In Noord-Irak zijn de Koerden, met de hulp van de internationale coalitie, een offensief gestart tegen de terreurgroep IS.
Met de hulp van de internationale coalitie zijn de Koerden in Noord-Irak een grootschalig offensief begonnen tegen de terreurorganisatie Islamitische Staat (IS). Doel is de bevrijding van de strategisch belangrijke stad Sinjar, aldus de Veiligheidsraad van de Koerdische autonome gebieden.
De Koerdische peshmerga-strijders slaagden erin een deel van de belangrijke verbindingsweg tussen de IS-bastions al-Raqqa in Syrië en Mossoel in Irak in handen te krijgen. IS had de vooral door de minderheid van Jezidi’s bewoonde regio vorig jaar veroverd en tienduizenden mensen verdreven.
Strategische locatie
Volgens Koerdische bronnen nemen 7.500 peshmerga-strijders aan het offensief deel. Gevechtsvliegtuigen van de door de VS geleide coalitie voerden volgens het Pentagon intensieve luchtaanvallen uit op IS-doelen. Televisiebeelden toonden rookpluimen boven Sinjar. Reporters berichtten over zware gevechten. Ook leden van de verboden Koerdische Arbeiderspartij PKK nemen aan de strijd deel, meldde het Koerdische persagentschap Fira.
Sinjar is strategisch van groot belang. Over de weg van al-Raqqa naar Mossoel transporteren de extremisten strijders en voorraden. Sinjar behoort tot de gebieden die zowel door de Koerdische autonome regering in Noord-Irak als de centrale regering in Bagdad al jaren geclaimd worden. Als bastion van de Jezidi’s heeft de stad ook een grote symbolische waarde.
Zelfmoordkandidaten
De Peshmerga rukten op uit drie richtingen en heroverden ten noorden van Sinjar enkele dorpen. De Koerdische nieuwssite Rudaw meldde straatgevechten in Sinjar. Voor de opmars van IS leefden rond de 400.000 mensen in het gebied.
De extremisten zetten zelfmoordkandidaten in tegen de Koerden. In een via het internet verspreid standpunt verklaarden ze dat tientallen Koerdische aanvallers werden gedood of verwond. Volgens Koerdische bronnen wordt Sinjar verdedigd door 600 IS-strijders.
Duivelsaanbidders
IS had de regio rond Sinjar in augustus 2014 overrompeld. Tienduizenden mensen vluchtten het Sinjar-gebergte ten noorden van de stad in. Het gebied wordt overwegend door de religieuze minderheid van Jezidi bewoond, die door de IS als ‘duivelsaanbidders’ worden vervolgd. Onder andere de vrees voor een volkerenmoord op de Jezidi leidde ertoe dat de VS in 2014 met luchtaanvallen tegen de IS tussenbeide kwamen in het conflict. Tot op vandaag bevinden zich nog honderden meisjes en jonge vrouwen van de Jezidi als slavinnen in handen van de extremisten.
De Peshmerga-strijders zijn de belangrijkste bondgenoten van het Westen in Irak. Een aantal landen steunt de Koerden met wapens en opleidingsprogramma’s. De Iraakse Koerden staan tegenover de IS langs een 1.000 kilometer lang front. (Belga)
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier