevolking in de 20e eeuw, kwam ook de steeds groeiende consumptiedrang. Die is volgens WWF de drijvende kracht achter de veranderingen die nu plaatsvinden op de aarde.© Living Planet Report 2018

De organisatie ziet de situatie somber in, maar is niet hopeloos. Een van de basisvoorwaarden is echter dat er zo snel mogelijk werk wordt gemaakt van de bescherming van onze biodiversiteit. Daarvoor wordt de tijd tot 2020 gezien als cruciaal kantelpunt. Het rapport besluit alvast strijdvaardig: ‘We zijn de eerste generatie die een duidelijk beeld heeft van de waarde van natuur en onze impact erop. En we zijn de laatste om actie te kunnen ondernemen om die trend te keren.’

De Vijf Grote Massa-extincties

Nooit eerder ging het aantal soorten er zo snel op achteruit. Vandaag ligt dat ritme honderd tot duizend keer hoger dan wat het in de loop van alle voorgaande geologische tijdperken geweest is. Toch stierven ook in deze vijf periodes heel wat soorten uit:

65 miljoen jaar geleden: Krijt-Paleogeenmassa-extinctie. Wellicht veroorzaakt door een meteorietinslag waardoor zo’n 75 soorten, waaronder de dinosaurussen, van de aardbol verdwenen.

440 – 450 miljoen jaar geleden: Laat-Ordovicische massa-extinctie (de tweede grootste extinctie). 49% van alle op dat moment levende geslachten in het dierenrijk verdween.

251 miljoen jaar geleden: Perm-Trias-massa-extinctie (de ergste van allemaal). 95 procent van alle in zee levende soorten en ongeveer 70 procent van de gewervelde landdieren stierf uit.

360 – 375 miljoen jaar geleden: Laat-Devonische extinctie. Deze extinctie duurde zo’n 20 miljoen jaar.

205 miljoen jaar geleden: Krijt-Paleogeenmassa-extinctie. Van alle mariene families stierf zo’n 20 procent uit.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content