Toen hij acht jaar geleden in de Tweede Kamer debuteerde, had Rob Jetten de elegantie van een hark. De voorbije campagne was hij scherp in debat, vrolijk en geestig. Krijgt Nederland de links-liberale versie van Mark Rutte als minister-president?
Soms heb je in de politiek even mazzel nodig. Rob Jetten was aanvankelijk niet voorzien voor het eerste grote televisiedebat op RTL, dat de campagne op gang moest brengen. Pas nadat Geert Wilders op het laatste moment afzegde, werd Rob Jetten op het laatste moment opgetrommeld als vervanger. Het bleek het begin van een dolle campagne waarin D66 op enkele weken tijd omhoog schoot in de peilingen.
Bovendien was Jetten in volle campagne te zien in de finaleweken van de Nederlandse versie van De slimste mens. Daar charmeerde hij met zijn spontaniteit en zijn humor. Hij vertelde er honderduit over zijn verloving met de Argentijnse hockeyspeler Nicolás Keenan. Ook die passage in de populaire televisiequiz is stom toeval: de afleveringen waren al opgenomen voordat Geert Wilders het vorige kabinet ten val bracht.
Als de voorlopige score van 26 zetels behouden blijft, zou Jettens partij D66 zijn grootste stemmenaantal ooit behalen. Omdat de PVV van Geert Wilders bij voorbaat werd uitgesloten door verschillende partijen – en Wilders zelf ook niet echt trek lijkt te hebben in een nieuw bestuursavontuur – is Jetten daarom nu dé voornaamste kandidaat om minister-president te worden.
Robot Jetten
De campagne van Jetten illustreert hoe de 38-jarige Brabander gegroeid is. Toen Jetten in 2018 Alexander Pechtold opvolgde als fractieleider, verliepen zijn interviews nog erg stroef. Jetten, die nauwelijks een jaar eerder voor het eerst in de Tweede Kamer was verkozen, kwam over als een stijve hark, die zich steevast van voorgekauwde clichéantwoorden bediende. Robot Jetten was al snel zijn veelzeggende bijnaam. Het contrast met de geestige, charmante Pechtold was frappant.
Ondanks zijn onmiskenbare politieke talent stokte Jettens opgang. In 2021 moest de ambitieuze Jetten toestaan dat het lijsttrekkerschap naar Sigrid Kaag ging, die in 2017 als VN-topdiplomate vanuit New York was neergedaald om minister van Buitenlandse Handel te worden. Als lijsttrekker slaagde de elitaire Kaag erin een aanzienlijk deel van de linkerzijde naar de links-liberalen te krijgen. Al snel bleek ze evenwel uitgekeken op het politieke krijgsgewoel in Den Haag. Er was ook een pijnlijke MeToo-affaire die de partijleiding het schaamrood op de wangen bezorgde.
Jetten, die in Rutte IV klimaatminister was geworden, nam het stokje van Kaag over, en incasseerde een stevige verkiezingsnederlaag. D66 hield nog slechts 9 van de 24 zetels over.
Klimaatdrammer
Er kwam een vernietigend autopsierapport van die nederlaag. Dat rapport concludeerde dat het discours van D66 ‘moralistisch, vervreemdend en uitsluitend’ was. Hun standpunten over racisme werden als ‘te woke’ ervaren. De partij sprak ambtenarees, bracht kiezers in verwarring en kwam betweterig over. Rob Jetten gold zelf als het schoolvoorbeeld van zo’n ‘klimaatdrammer’.
Het dient gezegd dat Jetten met die harde feedback aan de slag is gegaan. Zo scherpte D66 afgelopen zomer zijn standpunt over migratie aan. Plots pleitte Jetten, die tijdens het kabinet-Schoof met PVV de scherpste criticaster over ‘het strengste asielbeleid ooit’ was, voor een ‘Canadees model’ waarbij asielzoekers en vluchtelingen eerst buiten de EU asiel zouden moeten aanvragen. Die bocht lag gevoelig bij overige parlementsleden en achterban, maar passeerde zonder al te veel gemor.
Maar de voornaamste metamorfose is ongetwijfeld Jettens persoonlijke stijl. De afgelopen campagne was Jetten vlot, scherp en bijwijlen geestig. In de debatten zette hij vooral de aanval in op het GroenLinks-PvdA van Frans Timmermans. De manier waarop hij vrolijkheid en optimisme probeerde uit te stralen deden bijwijlen denken aan Mark Rutte, de ex-premier die in zijn jeugd in een vat vrolijkheid is gevallen. Tegelijk bleek hij zijn erfenis als klimaatminister stevig wettelijk gebetonneerd te hebben. Ondanks de uiterst klimaatkritische houding van de PVV en de BBB bleek Jettens klimaatbeleid moeilijk om te draaien.
Jetten kon zich in de laatste rechte lijn zelfs een heuse faux pas veroorloven. Zo maakte hij tijdens het EénVandaag-debat de opmerking dat er heel wat ‘kerels in de zaal’ maar wat graag samen met prinses Amalia de reservistentraining van het Nederlandse leger zouden volgen. ‘Niet zo handig’, gaf Jetten de ochtend nadien met de glimlach toe. Alsof hij een partij teflon bij Mark Rutte zelf was gaan halen.
Eeuwige jojo
D66 is de voorbije decennia het prototype van de Nederlandse middenpartij. Het is een partij die zowel kiezers ter linkerzijde als ter rechterzijde aantrekt. En die vervolgens ook allemaal een beetje teleurstelt.
Sinds zijn oprichting vertoont D66 een voortdurende jojobeweging. Met lijsttrekkers als Hans van Mierlo, Alexander Pechtold of Sigrid Kaag was D66 vaak incontournable voor een middencoalitie, en werd er enthousiast meebestuurd. Vooral Pechtold gold als de ongekroonde koning van het ‘koffiedrinken’: de beruchte Nederlandse achterkamerpolitiek van akkoordjes bij sigarettenrook. De hecatombe achteraf blijkt al te vaak genadeloos. Bij de vorige verkiezingen ging D66 van 24 naar 9 zetels.
Die vaststelling zal ongetwijfeld een rol spelen in de komende coalitiegesprekken. Jetten zelf heeft al aangegeven een ‘brede centrumcoalitie’ op de been te willen brengen, en noemde GroenLinks-PvdA als voorkeurpartner. Dat dreigt dan weer moeilijk te liggen voor de VVD, waar partijleider Dilan Yesilgöz de partij van Timmermans expliciet heeft uitgesloten als coalitiepartner. Sowieso lijkt Nederland opnieuw voor een lange formatie te staan.