Het federaal parket heeft 19 strafonderzoeken lopen naar inbreuken tegen het internationaal humanitair recht onder het Syrische regime van Bashar al-Assad. Dat bevestigt de woordvoerder aan Knack, De Tijd en Le Soir. In vier dossiers zijn al onderzoeksrechters aangesteld.
‘Syrische “oorlogsmisdadiger” blijkt al jaren als erkend vluchteling in België te wonen’, kopte De Morgen in oktober 2020. Het artikel beschreef hoe taxichauffeur H.A.H. voor hij naar ons land kwam in de Syrische stad Salamiyah een leidende rol zou hebben gehad bij de gevreesde Shabiha-militie die meevocht met Assad.
Maar het zou nog duren tot januari 2024 vooraleer H.A.H. in België werd aangehouden, in het kader van een onderzoek naar oorlogsmisdaden – officieel ‘inbreuken tegen het internationaal humanitair recht’ – door het federaal parket. ‘Het gerechtelijk onderzoek is nog steeds lopende’, zegt een woordvoerder van het federaal parket. Op 2 december heeft de kamer van inbeschuldigingstelling beslist om de verdachte vrij te laten onder voorwaarden. Daarvoor droeg hij een enkelband.
Daarnaast zijn er bij het federaal parket momenteel nog achttien dossiers in behandeling in het kader van oorlogsmisdaden in Syrië onder het Assad-regime, met inbegrip van vermeende misdaden gepleegd door leden van IS. Vier onderzoeken, waaronder dat naar H.AH., zijn in handen van een onderzoeksrechter. Acht dossiers werden volgens de woordvoerder inmiddels geseponeerd.
‘De enige reden waarom er in België dossiers over oorlogsmisdadigers zijn geopend, is omdat Syrische activisten al het onderzoekswerk hebben gedaan.’
Op de dossiers wil het federaal parket geen namen kleven. ‘In het belang van de lopende onderzoeken, het respect voor de privacy van de betrokkenen en het vermoeden van onschuld, is het niet mogelijk om namen of verdere details mee te delen.’
Tekort aan middelen
Brigitte Herremans, die als postdoctoraal onderzoeker aan de UGent werkt rond verdwijningen tijdens het Assad-regime, heeft vragen bij de strafonderzoeken die lopen in België. ‘Veel succes, als je weet dat er bij de federale politie mensen op die dossiers moeten werken die niet eens Arabisch spreken’, zegt Herremans. ‘Ik heb meermaals contact gezocht met het federaal parket. Die mensen zijn erg bereidwillig, maar er is geen proactieve houding omwille van een tekort aan middelen en personeel.’
‘De enige reden waarom er in België dossiers zijn geopend, is omdat Syrische activisten al het onderzoekswerk hebben gedaan. Ze hebben sociale media afgeschuimd, op zoek naar aanwijzingen van misdrijven in Syrië. Ik begrijp dat ergens wel: het ontbreekt hun aan middelen. België investeert daar gewoon te weinig in, anders zouden we wel meer Arabischtalige onderzoekers hebben. Op dat vlak ben ik zwaar ontgoocheld.’
Het Federaal parket zegt wel al versterking te hebben gekregen, maar steekt niet weg dat er al langer een gebrek is aan politiespeurders om zulke onderzoeken naar oorlogsmisdaden te voeren.
Duitsland speelt een voortrekkersrol in de vervolging van Syrische oorlogsmisdadigers. Het Duitse openbaar ministerie voert momenteel een tiental onderzoeken uit en zou in totaal al liefst tweeduizend getuigen hebben gehoord.

Damascus Dossier
Namen van medestanders van het Syrische Assad-regime die betrokken waren bij foltering en moord duiken nu ook op in 134.000 gelekte documenten die bij de Duitse omroep NDR zijn beland. De documenten, voornamelijk in het Arabisch, beslaan een periode van meer dan drie decennia en zijn afkomstig van twee Syrische inlichtingendiensten. NDR deelde de data met journalistencollectief ICIJ en partnermedia uit twintig landen, voor het onderzoek Damascus Dossier.
De documenten in het Damascus Dossier bevatten niet alleen de namen van de slachtoffers, maar ook die van de daders.
De documenten bevatten niet alleen de namen van de slachtoffers, maar ook die van de daders. Het gaat daarbij niet alleen om hooggeplaatste regeringsfunctionarissen die in Syrië of in het buitenland voor de rechter kunnen worden gebracht. Het gaat ook om de uitvoerders op het terrein en om burgers die onder intimidatie informatie over hun buren hebben verstrekt. Staan er in de gelekte documenten ook namen die voor België relevant zijn?
Militair tenue
Knack, De Tijd en Le Soir deden de voorbije maanden navraag binnen de Syrische gemeenschap in België. Meerdere bronnen bevestigden dat in ons land nog mogelijke oorlogsmisdadigers en medestanders van het Assad-regime rondlopen. Verschillende namen van verdachten circuleren, Syriërs die al langer in België zouden vertoeven, ook al voordat het Assad-regime vorig jaar werd omvergeworpen.
Zoals een man die in Vlaanderen woont en zou hebben gevochten voor een militie in Syrië die Assad steunde. Een voormalig lid van Assads brute inlichtingendiensten, die online terug te vinden is op een foto in militair tenue. Of een Syriër in Vlaanderen die via autohandel geld zou hebben witgewassen voor het Assad-regime. Maar hun namen vonden we niet terug in de gelekte documenten.
Sinds 2011 heeft België aan ruim 38.000 Syriërs internationale bescherming toegekend.
Oorlogsmisdaden financieren
De enige directe link met België in het Damascus Dossier is een verwijzing naar een man uit het Midden-Oosten die zeven jaar geleden een Belgisch reisdocument voor vluchtelingen kreeg. Volgens onze info wordt hij echter gelinkt aan geldschieters van het Assad-regime.
Het Commissariaat-generaal voor de Vluchtelingen en de Staatlozen (CGVS), dat sinds 2011 aan 38.238 Syriërs internationale bescherming heeft toegekend, reageert dat het niet mag ingaan op individuele dossiers. Louter investeren in de economie van een land zou wel niet volstaan als grond om iemand uit te sluiten van de toegang tot het vluchtelingenstatuut. Tenzij die investeringen rechtstreeks gelinkt zouden zijn aan de financiering van oorlogsmisdaden.
18 Syriërs geweigerd in België
Syriërs die in België asiel aanvragen maar verdacht worden van oorlogsmisdrijven of misdrijven tegen de menselijkheid, kunnen worden uitgesloten van asielbescherming. Dat gebeurt dan op basis van het zogenoemde artikel 1F van het Vluchtelingenverdrag.
‘Sinds 2013 zijn in België achttien Syrische asielaanvragen uitgesloten op basis van handelingen in Syrië’, zegt CGVS-woordvoerder Olivier Brasseur. ‘Daarbij gaat het niet noodzakelijk alleen om profielen aan de kant van het voormalige Syrische regime, maar ook om rebellen. Dit type dossiers melden we standaard aan het federaal parket.’
Vervolgens is de Dienst Vreemdelingenzaken bevoegd voor eventuele gedwongen repatriëringen. Maar het kan zijn dat een persoon die uitgesloten wordt van asielbescherming toch een geloofwaardige vrees op vervolging heeft bij terugkeer naar zijn herkomstland. ‘Een gedwongen repatriëring is dan niet mogelijk’, zegt Brasseur. Gevolg? De betrokkenen komen in een grijze zonde terecht. Ze verdwijnen onder de radar.

Dit artikel maakt deel uit van het internationale onderzoek Damascus Dossier, waarvoor Knack samenwerkte met NDR, De Tijd, Le Soir en journalistencollectief ICIJ. Meer info op www.icij.org.